Terug naar zoekresultaten

3.19.26 Inventaris van het archief der heerlijkheid Hoogeveen in Delfland

De heerlijkheid Hoogeveen was een ambachtsheerlijkheid gelegen in de polder van Nootdorp. Het archief bevat documenten vanaf de 16e tot de 20e eeuw. Het bevat akten van verkoop-, belening-, diligentie-, en eedsaflegging. Verder kwitanties, rekeningen, ordonnanties, financiële rapporten, en stukken betreffende de tiendrechten.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.19.26
Inventaris van het archief der heerlijkheid Hoogeveen in Delfland

Auteur

G.H.C. Breesnee

Versie

15-12-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1938 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Heerlijkheid Hoogeveen (Delfland)
Heerlijkheid Hoogeveen

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1419-1863

Archiefbloknummer

35085

Omvang

; 226 inventarisnummer(s) 1,10 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken van vóór ca. 1700 zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de oud-Hollandse klerkencursief.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Heerlijkheid Hoogeveen

Samenvatting van de inhoud van het archief

De heerlijkheid Hoogeveen was een ambachtsheerlijkheid gelegen in de polder van Nootdorp. Het archief bevat documenten vanaf de 16e tot de 20e eeuw. Het bevat akten van verkoop-, belening-, diligentie-, en eedsaflegging. Verder kwitanties, rekeningen, ordonnanties, financiële rapporten, en stukken betreffende de tiendrechten.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De heerlijkheid Hoogeveen
De heerlijkheid Hoogeveen was een ambachtsheerlijkheid gelegen in den polder van Nootdorp. De heerlijkheid was een leen van de heeren van Polanen en van de Lek en de verleien zijn ons sedert 1427 de leenregisters van de graven van Nassau, op wie de rechten van de heeren van Polanen in het begin der 18e eeuw waren overgegaan, en uit de leenregisters, gehouden bij den Nassauschen Domeinraad, bekend. Aan de heerlijkheid grensden in den polder de heerlijkheid Nieuweveen, dat in het midden der 14e eeuw door de grafelijkheid was uitgegeven en de heerlijkheid Nootdorp, dat - na langen tijd in 's-Graven boezem te zijn verbleven - in 1724 door de Staten van Holland was uitgegeven. De drie plaatsen vormden in kerkelijk opzicht één geheel n.l. de parochie, later de Nederd. Herv. gemeente Nootdorp.
De belangrijkste van de drie plaatsen was Nootdorp. Hier stond de kerk en hier bevond zich ook de school. De heeren van Hoogeveen blijken daarom evenals de heeren van Nieuweveen de gewoonte te hebben gehad de functies van schout en secretaris van hun ambacht aan de schout en secretaris van Nootdorp op te dragen. Beide ambachtsheeren gebruikten het "rechthuus" van Nootdorp - een herberg in deze plaat als rechthuis voor hun ambachten ( Zie Inv.no. 160. ) . Onder de rechten van de ambachtsheeren van Hoogeveen behoorde blijkens een aanteekening van den heer van omstreeks 1767 ( Zie Inv.no. 41 (vóór in de blaffaard). ) , het recht jaarlijks - met de heeren van Nootdorp en Nieuweveen - een kerkmeester aan te stellen. Ook het beheer van de kerke- en armengoederen van Nootdorp stond in dezen tijd voor een derde deel aan den heer van Hoogeveen. Omstreeks 1759 blijkt deze verder den koster - tevens schoolmeester - in overleg met de beide andere ambachtsheeren aan te stellen (zie acte van aanstelling van dit jaar). Onder de inkomsten van de heerlijkheid Hoogeveen worden in de leenacten genoemd "de erfhuren van de veenen, vergangen, wegen, wateringen en ander toebehooren". Hoewel niet uitdrukkelijk genoemd, moet hieronder ook gerekend worden het recht van landgift, zooals uit de hierna beschreven archieven blijkt ( Zie Inv.no. 68 e.v. en Inv.no. 122. ) . Evenals in de naburige heerlijheden Pijnakker, Ruiven, Berkel en Hof van Delft ( Zie Dr. I.H. Gosses: Welgeborenen en huislieden, pag. 147. ) bestond in de heerlijkheid Hoogeveen het weinig voorkomende recht, dat de eigendom van alle in de heerlijkheid gelegen landerijen bij verkoop of versterf niet over kon gaan dan door de gift van den ambachtsheer als giftheer of diens plaatsvervanger. In Hoogeveen was dit de schout, die in deze functie landgifter werd genoemd; de nieuwe eigenaar van het land betaalde hiervoor een recognitie, terwijl de gewone acte van transport vereischt bleef. In een acte van commissie voor den schout d.d. 1782 ( Zie Inv.no. 110 ) wordt de landgift nog nadrukkelijk vermeld, zoodat dit recht blijkbaar tot het begin der 19e eeuw bestaan heeft. De heeren van Hoogeveen hebben verder het recht van collatie van een vicarie op het St. Jansaltaar in de St. Laurenskerk te Rotterdam gehad ( Zie Inv.no. 41 en 174 ) . Dit recht heeft Gerrit Melisz. van Hoogeveen, pensionaris Van Leiden, die de heerlijkheid in het jaar 1566 kocht, reeds bezeten. Hij was een zoon van Amelis van Hoogeveen, één der burgemeesters van Rotterdam, waardoor de herkomst van dit collatierecht verklaarbaar is. Het recht wordt in de archiefstukken een dependentie van de heerlijkheid Hoogeveen genoemd. Uit de lijst van de heeren van Hoogeveen, welke wij met behulp van de in Inv.no. 23 beschreven lijst van beleeningsacten en met behulp van de leenregisters van de Lek en Polanen ( Zie het door mej. Dr. S.W.A. Drossaers gemaakte Repertorium op de vier oudste leenregisters van de Lek en Polanen, loopende tot het jaar 1576. ) hebben samengesteld en aan dezen inventaris toegevoegd, blijkt o.a., dat de heerlijkheid van het 1566 tot 1669 in het bezit is geweest van het geslacht van Hoogeveen en van het jaar 1669 tot 1801 van het geslacht Van der Meer ( Zie Mr. dr. J.C. Overvoorde: Catalogus der bibliotheek van Leiden no. 1497, over het geslacht Van der Meer. Zie ook de Nederlandsche heraut, jg. VII, pag. 218. ) , welke beide familie's vele leden van de magistraat van Leiden hebben voortgebracht.
Een van de bekendste van hen was de reeds genoemde pensionaris Gerrit Amelisz. van Hoogeveen, die bij resolutie der Staten van Holland d.d. 3 Januari 1575 aangewezen werd als één der drie gecommitteerden tot stichting der Universiteit, van welke hij curator werd. Door het huwelijk van zijn nakomelinge Eva van Hoogeveen met Herman van der Meer, later burgemeester van Leiden en Gecommitteerde raad der Staten van Holland, is de heerlijkheid Hoogeveen in het jaar 1669 aan het geslacht Van der Meer gekomen. Deze familie heeft de heerlijkheid tot den dood in 180l van Jacob van der Meer, baljuw van Oegstgeest en Poelgeest behouden.
In de 19e eeuw is de heerlijkheid eenige malen verkocht o.a. in 1840 aan Pieter Johannes van der Colff, secretaris van Delft, die de heerlijkheid tot 1884 bezeten heeft. Deze heer van Hoogeveen heeft den in Inv.no. 208 beschreven ouden inventaris van het archief opnieuw bijgewerkt, terwijl ook vele aanteekeningen van zijn hand bewaard zijn.
Lijst van heeren van Hoogeveen.
Hendrik van de Lek, heer van Heeswijk, soon van Jan II van Polanen. Hij overleed in 1427.
Johanna, vrouwe van Heeswijk, echtgenoote van Jan van Cuyck, heer van Hoogstraten. Zij overleed in 1454.
Heynrick van Nyevelt, door overgift van de voorgaande. (Henrick van Zuelen en van Nijevelt, baljuw van Delfland (zie charter dd. 22 Oct. 1439, geerl kantoor van Delft, Doos Rijnland)
Arent Thou Henrixsz. te Delft door overgift op 13 October 1469 van den voorgaande.
Heynrick Thou Arentsz. op 31 December 1505 bij doode van den voorgaande, zijn vader.
Dirc Thou Arentsz. op 22 Januari 1507 bij doode van Arent Thou Henrixsz., Zijn vader.
Geryt Dirycx de Harst op 6 October 1532 door overgift van den voorgaande.
Weyntge Gerritsdr. de Harst op 23 Augustus 1558 bij doode van den voorgaande, haar vader. Zij woonde in Delft.
Gerrit Melisz. van Hoogeveen op 16 Juli 1566 door koop van de voorgaande. Hij was een zoon van Amelis van Hoogeveen, burgemeester van Rotterdam en was zelf pensionaris van Leiden (sinds 1564) en curator van de Universiteit.
Aelbrecht Gerritsz. van Hoogeveen te Leiden op 11 October 1581 bij doode van den voorgaande, zijn vader.
Gerrit Aelbrechtsz. van Hoogeveen te Leiden op 28 December 160l bij doode van den voorgaande, zijn vader. Hij was op dit tijdstip nog onmondig.
Benjamin van Halewijn, heer van Nieuweveen, op... Februari 1643 door koop van den voorgaande.
Cornelia van Hoogeveen te Leiden op 26 September 1648 door overgifts (ten gevolge van naasting) van Gerrit Aelbrechtsz., doctor medicine, haar broeder.
Gerrit Aelbrechtsz. van Hoogeveen te Leiden op 12 Juni 1645 bij doode van de voorgaande, zijn zuster.
François van Hoogeveen te Leiden, advocast bij het Hof van Holland, op 18 Februari 1666 bij doode van den voorgaande, zijn vader.
Herman van der Meer, burgemeester te Leiden, Gecommitteerde Raad van de Staten van Holland, echtgenoot van Eva van Hoogeveen, op 15 Augustus 1668 door overgift (tengevolge van naasting) van den voorgaande.
Nicolaas van der Meer, lid van de vroedschap te Leiden op 20 December 1679 bij doode von den voorgaande, zijn vader.
Cornelis van der Meer, lid van de veertig te Leiden, op 23 Mei 1702 bij doode van den voorgaande, zijn broeder.
Jacob van der Meer, burgemeester te Leiden op 5 Mei 1721 bij doode van zijn beide ooms Cornelis en Johan Huybert van der Meer, zeer kort na elkàar in 1721 overleden. Deze Jacob van der Meer kocht de buitenplaats "Meerwijck".
Jacob Jacobsz. van der Meer, raad en vroedschap te Leiden, op 23 December 1755 bij doode van den voorgaande, zijn vader.
Jacob van der Meer te Leiden op 20 Mei 1796 bij doode van den voorgaande, zijn vader. Hij was baljuw van Oegstgeest en Poelgeest.
Pieter Frederik van Kuffeler, vrederechter te Gouds, op 14 Augustus 1804 door koop van de executeurs-testamentair van de nalatenschap van Jacob van der Meer, zijn zwager, die in het jaar 1801 overleden was.
Pieter Johannes van der Colff, secretaris van Delft, in 1840 door koop van de erfgenamen van den voorgaande.
Johanna Cornelia van der Colff, echtgenoote van Daniël Arinus Marinus Pronk te Utrecht, in 1884 bij doode van den voorgaande, haar vader.
Arie Pronk van Hoogeveen te de Bilt in 1933 bij doode van de voorgaande, zijn moeder.
Daaraan dient te worden toegevoegd: uit 1986 E 590
"Daniël Johannes Pronk van Hoogeveen te Batavia bij doode van de voorgaande, zijn vader".
Blijkens een advertentie in NRC/Handelsblad van 14 april 1986 is Daniël Johannes Pronk van Hoogeveen op 13 april 1986 te Alicante overleden.
Zijn oudste zoon is Wouter Bernard Pronk van Hoogeveen, geb. Singaradja 5 december 1933, wonende Gravin Sabinastraat 51, 3284 AN Zuid Beijerland.
De geschiedenis van deze tak van het geslacht Pronk is opgenomen in Pronk-Stukken, het jaarboek van onze stichting, nr 13/14 (december 1983).
Wij meenden er goed aan te doen u van een en ander op de hoogte te brengen.
Inmiddels verblijven wij met de meeste hoogachting,
Drs. S. E. Pronk Czn voorzitter S. F. P.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Door den toenmalige bezitter van de heerlijkheid, den heer D.J. Pronk van Hoogeveen te de Bilt, is het archief van de heerlijkheid in October 1937 aan het Algemeen Rijksarchief in bewaring gegeven. ( V.R.O.A X (1937) p 26 sub XV. )
Het archief is voor langere tijd in beheer, niet in eigendom verkregen.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
In het archief van de heerlijkheid Hoogeveen bevinden zich stukken, die waarschijnlijk tot de archieven van de andere ambachtsheeren behoord hebben. Practisch zijn deze echter niet meer af te scheiden.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Heerlijkheid Hoogeveen (Delfland), nummer toegang 3.19.26, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Heerlijkheid Hoogeveen, 3.19.26, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
In de op het Algemeen Rijksarchief berustende collectie Doop- en Trouwboeken van Zuid-Holland, dateerende van vóór het jaar 1811, bevindt zich een register getiteld: "Gift- en trouwboek van Hoogeveen". Behalve acten van ondertrouw en trouw bevinden zich hierin veel acten van gift van land over de jaren 1657 tot 1673.

Archiefbestanddelen