Terug naar zoekresultaten

2.19.216 Inventaris van een deel van het archief van de Nederlandse Landstand, 1941-1945

Het archief van de Nederlandse Landstand bevat stukken betreffende belangenbehartiging, landbouwvoorlichting en propaganda op nationaalsocialistische leest en pogingen om de leiding te voeren over de Nederlandse boeren, en het landbouwbeleid en de voedselvoorziening te bepalen.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.19.216
Inventaris van een deel van het archief van de Nederlandse Landstand, 1941-1945

Auteur

J.A.A. Bervoets

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2015 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Nederlandse Landstand
Ned. Landstand

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1941-1945

Archiefbloknummer

I27109

Omvang

; 121 inventarisnummer(s) 0,75 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Nederlandse Landstand, , 1941-1945

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van de Nederlandse Landstand bevat stukken betreffende belangenbehartiging, landbouwvoorlichting en propaganda op nationaalsocialistische leest en pogingen om de leiding te voeren over de Nederlandse boeren, en het landbouwbeleid en de voedselvoorziening te bepalen.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De Nederlandse Landstand werd bij verordening van 22 oktober 1941 door Rijkscommissaris Seyss Inquart ingesteld op de leiding van de landbouw in Nederland te voeren. Zij diende als vervanging van de bestaande boerenbonden, die werden opgeheven en vervangen door een publiekrechtelijke organisatie volgend het nationaalsocialistische leidersbeginsel. Voortaan werden alle boeren, tuinders en vissers geacht daarvan lid te zijn.
Feitelijk kwam de Nederlandse Landstand voort uit een machtsgreep van het Nederlands Agrarisch Front, dat voornamelijk uit leden van Musserts NSB bestond en in 1940 opging in het Boerenfront. Leider van de Nederlandse Landstand was Evert Jan Roskam, die het administratieve bestuur overliet aan ‘hoofdstafleider’ C.F. J. Damave, administrateur van het Nederlands Agrarisch Front en commissaris van de Koninklijke Nederlandse Boeren- en Tuinbouwers Bond. Adviseur bij de totstandkoming was de oud-minister F.E. Posthuma, die tijdens de Eerste Wereldoorlog belast was met de voedseldistributie in Nederland. De organisatie achtte het dan ook tot zijn taak zorg te dragen voor de voedselvoorziening van de Nederlandse bevolking. Daarnaast was zij verantwoordelijk voor het behartigen van de belangen van hun leden, in beginsel alle boeren, vissers en tuinders.
Posthuma verdween van het toneel toen Roskam de leiding van de Landstand op zich nam. Onder zijn gezag mislukte de Landstand volledig als organisatie en bereikte het dus zijn doelstellingen niet. De verplichte contributie werd het eerste jaar niet geïnd en eerst in 1943 ging de administratie over tot gerechtelijke vorderingen van de achterstallige betalingen. Hiervan werd uiteindelijk niet eens de helft geïnd. Met name in de zuidelijke katholieke gebieden, waar de door de clerus ondersteunde boerenbonden waren geliquideerd, werd tegen de contributie gepreekt en openlijk tot verzet opgeroepen - zeker toen duidelijk werd dat de Landstand propaganda maakte voor de Oost-Compagnie, een project tot kolonisering van Germaanse boeren in bezette gebieden als Wit-Rusland en de Oekraïne (De Roethenengouw). Dat was een project van M. Rost van Tonningen, die als Secretaris-Generaal van Bijzondere Economische Zaken het toezicht op de Landstand had.
In 1942 probeerden Roskam en Damave de zorg voor de landbouw en de voedselvoorziening van de regering over te nemen. Zij voerden een lobby tegen de secretaris-generaal van Economische Zaken - ‘de jood’ Hirschfeld - en zijn directoraten van Landbouw en Voedselvoorziening. Zij kregen de steun van Rauter, maar niet van Seyss-Inquart en zelfs niet van de Sicherheitsdienst in Berlijn. De bezetter had de voedselvoorziening aan de Nederlandse regering toevertrouwd, waarbij aan de Landstand een adviserende rol werd toegedacht. De Nederlandse directeur van landbouw, de NSB-er Ruiter, had goede contacten met zijn Duitse Beauftragten Von der Wense en. Ernst. Bovendien had zijn collega van voedselvoorziening Louwes door zijn distributiestelsel de bewondering van die Duitsers gewekt, omdat in hun ogen daarmee onnodige “onrust” wegens voedseltekort werd tegengegaan. Het werd nog erger voor de Landstand toen Seyss Inquart in 1943 het toezicht op zijn gestie niet meer aan de ideoloog Rost van Tonningen overliet, maar overdroeg aan de vakman Ruiter.
Want de desastreuse financiële situatie van de Landstand kwam aan het licht. Beschikte die aanvankelijk - dank zij de liquidatie van de door de door haar vervangen boerenbonden -over een vermogen van anderhalf miljoen gulden, eind 1942 moest Seyss Inquart de organisatie bijspringen met een subsidie van een kwart miljoen. Oorzaak bleek niet alleen het uitblijven van contributiebetalingen, maar ook het feit dat administrateur Damave vooral persoonlijk van de geliquideerde bonden en coöperaties had geprofiteerd. Zijn luxueuze levensstijl en het volslagen gebrek aan leiderschap en agrarische kennis van de door Damave omgekochte Roskam liepen zozeer in het oog dart zelfs de leiding van de NSB – Musserts gemachtigde E. Tammes en uiteindelijk Mussert zelf – aan de competentie van het bestuur begonnen te twijfelen. Op 7 september 1943 werd Damave wegens fraude gearresteerd en sedertdien begon er een gerechtelijk onderzoek tegen hem. Tammes kreeg van Mussert de leiding, maar de Landstand speelde sedertdien – ook als gevolg van de ontwikkelingen van de oorlog – geen vooraanstaande politieke rol meer. Door het uiteenvallen van de landelijke organisatie als gevolg van toenemende communicatiemoeilijkheden in de laatste oorlogsjaren traden namens hem diverse gemachtigden zelfstandig op en traden verschillende personen als leider of hun gemachtigde op: In de correspondentie duiken de namen op van Bauke Bierma, die door Tammes werd aangesteld en Marinus Vletter, die op zijn beurt weer werd gemachtigd..
De Landstand is tot aan de bevrijding blijven voortbestaan, onder meer als overlegorgaan met het directoraat van de Voedselvoorziening en droeg op zijn wijze bij tot leniging van de hongersnood door levering van personeel aan de gaarkeukens. Maar voor een operatie als evacuatie van de standsjeugd naar het platteland in januari 1945 schakelde Louwes kerkelijke organisaties in, die wegens een wat fermere houding tegen de bezetter meer contact hadden met de bevolking.
Zoals uit het bovenstaande blijkt is het hoogste orgaan van de Nederlandse Landstand de leider, wiens organisatie een afspiegeling is van de Nationaalsocialistische Beweging. De leider werd bijgestaan door een algemeen bestuur. Onder dit bestuur stonden de hoofdafdelingen Volk en Bodem, Voortbrenging en Voedselvoorziening. Parallelle organisaties bestonden er in de provincies, waarbij met name Volk en Bodem een belangrijk stempel drukte. Onder Volk en Bodem stonden alle propaganda-organisaties waarvan de geledingen een afspiegeling waren van de nationaalsocialistische organisaties in Duitsland en de Nederlandse NSB. Dat waren met name de afdelingen Landsjeugd, later De Jonge Landstand en de Landsvrouwen. Daarvan ontstonden tot in de laagste geledingen, onder de buurtboerenleiders, organen met een eigen leider die door de staf van de landsvrouwen of landsjeugd werden aangewezen. Volk en Bodem delegeerde deze leidingen aan provinciale afdelingen. Zo werd de afdeling Landsjeugd in Assen gevestigd.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Archiefvorming van een nationaalsocialistische organisatie kent vooral een bureaustelsel, waarbij elke leider zijn secretaris heeft. In de processtukken van Damave werd voor al deze afdelingen een registratuurplan aangetroffen, maar die waren vooral bedoeld als inventarislijsten van op termijn te bewaren administratie ter controle van de bezetter. Letterkenmerken A.B. en C dienden als rubrieken om intern aan te geven wie bevoegd waren de stukken te raadplegen en duidden die aan met begrippen als “leiding” en “persoonlijke belangen”. In de praktijk betekende dit dat elke leider of staf op zijn niveau de vrijheid had zelf zijn archief naar believen te ordenen en zelf series of dossiers te vormen.
In het centrale archief zijn diverse bescheiden reeds door de administratie zelf vernietigd. Toen Damave werd gearresteerd was hij bezig zijn stukken te verbranden. Zijn alsnog bewaard gebleven administratie is daarna in beslag genomen voor het gerechtelijk onderzoek en in de procesdossiers verwerkt die tegen hem werden gevormd. Het overgrote deel van het archief van de Landstand kwam mede als gevolg van het gerechtelijk optreden in handen van het rijk en werd door het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen overgedragen aan het reeds op 8 mei 1945 opgerichte Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie. Een relatief klein deel bleef achter in de archiefbewaarplaats van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, mogelijk als niet nader onderzocht aanhangsel bij het procesdossier dat door de Accountantsdienst van het ministerie tegen Damave werd aangelegd. Het zijn mogelijk stukken die door functionarissen in het kantoor van de afdeling Drenthe zijn opgemaakt, maar dis zowel van de landelijke als van de provinciale afdelingen afkomstig zijn. Een ander deel van 0,2 meter, afkomstig van de secretaris van Marinus Vletter, werd in het archief van het Koninklijk Nederlands Landbouwcomité gedeponeerd en daar voorlopig geordend en beschreven. Deze hebben alle betrekking op het landelijke bestuur.
De beschrijving van dit bestand betreft dus de stukken die na de overdracht van het archief van de Nederlandse Landstand aan het RIOD zijn achtergebleven
De verwerving van het archief
Het archief is door schenking verworven.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Uit het archiefgedeelte, afkomstig van het ministerie van Landbouw zijn vernietigd: financiële bescheiden als facturen en declaraties en stukken betreffende de registratie van leden. De omvang hiervan bedraagt 0,15 meter.
Verantwoording van de bewerking
De stukken afkomstig van het Ministerie van Landbouw en van het Koninklijk Nederlands Landbouwcomité zijn in deze beschrijving samengevoegd, waarbij onderscheid is gemaakt tussen de landelijke leiding, de hoofdafdelingen en de provinciale afdelingen analoog aan de oorspronkelijke ordening en de beschrijvingen zoals die in de toegang op het archief in het NIOD zijn aangetroffen. De beschrijvingen van de dossiers die in het archief van het Koninklijk Nederlands Landbouwcomité waren aangetroffen zijn herzien, omdat de behoefte aan beperking van de openbaarheid van de bezettingsgerelateerde inhoud na verloop van tijd aanzienlijk is verminderd.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nederlandse Landstand, nummer toegang 2.19.216, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Ned. Landstand, 2.19.216, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Archief van de Nederlandse Landstand in Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, toegang 120.