Terug naar zoekresultaten

2.15.46 Inventaris van de archieven van het Rijksarbeidsbureau, 1945-1954 en van de Directie Arbeidsvoorziening, 1954-1959

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.15.46
Inventaris van de archieven van het Rijksarbeidsbureau, 1945-1954 en van de Directie Arbeidsvoorziening, 1954-1959

Auteur

H. Storm

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2004 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Hoofdbureau Rijksarbeidsbureau; Centrale Dienst Directie Arbeidsvoorziening; Centrale Commissie van Advies Rijksarbeidsbureau; Centrale Commissie van Advies Arbeidsvoorziening
Rijksarbeidsbureau

Periodisering

archiefvorming: 1945-1959
oudste stuk - jongste stuk: 1928-1963

Archiefbloknummer

S13

Omvang

994 inventarisnummer(s); 12,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.Een klein gedeelte is gesteld in talen als het, heten het.
Nederlands
Duits
Frans
Engels

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Hoofdbureau van het Rijksarbeidsbureau (1945-1954) Centrale Dienst van de Directie voor de Arbeidsvoorziening (1954-1959) Centrale Commissie van Advies voor het Rijksarbeidsbureau (1945-1954) Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening (1954-1959)

Samenvatting van de inhoud van het archief

De archieven van het Hoofdbureau van het Rijksarbeidsbureau, de Centrale Dienst van de Directie voor de Arbeidsvoorziening, de Centrale Commissie van Advies voor het Rijksarbeidsbureau en de Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening bevatten onder ander stukken betreffende de arbeidsverhoudingen, bestrijding van werkeloosheid, arbeidsbemiddeling en emigratie.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Het hoofdbureau van het Rijksarbeidsbureau en de centrale dienst van de Directie voor de Arbeidsvoorziening
De oorlogsperiode 1940 - 1945
Bij besluit van de waarnemend Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken van 24 september 1940 ( Verordeningenblad voor het bezette Nederlandsche gebied, stuk 30, nr.166. ) werd het Rijksarbeidsbureau (RAB) ingesteld als afdeling van het Departement van Sociale Zaken onder leiding van een Directeur-Generaal. Het RAB werd belast met de openbare arbeidsbemiddeling. Dit was voorheen een gemeentelijke taak. Het RAB bestond uit een departementaal hoofdbureau, 37 gewestelijke arbeidsbureau's (GAB's) en 144 bijkantoren. De rechten en de verplichtingen van haar taakvoorganger de Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling gingen over op het RAB en daar kwam ook de zorg te berusten voor de openbare voorlichting bij beroepskeuze en de bemiddeling voor het verkrijgen van een gelegenheid om vakkennis op te doen. Op 1 januari 1943 werd de Afdeling Vak-ontwikkeling en Sociale Jeugdzorg van de Rijksdienst voor de Werkverruiming onder-gebracht bij het RAB. Dit betekende tevens de overgang van de gemeentelijke Centrale Werkplaatsen naar het RAB waarbij de benaming werd veranderd in Rijkswerkplaatsen (RWP). De regering in Londen bepaalde in 1944 bij Koninklijk besluit (KB) ( KB van 17 juli 1944 houdende regelen betreffende de arbeidsbemiddeling en de scholing, herscholing en omscholing (Stb. nr. E 51). ) dat het RAB met zijn GAB's en hun bijkantoren gehandhaafd bleef. Het takenpakket, zoals omschreven in bovengenoemd KB, bevatte de volgende onderdelen:
  • arbeidsbemiddeling;
  • scholing, herscholing en omscholing (nieuw);
  • het verrichten van zodanige werkzaamheden als door de regering aan het Rijksarbeidsbureau opgedragen.
Toen het zuidelijk deel van het land in 1944 bevrijd werd, kwamen de GAB's in het zuiden los te staan van het hoofdbureau, dat zich in het toen nog bezette deel van Nederland bevond. Onder leiding van mr. P.H. Werner, het toenmalige hoofd van het GAB Eindhoven en in februari 1945 benoemd tot gemachtigde voor het RAB, werd tot de algehele bevrijding een eigen beleid gevoerd, geënt op de Londense besluiten.
De naoorlogse periode 1945 - 1959
Het hoofdbureau RAB/de centrale dienst van de Directie voor de Arbeidsvoorziening, alwaar de Directeur-Generaal zetelde, werd beschouwd als het toporgaan en de perifere organen als de uitvoerende organen van de organisatie. Het hoofdbureau/de centrale dienst bereidde de richtlijnen en voorschriften voor, die door de Directeur-Generaal aan de perifere organen werden verstrekt.
Periode 1945 - 1950
De gedurende de bezettingstijd bij de verschillende GAB's ontstane uiteenlopende organisatie-vormen, de hergroepering van personeel na de bevrijding door de zuivering en de gewijzigde taak van het RAB maakte een reorganisatie noodzakelijk. Direct na de bevrijding werd een directorium, bestaande uit mr. P.H. Werner, drs. M.F.J. Cool en A.N. van Mill, door de Minister van Sociale Zaken belast met deze reorganisatie-taak. Vervolgens werd van Mill in augustus 1945 benoemd tot Directeur-Generaal van het RAB. Medio juli 1945 werd op experimentele basis gestart met een viertal inspecties t.w. de Inspecties Noord, Midden, West en Zuid ( Zie brief van de Minister van Sociale Zaken aan de Minister van Binnenlandse Zaken van 17 juli 1946, nr. 12627 inventarisnummer 196. ) , waarbij door de directeuren van de GAB`s te Groningen, Arnhem, 's-Gravenhage en Tilburg werd opgetreden als inspecteurs voor de respectievelijke inspecties. Deze inspecteurs werden belast met het houden van toezicht op de GAB's en het onderhouden van contact tussen het hoofdbureau en de GAB's. Daarnaast kregen zij tot taak onvolkomenheden in de organisatie, werkwijze, personeelsopbouw en huisvesting op te sporen, eenheid te brengen in de uitvoering van bestaande en nieuwe voorschriften en regelingen alsmede moeilijkheden van allerlei aard op te lossen. Een half jaar (15 januari 1946) later werden de inspecties officieel ingesteld.
De invoering van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA) 1945 per 15 oktober 1945 betekende een belangrijke uitbreiding van het takenpakket van de GAB's. De directeuren van de GAB's werden belast met het verlenen van aanstellings- en ontslagvergunningen. Dit instrument diende voornamelijk om de instandhouding van de werkgelegenheid en de continuïteit van de produktie in de voor de opbouw vitale bedrijfstakken te waarborgen.
Bij beschikking van de Minister van Sociale Zaken van 14 februari 1946 ( Beschikking van 14 februari 1946, nr. 1172 P., Afdeling Comptabiliteit. ) werd het RAB belast met de volgende taken:
  • uitvoering van de Arbeidsbemiddelingswet 1930;
  • uitvoering van het Besluit van de Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken van 24 september 1940 betreffende arbeidsbemiddeling;
  • uitvoering van het KB van 17 juli 1944 houdende regelen betreffende de arbeidsbemiddeling en de scholing, herscholing en omscholing (Stb. nr. E 51);
  • uitvoering van het BBA 1945, voor zover vallende onder deze afdeling;
  • uitvoering van de Wet van 16 mei 1934, Stb. nr. 257, tot regeling van het verrichten van arbeid door vreemdelingen (deze wet regelde beperkingen ten aanzien van het tewerkstellen van vreemdelingen door het invoeren van een vergunningstelsel. Dit betekende dat werkgevers geen arbeid door vreemdelingen mocht laten verrichten zonder schriftelijke vergunning van de Directeur-Generaal);
  • zorg voor voorlichting bij beroepskeuze en voor psycho-technisch onderzoek;
  • zorg voor beroepsclassificatie;
  • zorg voor verplaatsing van arbeidskrachten en voor emigratie (hierbij verrichtte het RAB, met zijn vele in het land verspreide GAB's, in nauwe samenwerking met de Stichting Landverhuizing Nederland een taak als aanmeldingskantoor voor de emigranten en verschafte in het algemeen voorlichting inzake emigratie);
  • andere onderwerpen met de arbeidsmarkt dan wel met voorkoming en bestrijding van werkloosheid en leniging van haar gevolgen in verband staande, voor zover niet aan een andere afdeling opgedragen.
Na de reorganisatie van 1946 vinden er nog een aantal deelreorganisaties plaats. In hetzelfde jaar werd bij KB ( KB van 22 juli 1946, Stb. nr. 188. ) de overgang geregeld, met terugwerkende kracht vanaf 1 september 1945, van het taakveld "Sociale Jeugdzorg" naar het nieuw ingestelde Directoraat-Generaal Vorming Buiten Schoolverband van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Met ingang van medio mei 1947 kwamen de RWP'en onder rechtstreeks beheer van de GAB's, die voorheen onder beheer van het hoofdbureau stonden. In hetzelfde jaar werd bij ministeriële beschikking ( Beschikking van de Minister van Sociale Zaken van 28 oktober 1947, nr. 5954, Afdeling Personeel. ) de taak van het RAB uitgebreid met: uitvoering van de Wet van 1 augustus 1947 (Stb.no. H 283) houdende regeling met betrekking tot de plaatsing van minder-valide arbeidskrachten, Wet plaatsing van minder-valide arbeidskrachten 1947. In deze wet werd de opneming van minder-validen in het arbeidsproces geregeld. Het GAB werd belast met de inschrijving van minder-validen, waarbij niet de nadruk kwam te liggen op de werkloosheid maar op de mindere validiteit. Daarnaast konden de directeuren van GAB's, onder bepaalde voorwaarden, vrijstellingen verlenen aan werkgevers omtrent opneming.
In het kader van de centralisatie van de personeelsfunctie bij het Ministerie werd het bureau Personeel van het hoofdbureau van het RAB op 16 augustus 1948 ondergebracht bij de Afdeling Personeel van het Ministerie.
Begin maart van het volgende jaar werd bij ministeriële beschikking ( Beschikking van de Minister van Sociale Zaken van 8 maart 1949, nr. 72 P, Afdeling Personeel. ) de taak van het RAB uitgebreid met de uitvoering van het Besluit Demobilisatievoorzieningen 1948, voor zover vallende onder het RAB. Hierbij werden door de GAB's in samenwerking met het Ministerie van Oorlog gedemobiliseerden, bij voorrang, aan werk geholpen, dan wel werd mogelijk gemaakt dat zij op een RWP of in een bedrijf de nodige vakbekwaamheid konden opdoen. In verband met de benoeming van een Commissaris voor de Emigratie bij het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid op 11 december 1950 werd de taak van het RAB m.b.t. emigratie ondergebracht bij deze functionaris. Het geven van voorlichting aan aspirant-emigranten bleef een taak van de arbeidsbureaus ( Verslag van de verrichtingen gedurende het jaar 1951 van het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid. ) .
Periode 1951 - 1953
Een reorganisatie van het hoofdbureau van het RAB begin 1951 heeft geleid tot formatie van de volgende onderdelen:
  • Afdeling Wetgeving en Bijzondere Voorzieningen
  • Afdeling Arbeidsbemiddeling
  • Afdeling Vakontwikkeling
  • Afdeling Beroepskeuzevoorlichting
  • Afdeling Buitenlandse Aangelegenheden
  • Afdeling Research
  • Afdeling Algemene Zaken
Medio 1952 ( Beschikking van de Minister van Sociale Zaken van 23 juni 1952, nr. 413 P, Afdeling Personeel. ) werd de taak van het RAB uitgebreid met:
  • zorg voor verplaatsing van arbeidskrachten binnen Europa;
  • zorg voor arbeidsmarkt-onderzoek, documentatie en statistiek;
  • voorbereiding en uitvoering van verdragen betreffende de uitwisseling van arbeidskrachten en van stagiaires met andere landen.
Vanuit een oogpunt van bredere regionale spreiding van de dienst van het RAB werd begin 1953 ( Beschikking van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 23 januari 1953 (Stcrt. 1953, nr. 19), zie inventarisnummer 205. ) het aantal GAB's gebracht van 24 tot 84 en de overige 75 bureau's werden als nevenbureau's onder de 84 GAB's gesteld/gehandhaafd. Daarnaast werden boven de GAB's 11 Districtsarbeidsbureau's (DAB's) ingesteld waarbij elk districtsbureau het werkgebied van een provincie omvatte. Voorts werden de RWP'en rechtstreeks onder de Hoofdinspecteur-Directeur van het DAB geplaatst.
Periode 1954 - 1957
In het kader van de reorganisatie van de werkgelegenheidspolitiek werd bij KB ( KB van 5 juli 1954, houdende instelling van een Directie voor de Arbeidsvoorziening (Organisatiebesluit Arbeidsvoorziening 1954), Stb.nr. 305, zie inventarisnummer 181. ) van 5 juli 1954 een Directie voor de Arbeidsvoorziening ingesteld onder gelijktijdige opheffing van de Rijksdienst voor de Uitvoering van Werken (DUW) en het Bureau Werkgelegenheid. De taken van het RAB en de voormalige DUW werden samengebracht onder de Directie voor de Arbeidsvoorziening.
De centrale dienst van de Directie voor de Arbeidsvoorziening bestond toen uit de volgende onderdelen:
  1. Afdeling Algemene, Personele en Juridische Zaken
  2. Afdeling Financiën
  3. Rijksarbeidsbureau (RAB)
    • Afdeling Beleidsvorming Arbeidsmarktzaken
    • Afdeling Arbeidsbemiddeling
    • Afdeling Vakontwikkeling
    • Afdeling Beroepskeuzevoorlichting
    • Afdeling Buitenlandse- en Immigratie-Aangelegenheden
    • Afdeling Emigratie-aangelegenheden
    • Afdeling Research
  4. Hoofdafdeling Aanvullende Werkgelegenheid
    • Afdeling Voorbereiding
    • Afdeling Uitvoering
    • Afdeling Huisvesting en sociale aangelegenheden
  5. Dienst Aanvullende Civieltechnische Werken
    • Afdeling Voorbereiding
    • Afdeling Uitvoering
De directie werd belast met de volgende taken ( Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 26 oktober 1954, no. 8949 P, Afd. Personeel. ) :
  • ad 3. RAB De taken zoals aangegeven in eerder genoemde ministeriële beschikkingen alsmede de zorg voor de plaatsing van gerepatrieerden en het verlenen van bemiddeling inzake bijstand aan emigranten voor zover het RAB optreedt als aanmeldingsorgaan ingevolge de Wet op de organen voor de emigratie.
  • ad 4. Hoofdafdeling Aanvullende Werkgelegenheid
    • 4.1 reguleren van door het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid te subsidiëren werken, behorende tot de aanvullende werkgelegenheid;
    • 4.2 voorbereiden en tot uitvoering doen komen van de onder 4.1 bedoelde werken;
    • 4.3 vervoeren en huisvesten van werknemers voor zover de arbeidsvoorziening zulks medebrengt.
  • ad 5. Dienst Aanvullende Civieltechnische Werken. De bevordering van de uitvoering van werken als bedoeld onder 4, voor zover deze van civieltechnische aard zijn.
Met ingang van 9 augustus 1954 ( Bij beschikking van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 9 augustus 1954, nr. 4974, afd. Directie Arbeidsvoorziening (Stcrt. 1954, nr. 153), zie inventarisnummer 205. ) werd de benaming "Districtsarbeidsbureau" gewijzigd in: "Districtsbureau voor de Arbeidsvoorziening" (DBA).
Periode 1958 - 1959
In verband met de ongewenste associaties, die de benaming "Rijkswerkplaats voor vakontwikkeling" bleek op te roepen, werd de naam in de loop van 1958 veranderd in "Regionale Werkplaats voor Vakopleiding van volwassenen" ( Jaarverslag 1958 RAB. ) . In november van hetzelfde jaar vond naar aanleiding van een organisatie-onderzoek door het Raadgevend Efficiency Bureau Bosboom en Hegener een organische vereniging plaats van de Hoofdafdeling Aanvullende Werkgelegenheid en de Dienst Aanvullende Civieltechnische Werken waaruit de Rijksdienst voor de Aanvullende Werkgelegenheid tot stand kwam ( Deze dienst werd ingesteld bij KB van 28 november 1958 (Stb. nr. 779). ) . Zie voor de organisatie van het RAB in 1946 en de organisatie van de Directie voor de Arbeidsvoorziening in 1957 en 1958 de organogrammen opgenomen als bijlage 1.1 ( Bij ontbreken van een officieel organogram is op basis van het Verslag van de verrichtingen van het Rijksarbeidsbureau over 1946, zie inventarisnummer 163, het schema zoals opgenomen in bijlage 1.1 samengesteld. ) ,
1.2 en 1.3. Zie voor een lijst van functionarissen van de politieke en ambtelijke leiding en de periode dat zij in functie waren het overzicht opgenomen als bijlage 2.
De Centrale Commissie van Bijstand en Advies voor het Rijksarbeidsbureau en de Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening
Op grond van het KB van 17 juli 1944 ( KB van 17 juli 1944 houdende regelen betreffende de arbeidsbemiddeling en de scholing, herscholing en omscholing (Stb. nr. E 51). ) diende overleg plaats te vinden tussen de overheid en de sociale partners op het terrein van het RAB. Dit overleg kreeg vorm in de Centrale Commissie van Bijstand en Advies (CCBA) voor het Rijksarbeidsbureau, die ingesteld werd bij beschikking van de Minister van Sociale Zaken van 1 augustus 1946. De CCBA kreeg tot taak "de Minister (van Sociale Zaken) en de Directeur-Generaal van het RAB hetzij op verzoek, hetzij uit eigen beweging te adviseren in aangelegenheden het RAB betreffende". De CCBA was samengesteld uit vertegenwoordigers van organisaties van werkgevers en werknemers, de VNG, het Centraal Planbureau en de Commissie van Advies voor de Arbeid van Vrouwen en Meisjes alsmede een deskundige voor beroepskeuzevoorlichting. De voorzitter en de leden werden door de Minister van Sociale Zaken benoemd. Het voorzitterschap werd bekleed door een onafhankelijk deskundige. Deze functie werd vervuld door prof. mr. M.G. Levenbach. Voorts werd een verdieping van het overleg tot stand gebracht in de vorm van subcommissies van advies voor bepaalde deelterreinen van het RAB.
Daartoe werden aan de CCBA de volgende subcommissies verbonden:
  • Subcommissie van Advies voor de Vakontwikkeling;
  • Subcommissie van Advies voor de Bijzondere Bemiddeling;
  • Subcommissie van Advies voor de Beroepskeuzevoorlichting;
  • Subcommissie van Advies voor de Gerepatrieerden;
  • Subcommissie van Advies voor de Amusementskunstenaars.
Vanaf 1954 (instelling van de Directie voor de Arbeidsvoorziening) fungeerde de CCBA als commissie van de Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening. Daarnaast werd de CCBA sindsdien gevormd uit leden van de Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening.
De Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening werd ingesteld op grond van het Organisatiebesluit 1954, waarbij het RAB en de DUW werden samengevoegd tot de Directie voor de Arbeidsvoorziening. Deze commissie werd belast met "het op verzoek of uit eigen beweging adviseren van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en de Directeur-Generaal voor de Arbeidsvoorziening in aangelegenheden arbeidsvoorziening betreffende". Voortvloeiend uit de ruime taakstelling werd aan de commissie een brede basis gegeven, die was samengesteld uit vertegenwoordigers van organisaties van werkgevers en werknemers, de VNG, het Centraal Planbureau, de Unie van Waterschappen en de Commissie van Advies voor de Arbeid van Vrouwen en Meisjes alsmede een deskundige voor beroepskeuzevoorlichting. De voorzitter en de leden werden door de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid benoemd. Het voorzitterschap werd bekleed door een onafhankelijk deskundige. Deze functie werd vervuld door prof. mr. J.V. Rijpperda Wierdsma. De commissie hield zich voornamelijk bezig met de advisering betreffende de meer ingrijpende beleids-problematiek. Als zodanig kon de commissie volstaan met een vrij geringe vergaderfrequentie.
Als tegenhanger van de Commissie van Bijstand en Advies voor de afdeling Rijksarbeidsbureau werd in 1955 een commissie van advies voor de afdeling Aanvullende Werkgelegenheid ingesteld. Deze laatste commissie kreeg tot taak de Minister en de Directeur-Generaal te adviseren omtrent aangelegenheden betreffende de aanvullende werkgelegenheid. De commissie was samengesteld uit een onafhankelijk deskundige als voorzitter en vertegenwoordigers van organisaties van werkgevers en werknemers, de VNG en de Unie van Waterschappen. De voorzitter en de leden werden benoemd door de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. Het voorzitterschap werd vervuld door P.B.M. Alberts.
Overzicht van functionarissen van de politieke en ambtelijke leiding
Ministers van Sociale Zaken, vanaf 15 september 1951 van Sociale Zaken en Volksgezondheid
ir. F.C.M Wijffels 23 februari 1945 24 juni 1945
dr. W. Drees 24 juni 1945 7 augustus 1948
mr. A.M. Joekes 7 augustus 1948 2 september 1952
J.G. Suurhoff 2 september 1952 22 december 1958
dr. L.J.M. Beel 22 december 1958 19 mei 1959
mr. dr. Ch.J.M.A. van Rooy 19 mei 1959 3 juli 1961
Staatssecretarissen
mr. dr. A.A. van Rhijn 15 februari 1950 22 december 1958
B. Roolvink 15 juni 1959 24 juli 1963
Secretarissen-Generaal
mr. dr. A.L. Scholtens 4 oktober 1918 15 juli 1945
ir. R.A. Verwey; waarnemend 23 augustus 1940 5 mei 1945
mr. dr. A.A. van Rhijn 15 juli 1945 15 februari 1950
mr. J.H. Klatte; fungerend 15 februari 1950 1 februari 1953
1 februari 1953 1 maart 1969
Plaatsvervangend Secretarissen-Generaal
mr. A.M. Engels 6 mei 1945 1 juli 1950
mr. J.H. Klatte 1 september 1946 15 februari 1950
mr. J.P.F.H. Kloppenborg 1 januari 1952 1 oktober 1971
Directeuren-Generaal van het Rijksarbeidsbureau; Directeuren-Generaal voor de Arbeidsvoorziening (vanaf 1 juli 1954)
J.A. Knetsch; wnd. 1 september 1942 1 augustus 1945
A.N. Van Mill 1 augustus 1945 1 april 1954
dr. ir. D.R. Mansholt; wnd. 13 april 1954 1 juli 1954
1 juli 1954 27 februari 1967
Geschiedenis van het archiefbeheer
De archieven werden gevormd en ondergebracht bij de dienst die tot begin oktober 1945 in het Scheepvaarthuis aan de Prins Hendrikkade 108 te Amsterdam en vervolgens tot 1967 in de Willemsparkflat aan de Zeestraat 73 te 's-Gravenhage gehuisvest was. Begin januari 1967 werden de archieven overgeplaatst naar het Centraal Historisch Archief (CHA) van de Afdeling Kabinets- en Administratieve Zaken (KAZ) van het Ministerie, waar deze in de kelder van de Willemsparkflat werden opgeslagen. Deze overplaatsing was een gevolg van het feit dat het archiefbeheer van de dienst, na hevig verzet van de dienstleiding, als laatste onderdeel van het Ministerie, werd gecentraliseerd op de Afdeling KAZ. Medio 1977 werd het archiefdepot van het CHA verhuist naar de Paleisstraat 5 te 's-Gravenhage. Vervolgens werd het archiefdepot van de Afdeling Departementaal Archief (voorheen CHA) eind 1990 verplaatst naar de nieuwbouw van het Ministerie aan de Anna van Hannoverstraat 4 te 's-Gravenhage, waar het tot op dit moment nog berust. De archieven waren bij elkaar geplaatst in dit archiefdepot.
Naar aanleiding van de reorganisatie van 1954 werd toentertijd i.v.m. de organisatorische vormgeving, besloten tot concentratie van de archieven van het hoofdbureau RAB, de Hoofdafdeling Aanvullende Werkgelegenheid en de Dienst Aanvullende Civieltechnische Werken tot één archief van de centrale dienst van de Directie voor de Arbeidsvoorziening. Deze samensmelting van archieven hield ook stand na de organische vereniging van de Hoofdafdeling Aanvullende Werkgelegenheid en de Dienst Aanvullende Civieltechnische Werken, waaruit in 1958 de Rijksdienst voor de Aanvullende Werkgelegenheid tot stand kwam.
De basis van de ordening ligt in het jaar 1942. In dat jaar werd overgegaan van het rubriekenstelsel op het dossierstelsel. Daarnaast vond tegelijkertijd de invoering plaats van een registratuurplan, dat in samenwerking met de VNG ontwikkeld was. In dit plan werd de archiefcode voor wat betreft de taak op een verkorte manier toegepast. Bij de hoofdindelingen 351.81, 351.82, 351.83 en 351.84 werd 351.8 vervangen door een liggend streepje. Deze code werd niet aangepast aan de onverkorte code van het registratuurplan voor het Departement van Sociale Zaken die eind oktober 1959 werd vastgesteld. ( Besluit van 29 oktober 1959, afd. KAZ nr. 9227 e.e.a. conform artikel 13 van besluit post- en archiefzaken rijksadministratie, KB van 2 oktober 1950, Stb. K 425. )
Van de archieven was een dossierinventaris samengesteld, die echter niet volledig was. Het totale archiefbestand RAB/Directie/Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorziening is in tien-jaren-blokken ingedeeld. De staat waarin de archiefbescheiden zich bevinden is redelijk goed te noemen. De stukken zijn gehecht in dossiermappen. Soms zijn de dossiers ontspijkerd. De dossiers waren op archiefcode geordend in archiefdozen, waarop de titel en de looptijd van de dossiers stonden vermeld.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Uit de archieven heeft regelmatig vernietiging plaatsgevonden, waarbij tevens verklaringen van vernietiging werden opgemaakt en aangetroffen. Deze vernietiging vond plaats op basis van:
  • de lijst van 1940 van het RAB ( Lijst houdende opgave van stukken behorend tot het archief van het Rijksarbeidsbureau van het Departement van Sociale Zaken, welke nadat zij vijf jaar oud zijn geworden, voor vernietiging in aanmerking komen, vastgesteld bij gemeenschappelijke beschikking van de Secretarissen-Generaal van de departementen van Sociale Zaken en van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming d.d. 4 november 1940 nr. 703 W.V. Afdeling RAB respectievelijk 10 december 1940 nr. 4907 Afdeling KW. );
  • de lijst van 1948 van de DUW, die in 1956 van toepassing werd verklaard voor de Directie voor de Arbeidsvoorziening ( Lijst houdende opgaaf van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in de archieven van de Rijksdienst voor de uitvoering van werken, vastgesteld bij de beschikking van de Ministers van Wederopbouw en Volkshuisvesting en van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van 28 oktober/3 december 1948, nr. 114302 respectievelijk nr. 86755, afdeling O.K.N. -gewijzigd bij: Beschikking van de Ministers van Sociale Zaken en Volksgezondheid en van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van 14 november/23 november 1956, Directie voor de Arbeidsvoorziening nr. 23911 respectievelijk Afdeling Oudheidkunde en Natuurbescherming nr. 31387. );
  • incidentele machtigingen van de Algemene Rijksarchivaris (de laatstgevonden machtiging is gedateerd 24 september 1952);
  • eigen lijsten van voor vernietiging vatbare stukken die voor akkoord geparafeerd werden door de afdelingshoofden en directeuren en tenslotte ondertekend werden door de Directeur-Generaal voor de Arbeidsvoorziening. Deze procedure werd toegepast omdat de geldende lijst geen gelijke tred heeft gehouden met de veranderingen in de taakstelling van het archief-vormend orgaan. Overigens werden sinds 1952 geen machtigingen voor incidentele vernietiging aangevraagd. Pas in 1984 werd een lijst voor het Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorziening vastgesteld ( Vernietigingslijst archiefbescheiden Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorziening, vastgesteld bij de beschikking van de Ministers van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 augustus 1984,nr. MMA/Ar-12366 en nr. CA/KAZ-178. );
  • de lijst van 1967 van het Ministerie ( Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende stukken behorende tot de archieven van het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid, vastgesteld bij gemeenschappelijke beschikking van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 16 januari 1967, afd. KAZ, nr.185111 en van de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, Afd. OKN, nr. 134762. )toegepast voor de archiefbescheiden m.b.t. organisme.
Tenslotte werd op grond van de vastgestelde vernietigingslijst van 1984 ( Vernietigingslijst archiefbescheiden Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorziening, vastgesteld bij de beschikking van de Ministers van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 augustus 1984, nr. MMA/Ar-12366 en nr. CA/KAZ-178. ) 0,5 strekkende meter archief bescheiden geselecteerd en afgescheiden.
Verantwoording van de bewerking
Voor het archievenblok werd gekozen omdat hiermee werd aangesloten op het reeds geïnventariseerde archief van het RAB 1940 - 1945. Aangezien het voorgaande archief de oorlogsperiode bestrijkt vangt het beschreven archiefblok aan na de algehele bevrijding in 1945.
Het beschreven archievenblok 1945 - 1959 bestond oorspronkelijk uit de blokken 1945 - 1950 en 1951 - 1960. Besloten werd tot integratie van de blokken over te gaan omdat het eerste blok slechts 2,5 strekkende meter omvatte. Voor de aanvang van de inventarisatie werd geconstateerd dat het archievenblok niet juist was afgesloten omdat het eindigde op het jaar 1960 en niet op 1959. Dit betekende dat een aantal dossiers overgeheveld moesten worden naar het volgende 10 jaren-blok.
Daarnaast waren een viertal dossiers in dit blok ondergebracht, die in het blok RAB 1940 - 1945 c.q. in het archief van de Afdeling Arbeidsbemiddeling van de Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling meegenomen hadden moeten worden. Besloten werd deze dossiers (inventarisnummers 250, 644, 895 en 896) in het kader van deze inventarisatie in dit blok mee te nemen omdat de inventarisatiewerkzaamheden ten aanzien van de betreffende archieven reeds in 1977 waren afgerond. Voorts bevonden zich in een aantal dossiers enige archiefbescheiden van de Afdeling Arbeidsbemiddeling van de Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, de DUW, de Rijksdienst voor de Werkverruiming en het Werkfonds (begincesuur 1928) in dit blok. Deze bescheiden waren afkomstig van de betreffende archieven, nadat deze diensten werden opgeheven. De zaken in kwestie werden door het RAB respectievelijk de Directie voor de Arbeidsvoorziening afgehandeld. De eindcesuur van dit blok (het jaar 1963) werd bepaald door de volgende inventarisnummers:
  1. 185 - 190 "Dossier inzake het organisatie-onderzoek uitgevoerd door het Raadgevend Efficiency Bureau Bosboom en Hegener, 1955 - 1963".
  2. 968 - 969 "Maandblad van het personeel getiteld "Stemmen van eigen erf", 1954 - 1963.
Besloten werd om deze bestanddelen in dit blok mee te nemen omdat:
ad a. de uitkomsten van het onderzoek de aanleiding zijn geweest tot de grote reorganisatie van 1958 en derhalve nauwe verbanden heeft met de overige stukken in het archief.
ad b. in 1963 het laatste exemplaar van dit blad is verschenen.
Voorts loopt het inventarisnummer 366 "Stukken betreffende de regeling van de uitvoering van het extra werkgelegenheidsprogramma 1958, 1957 - 1960" over naar het volgende tien-jarenblok. Teneinde de chronologische volgorde van de betreffende programma's niet te onderbreken is ervoor gekozen om dit dossier onderdeel te laten van dit blok. Tevens bevonden zich enige niet-archiefbescheiden in het archief zoals een collectie van het bovengenoemde maandblad voor het personeel. Deze unieke collectie is apart opgenomen in deze inventaris en beschreven onder het hoofdstuk "Verzamelde documentatie". Daarnaast werden de notulen van de Centrale Commissie van Bijstand en Advies voor het Rijksarbeidsbureau 1945 - 1950, de stukken betreffende haar Subcommissie van Advies voor de Amusementskunstenaars en de notulen van de Commissie van Advies voor de Beroepsclassificatie tijdens de inventarisatie niet aangetroffen. Voor de indeling van de inventaris is gebruik gemaakt van de door de administratie in samenwerking met de VNG ontwikkelde archiefcode.
Na inventarisatie en schoning omvat het archief van het hoofdbureau RAB/centrale dienst Directie voor de Arbeidsvoorziening 13,5 strekkende meter en het archief van de CCBA/Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening 0,3 strekkende meter. De archieven zullen na overbrenging naar het Algemeen Rijksarchief zonder beperkingen volledig openbaar zijn.
Deze inventaris is tot stand gekomen in het kader van de cursus Voortgezette Vorming Archiefbeheer (VVA), onder begeleiding van de heer R.H.J. Stultjens, hoofd van de Afdeling Departementaal Archief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Voor deze begeleiding wil ik hem hierbij hartelijk danken.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (A).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Hoofdbureau Rijksarbeidsbureau; Centrale Dienst Directie Arbeidsvoorziening; Centrale Commissie van Advies Rijksarbeidsbureau; Centrale Commissie van Advies Arbeidsvoorziening, nummer toegang 2.15.46, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Rijksarbeidsbureau, 2.15.46, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Het archievenblok van het hoofdbureau RAB/de centrale dienst Directie voor de Arbeidsvoorziening is het vervolg op het archiefblok 1940 - 1945 van het RAB waarvan reeds een inventaris is vervaardigd met als titel: "Inventaris archief van het Rijksarbeidsbureau in oorlogstijd (1940-1945), Ministerie van Sociale Zaken 1977". Alhoewel de titel dit niet weergeeft wordt bij de inleiding van deze inventaris aangegeven dat het hier het archief van het hoofdbureau betreft en niet het archief van het gehele RAB. Van de taakvoorganger van het RAB is eveneens een inventaris samengesteld getiteld: Toegang 2.15.13 "Inventaris archief van de Afdeling Arbeidsbemiddeling van de Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling 1916 - 1940, Ministerie van Sociale Zaken 1977". Daarnaast is van de taakvoorganger de DUW een inventaris vervaardigd getiteld: Toegang 2.15.18 "Inventaris van de archieven van de Rijksdienst voor de Uitvoering van werken (DUW) en zijn commissies, 1945 - 1954, Ministerie van Sociale Zaken 1983". Voorts zijn de volgende inventarissen uitgebracht van de taakvoorgangers van de DUW:
  • Toegang 2.15.28 "Inventaris van de archieven van de departementale afdeling Werkverschaffing en Steunverlening en de daaruit voortgekomen afdelingen Werkverruiming (Rijksdienst voor de Werkverruiming), Steunverleening, Cultureele zorg en Sociale Jeugdzorg. Alsmede van enkele commissies. 1931 - 1945", Ministerie van Sociale Zaken Werkgelegenheid 1987";
  • Toegang 2.15.02 "Inventaris van het archief van het Werkfonds 1934 en de Interdepartementale Commissie Werkloosheidszorg, de commissie Hacke, Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid 1970".

Bijlagen

Overzicht van geraadpleegde bronnen Staatsalmanak, 1946 - 1960 Handleiding voor de archiefverzorging, Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Directie voor de Arbeidsvoorziening,1960 Arbeidsbemiddelingswet 1930 , Editie Schuurman & Jordens no. 108, vijfde druk, 1965 Inventaris archief van het Rijksarbeidsbureau in oorlogstijd (1940-1945) , P. van Midden, Ministerie van Sociale Zaken, 1977 Inventaris van de archieven van de Rijksdienst voor de Uitvoering van Werken (DUW) en zijn commissies, 1945 - 1954 , R.H.J. Stultjens, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 1983 De geschiedenis van de openbare arbeidsbemiddeling in Nederland , Rob Hoffius en Babette Vriend, Research voor Beleid, februari 1988 Inventaris van de dossiers van personeelsleden van het Ministerie van Sociale Zaken (en Werkgelegenheid) ontslagen in de periode (1932) 1933 - 1991 , E.P Veltkamp, Ministerie van SZW, CDAZ, DA, april 1994
Lijst van gebruikte afkortingen
AB
Arbeidsbureau
ACW
Aanvullende Civieltechnische Werken
AMVB
Algemene maatregel van bestuur
Art
Artikel
BBA
Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen
CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CCBA
Centrale Commissie van Bijstand en Advies voor het Rijksarbeidsbureau
CHA
Centraal Historisch Archief
DAB
Districtsarbeidsbureau
DACW
Dienst Aanvullende Civieltechnische Werken
DBA
Districtsbureau voor de Arbeidsvoorziening
DUW
Rijksdienst voor de Uitvoering van Werken
EEG
Europese Economische Gemeenschap
EGKS
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
GAB
Gewestelijk Arbeidsbureau
HAW
Hoofdafdeling Aanvullende Werkgelegenheid
HBS
Hogere Burgerschool
HID
Hoofdinspecteur-Directeur
IAO
Internationale Arbeidsorganisatie
KAZ
Kabinets- en Administratieve Zaken (Centrale Afdeling)
KB
Koninklijk Besluit
MMS
Middelbare Meisjesschool
MULO
Meer Uitgebreid Lager Onderwijs
NVV
Nederlands Verbond van Vakverenigingen
OEEC
Organisation for European Economic Co-operation
OKW
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (Ministerie van)
RAB
Rijksarbeidsbureau
RAW
Rijksdienst voor de Aanvullende Werkgelegenheid
RPD
Rijks Psychologische Dienst
RWP
Rijkswerkplaats voor Vakontwikkeling
Regionale Werkplaats voor Vakopleiding (m.i.v. juli 1958)
Stb
Staatsblad
Stcrt
Staatscourant
VNG
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
WEU
West Europese Unie
Wnd
Waarnemend

Archiefbestanddelen