Terug naar zoekresultaten

2.12.29 Inventaris van het archief van de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten, ook als hoofd van de Ve afdeling van het ministerie van Defensie, vanaf 27 juli 1941 tevens minister van Marine, vanaf 23 juni 1945 minister van Marine en Scheepvaart

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.12.29
Inventaris van het archief van de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten, ook als hoofd van de Ve afdeling van het ministerie van Defensie, vanaf 27 juli 1941 tevens minister van Marine, vanaf 23 juni 1945 minister van Marine en Scheepvaart

Auteur

H.E.M. Mettes, J.M.M. Cuijpers

Versie

27-03-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1998 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Marine: Bevelhebber der Zeestrijdkrachten, vanaf 1941 tevens minister van Marine, vanaf 1945 minister van Marine en Scheepvaart, te Londen
Marine / Londens archief

Periodisering

archiefvorming: 1940-1945
oudste stuk - jongste stuk: 1940-1950

Archiefbloknummer

D27520

Omvang

; 445 inventarisnummer(s) 34,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Bevelhebber der Nederlandse Zee- en Marineluchtstrijdkrachten Ministerie van Defensie, Ve afdeling, Zeemacht Ministerie van Marine Ministerie van Marine en Scheepvaart

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief is ontsloten door klappers en indices. Het bevat stukken over de Nederlandse schepen die naar Engeland waren uitgeweken en de integratie van deze schepen in de Britse marineorganisatie, gegevens over het personeel (onderscheidingen, decoraties, onderzoek naar politieke gezindheid, gesneuvelden, vermisten en geïnterneerden), gegevens over afzonderlijke schepen (onderhoud, krijgsverrichtingen, verliezen), stukken van het Bureau Koopvaardijzaken (konvooien, bewapening van koopvaardijschepen en beveiliging), het oorlogsdagboek van het marinehoofdkwartier in Londen (1940-1945), financiële stukken, inlichtingenrapporten over bezet Nederland en Nederlands-Indië, plannen voor de bouw van nieuwe schepen en vliegtuigen, plannen voor de wederopbouw van havens en bases in Nederland en Nederlands-Indië, enkele stukken over de naoorlogse grensregeling in de Eems-Dollard en stukken over de militaire samenwerking met Groot-Brittannië en de Verenigde Staten op basis van de Singapore Overeenkomst (1940-1941).

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Nadat vice-admiraal J.T. Furstner op 14 mei 1940 zijn functie als chef marinestaf had overgedragen aan schout bij nacht F.J. Heeris, vertrok hij via Duinkerken naar Londen. Op 17 mei ving de Nederlandse marinestaf zijn werkzaamheden te Londen aan in Hereford House, waar de top van de Nederlandse marine tot 1 september 1945 bleef gehuisvest. In het Koninklijk Besluit van 19 mei 1940, nr. 2 werd bepaald, dat Furstner werd benoemd tot bevelhebber der Nederlandse zee- en marineluchtstrijdkrachten (BdZ), welke zich in geallieerd gebied bevonden. Hij werd gemachtigd namens de regering te onderhandelen met geallieerde bevelhebbers en maatregelen te treffen om tot de benodigde samenwerking met de bondgenoten te komen.
Al tijdens de overtocht vanuit Nederland naar Engeland werd door de leiding van de marine de taakverdeling van de staf vastgesteld. Kapitein-luitenant ter zee W. Harmsen kreeg de leiding over de afdeling personeel, kapitein ter zee P.J. Feteris ( Vanaf 28 december 1945 schout bij nacht; vanaf 1 juli 1945 vervulde hij deze functie weer te 's-Gravenhage. ) werd hoofd van de afdeling materieel en en kapitein-luitenant ter zee jhr. W. Boreel zou chef van de staf worden. De marinestaf heeft in Engeland geen operationele taken vervuld. De operationele leiding over schepen en vliegtuigen lag bij de Engelse Royal Navy.
Wat restte waren administratieve en organisatorische taken en het verzamelen van historische gegevens inzake de meidagen 1940, dit ter compensatie van de vernietiging van vele militaire archieven. Verder diende de vloot in gevechtsklare toestand gehouden te worden.Alhoewel formeel gezien Furstner - hij was hoofd van de Ve afdeling, zeemacht, van het ministerie van Defensie - ondergeschikt was aan de minister van Defensie, had A.Q.H. Dijxhoorn vanaf 19 mei 1940 weinig praktische invloed op het reilen en zeilen bij de marine.
Op 21 juni 1940 ( Zeer geheim archief nr. 19. ) stelde de chef Marinestaf, kapitein luitenant ter zee jhr. W. Boreel een memorandum op betreffende de organisatie van de Nederlandsche zeestrijdkrachten die op dat moment in Engeland verbleven. In bijlage 1 werd in een organigram een overzicht gegeven inzake de opbouw van het marinehoofdkwartier op dat moment. De BdZ had de beschikking over een adjudant, tevens secretaris van het kabinet van de BdZ in de persoon van J.J. van Houten. Chef-staf was kapitein-luitenant ter zee jhr W. Boreel. Onder zijn bevel stonden de afdelingen inlichtingen, operatiën, organisatie en verbindingsdienst. "Instandhouding chef" was kapitein ter zee P.J. Feteris. Hij gaf leiding aan de bureaus materieel (bestaande uit de bureaus 1) artillerie, 2) torpedo, 3) vliegdienst, 4) mijnen, 5) afbouw, 6) hulpschepen, 7) stoomwezen en 8) accubatterijen) en personeel (bestaande uit de bureaus 1) personeelsvoorzieningen van alle vaar- en vliegtuigen: opleidingen, 2) betaling, voeding en kleding en 3) particuliere en andere belangen: juridische zaken).
Uiteindelijk werd de feitelijke situatie op 27 juli 1941 geformaliseerd door de splitsing van het ministerie van Defensie in Oorlog en Marine. Furstner bekleedde voortaan naast het bevelhebbersschap der zeestrijdkrachten ook de positie van minister van Marine. Het marinehoofdkwartier ging nu functioneren als ministerie. Aan de organisatie zelf veranderde weinig.
Officier van administratie der 1e klasse J.J. van Houten, voormalig kabinetschef en secretaris van minister Dijxhoorn, ging als zodanig optreden voor Furstner.
Boreel werd op 16 oktober 1941 in zijn functie opgevolgd door kapitein ter zee J.W. Termijtelen. ( Vanaf 1 september 1943 schout bij nacht, vanaf 1 september 1944 vice-admiraal. Termijtelen werd tevens benoemd tot commandant der marine in het Verenigd Koninkrijk en later directeur Luchtstrijdkrachten. ) Feitelijk was Termijtelen secretaris-generaal van het ministerie. Op 23 februari 1945 werd Furstner als minister van Marine opgevolgd door J.M. de Booy, die naast de Marine ook Scheepvaart in zijn portefeuille ( Zie o.a. PEC, deel 5, 245. Zie ook ) L. de Jong, Het koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. (14 dln; 's-Gravenhage 1995) IX, 1340. kreeg en aldus tot minister van Marine en Scheepvaart werd benoemd. Furstner bleef wel bevelhebber der zeestrijdkrachten.
Geschiedenis van het archiefbeheer
In 1951 werd het onderhavige archief overgeplaatst van de afdeling secretarie, indices en archieven naar de historische sectie van het ministerie van Marine. Alhoewel het hier in beginsel een tijdelijke terbeschikkingstelling betrof, heeft deze sectie uiteindelijk tot 1990 het beheer over dit archief gevoerd. ( CAD, archief ministerie van Marine, dossier nr. S 385606. )
Op 4 oktober 1990 werden door de afdeling Maritieme Historie van de marinestaf 243 archiefdozen overgedragen aan het Centraal Archievendepot van het Ministerie van Defensie (voortaan: CAD).
Het betrof hier het Zeer Geheime en Geheime archief over de periode 1940-1949.
Begin 1995 hebben medewerkers van het CAD bij het Instituut voor Maritieme Historie onderzoek gedaan naar de aanwezigheid bij dit instituut van archiefbescheiden in de zin van de Archiefwet 1995. Daarbij zijn onder meer drie strekkende meter archiefbescheiden, behorende tot het archief van het ministerie van Marine te Londen aangetroffen, die volgens het bestemmingsbeginsel weer moesten worden teruggebracht naar het hoofdbestanddeel van het betreffende archief.
Na afronding van de ordening, beschrijving en materiële verzorging van het archief werd in januari 1998 bij de inventarisatie van het archief van de bevelhebber der strijdkrachten in het oosten circa 11 meter afgedwaalde telegrammen aangetroffen die bij nadere beschouwing bleken te behoren tot het hier onderhavige archief. Dit kon worden afgeleid uit raadpleging van de agenda's welke reeds waren beschreven onder de inventarisnummers 10-27.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief bestaat uit een aantal archiefdelen. De afdelingen bestonden weer uit de rubrieken algemeen en geheim, waarin weer series per jaar werden gevormd.
Binnen de afdeling zeer geheim werden ook series per jaar gevormd.
Binnen de rubrieken algemeen en geheim werden de stukken per jaar en op nummer uit de hoofdenlijst opgelegd. In de meeste gevallen werden de stukken met hetzelfde nummer uit de hoofdenlijst in één omslag gedaan. Er werden dus dossiers op onderwerp gevormd.
Ook hier werden éénjaarblokken gevormd. De archiefbescheiden werden gerangschikt naar registratienummer in het archief opgelegd.
Bij de afdeling Inlichtingen en Plannen werden per rubriek dossiers gevormd. Deze orde is in een gedeelte van het archief aangetroffen. De rest is ongeordend.
Selectie en vernietiging De Lijst van te vernietigen archiefbescheiden van het ministerie van defensie (vastgesteld 1987) werd gehanteerd bij de selectiewerkzaamheden. In totaal werd 15,48 meter archief vernietigd.
  • Vernietigbaar:
    • In het algemeen: routinematige stukken, veelal betreffende individuele personen/functionarissen
    • Ontvangstbevestigingen
    • Ter kennisneming ontvangen stukken welke niet hebben geleid tot het ontstaan van een zaak
    • Stukken betreffende detachering, soldij/onderstand/toelages, reisorders, uitzending, overplaatsing, demobilisatie, toekenning van een brevet, bevordering, verlof
    • Strafoplegging en ontslag, echter niet in geval van desertie, oorlogsmisdrijven of andere ernstige gevallen
    • Extracten uit conduiteboekjes
    • Verzoeken tot toestemming huwelijk
    • Uitslagen geneeskundig onderzoek
    • Verzoeken van personeel
    • Toestemming tot het dragen van (buitenlandse) onderscheidingen, onderscheidingstekens
    • Dubbelen en afschriften, behalve indien het dubbele stuk aantekeningen bevat welke ontbreken op of afwijken van het origineel
  • Bewaren:
    • In het algemeen: stukken die een algemene werking hebben dan wel een samenvatting van gegevens bevatten
    • Overgave en overname commando
    • (Ontwerp) reglementen, instructies, regelingen die een algemene werking hadden
    • Uniforming
    • Week, maandrapporten, - verslagen
    • Staten houdende opgave van personeel
    • Tijdstippen van aankomst in Nederland en vertrek vanuit Nederlands Oost Indie/Nederlands West Indië
    • Stukken betreffende de instelling en/of opheffing van commissie/onderdelen/functies
  • N.B. deze lijst is niet uitputtend, maar geeft een indicatie van selectiecriteria.
  • N.B. Bewaard blijven de stukken betreffende instelling onderscheidingen, regelgeving en richtlijnen voor de toekenning, alsmede de voordrachten voor voornoemde onderscheidingen.
  • Vernietigbaar:
    • Dubbelen
    • Ontvangstbevestigingen
    • Aanbiedingsbrieven, waarvan aangeboden stuk(ken) ontbreken
    • Ter kennisgeving toegezonden stukken of afschriften daarvan, welke niet geleid hebben tot een zaak
    • Stukken betreffende toekenning van Koninklijke en militaire onderscheidingen
  • Bewaren:
    • In het algemeen: stukken die een algemene werking hebben, dan wel een samenvatting van gegevens bevatten
    • Overgave en overname van commandoRegistratiekaarten en andere inschrijfmiddelen
    • Naamgeving van schepen
    • (Ontwerp) reglementen, instructies, regelingen e.d., die een algemene werking hebben
    • Stukken betreffende voordrachten voor Koninklijke en militaire onderscheidingen
    • Dag-, week- en maandrapporten/-verslagen. o.a. rapporten van verrichtingen, reisverslagen
    • Lijsten met opgave van personeel aan boord van schepen, de zogenaamde bemanningslijsten
    • Stukken betreffende instelling van commissies, onderdelen en functies, alsmede de opheffing daarvan.
Verantwoording van de bewerking
Bewerking van het Archief
De bewerking van het betreffende archief kwam als volgt tot stand:
  • het terugbrengen van afgedwaalde archiefstukken, afkomstig van het Instituut voor Maritieme Historie, naar het archiefdeel waar deze naar hun aard oor spronkelijk bestemd waren;
  • selectie in te bewaren en te vernietigen archiefbescheiden van het archief, met name de archiefbestanddelen personeel en financiën. Voor de criteria die hierbij werden toegepast op het archiefdeel personeel, zie hoofdstuk 6, de Lijst vernietigbare en te bewaren bescheiden P-archiefdeel op pagina 33. Ook voor het archiefdeel van de marinestaf werd zo'n lijst gemaakt. (Zie hoofdstuk 7.) De oude orde werd zover mogelijk hersteld, met name de ordening van de stukken op registratienummer. Bij een groot deel van het archief was de oude orde danig verstoord:
  • het samenstellen van een beschrijvende inventaris. Aangezien de oude orde vrij eenvoudig was te herstellen en omdat de oorspronkelijke toegangen in de vorm van agenda's maar vooral middels indexen, inhoudsopgaven en hoofdenlijst een voldoende toegang bieden, is er voor gekozen de series door verzamelbeschrijvingen te ontsluiten. De ordening geschiedde op basis van een archiefschema, vastgesteld in het archiefbewerkingsplan. De inleiding werd eveneens gebaseerd op dit archiefbewerkingsplan;
  • het voor zover nodig reconstrueren van de hoofdenlijst;
  • het verzorgen van de materiële toestand van het onderhavige archief volgens de Normen goede en geordende staat. Voor wat betreft het al dan niet verwijderen van nietjes en andere metaalwaren werden afspraken gemaakt met de afdeling Archiefconservering van het Algemeen Rijksarchief.
  • het ompakken in zuurvrije omslagen en archiefdozen, alsmede het etiketteren van de omslagen en de archiefdozen.
In het archiefdeel marinestaf zeer geheim zijn 2 dozen gevoegd, welke in 1995 door het instituut voor Maritieme Historie aan het CAD zijn overgedragen. Daarnaast zijn in de serie S-nummers geheim 9 dozen aangetroffen met de classificatie zeer geheim. Deze archiefbescheiden zijn opnieuw teruggeplaatst in de serie zeer geheim. De serie marinestaf algemeen archief was ontsloten door een Inventaris gewoon archief Londen, 1940-1945 (gevoegd bij inv.nr. 1). Deze is echter niet volledig, want alleen de voornaamste stukken per bundel zijn hierin "beschreven". In de serie marinestaf komen zowel stukken voor met een lettercode S- als met Staf. Zo kan het gebeuren dat een rubriek uit de hoofdenlijst 206 in het jaar 1944 tweemaal voorkomt, namelijk als S 260/1/1 G (1944) en als Staf 260/1/1 G (1944). Er werden ook twee series inhoudsopgaven aangetroffen, met S en met stafnummers. De stukken zelf werden bij het begin van de inventarisatiewerkzaamheden echter vermengd aangetroffen. Er viel niet meer te achterhalen wat het verschil tussen de twee signaturen was. De bestaande situatie - vermenging van S en staf signatuur is bij de inventarisatie gehandhaafd.
Het archiefgedeelte kabinet was geordend op jaar en daarbinnen op registratienummer. Deze orde is in de onderhavige inventaris gehandhaafd. Daarnaast werd een omslag met archiefbescheiden aangetroffen welke voorzien is van de classificatie geheim.
Van het bureau koopvaardijzaken werd 10 centimeter archiefbescheiden vernietigd: met name stukken betreffende examens voor stuurlieden en scheepswerktuigkundigen en de samenstelling van de commissie die deze examens afneemt, alsmede stukken betreffende de zogenaamde oerlikon- en rakettencursussen voor koopvaardij-opvarenden.
In het archiefdeel Algemene zaken, algemeen (inv. nr. 160) werden een aantal archiefstukken aangetroffen uit 1946 en 1948. Het archiefdeel Landmacht algemeen (inv. nr. 284) bevat archiefbescheiden uit 1946. Deze stukken werden gericht aan of ondertekend door de commandant der Marine Londen. Het betreft hier afwikkelingszaken. Het ministerie van Marine werd medio 1945 vanuit Londen terug overgeplaatst naar Den Haag. De lopende zaken en de afwikkeling werden waarschijnlijk overgenomen door de commandant der marine Londen, later door de marineattaché Londen.
De archiefbescheiden ontvangen en opgemaakt door kapitein-luitenant ter zee M. Schoo als marinecommandant en districtshavencommandant te Delfzijl werden aangetroffen in het archiefdeel inlichtingen en plannen en hiervan afgescheiden als gedeponeerd archief.
De stukken betreffende gewond, gesneuveld, vermist en geïnterneerd marinepersoneel welke zijn gerubriceerd onder de afdeling bureau nalatenschappen bevatten bescheiden, oorspronkelijk opgemaakt of ontvangen bij diverse afdelingen van het ministerie van Marine te Londen welke later bij hetzelfde ministerie te Den Haag als retroacta zijn gebruikt bij de financiële afhandeling van deze tragische gebeurtenissen alsmede bij het opmaken van staten en overzichten. Alhoewel formeel gezien deze stukken behoren tot het archief van het ministerie van Marine te Den Haag na 1946 (de stukken zijn daar ontvangen en opgemaakt, de retroacta zijn daar bijgevoegd) is besloten de stukken in deze inventaris op te nemen. Onderzoekers geïnteresseerd in de lotgevallen zoals het hier betreft zullen namelijk eerder geneigd zijn deze inventaris en dit archief te raadplegen dan het archief van het ministerie van Marine vanaf 1946. In laatstgenoemd archief zou het gevaar kunnen bestaan dat dit relatief kleine, maar belangrijke archiefdeel zou "ondersneeuwen".
Aanvullingen in de toekomst
Aangezien niet kan worden uitgesloten dat in de toekomst her en der nog meer afgedwaalde archiefdelen (zoals de 11 meter telegrammen die in 1998 elders werden aangetroffen) opduiken, is er voor gekozen deze te plaatsen in een afdeling Aanvullingen. De agenda's onder voornoemde inventarisnummer geven ten dele een toegang op de telegrammen beschreven onder inventarisnummers 308-443.
De telegrammen bevinden zich in slechte materiële staat en de ordening en toegankelijkheid was minimaal. Getracht is oude seriële verbanden waar mogelijk en zo deze te onderkennen waren te herstellen.
Bij de selectie van het archief van de marine-attaché te Londen vanaf 1945 werden verscheidene stukken aangetroffen met daarop het inboekingsstempel van het ministerie van Marine danwel de commandant der marine te Londen. De stukken uit 1945 zijn teruggeplaatst in onderhavig archief. Het betreft hier in totaal ongeveer 10 centimeter archiefbescheiden.
Ordening van het archief
1 Postregistratie en archiefvorming
1.1 Postregistratie
1.1.1 Algemeen en geheim
Er werd gebruik gemaakt van een zogenaamde hoofdenlijst. Dit is een registratuurplan met rubrieken (onderwerpen). Iedere rubriek heeft een nummer. De hoofdenlijst welke in gebruik was bij het ministerie van Marine te Londen is opgenomen in deze inventaris als bijlage.
De afdelingen van het ministerie werden aangeduid met een letterkenmerk:
  • S/Staf = Marinestaf
  • A/C = Acquisitieadministratie/afd. Comptabiliteit
  • Adm = Administratie
  • AZ = Algemene Zaken
  • IP = Inlichtingen en Plannen
  • K/Kab = Kabinet
  • M/D = Materieel (de stukken voorzien van de letter D hebben vooral betrekking op technische gegevens - o.m. technische tekeningen - van materieel)
  • Marvo = Marinevoorlichting
  • MVA = Marinevrouwenafdeling
  • P/Pers = Personeel
Daarnaast werden stukken, welke betrekking hadden op landmachtaangelegenheden voorzien van de letteraanduiding "L".
Iedere rubriek uit de hoofdenlijst kreeg een aparte kaart in het kaartsysteem. Per rubriek werden nog aparte kaarten per onderwerp/zaak gebruikt.
De stukken, die door een afdeling in behandeling werden genomen, werden op afzonderlijke kaarten geregistreerd. Iedere afdeling had zijn eigen registratiekaarten. Na afloop van het jaar werden de kaarten "afgesloten".
Daarnaast werd door de administratie (?) per jaar een register bijgehouden, waarin de stukken alfabetisch werden ingeschreven, met onder meer vermelding van de afdeling, registratienummer en de afdoening. Deze werden als naam- en trefwoordenindex gebruikt om snel toegang tot de archiefbescheiden te verkrijgen.
Een combinatie van het nummer uit de hoofdenlijst en de letteraanduiding leidde tot een (uniek) registratienummer, bijv. S 205/2/1G.
Verklaring van het registratienummer:
  • S = letteraanduiding van de Marinestaf
  • 205 = rubriek uit hoofdenlijst, in dit geval rapporten van verrichtingen
  • 2 = kaartnummer
  • 1 = volgnummer stuk op de kaart
  • G = classificatie Geheim (bij de stukken van algemene aard werd geen classificatieaanduiding vermeld).
1.1.2 Zeer geheim
De stukken van zeer geheime aard kregen een eigen registratienummer, dat als volgt was opgebouwd: x/y ZG19zz. Positie x geeft hier het volgnummer per zaak aan, positie y het stuknummer van een zaak, de aanduiding ZG staat voor zeer geheim en zz geeft het betreffende jaar aan. 2/1ZG 1943 is dus te als volgt te lezen: het 1e ingekomen of uitgaande stuk in de 2e zeer geheim gerubriceerde zaak van 1943.
1.1.3 Afdeling Inlichtingen en Plannen
De afdeling Inlichtingen en Plannen had een enigszins afwijkende systematiek. Toch maakte ook deze afdeling gebruik van een hoofdenlijst. De onderwerpen/rubrieken werden aangeduid in Romeinse cijfers. De stukken betreffende inlichtingen kregen naast de rubrieksaanduiding nog de letteraanduiding "a", bijv. Ia. De stukken werden op datum van binnenkomst per rubriek ingeschreven en kregen een volgnummer.
HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKERS
  • Weliswaar is een deel van de archiefstukken op reguliere wijze vernietigd, toch is niet alle informatie die deze bescheiden hebben bevat verloren gegaan. Deze gegevens zijn in gecomprimeerde vorm nog te reconstrueren vanuit de agenda's en indices.
  • Het archief is opgebouwd uit vele afdelingen die hun archieven in een algemeen en geheim en soms een zeer geheim archief opbouwden.
  1. Bepaal het jaar/ de jaren waarover u onderzoek naar een bepaald persoon wilt doen.
  2. Zoek de naamklapper(s) over dat jaar in de inventaris. (Inv. nrs. 30-32, 36-44.)
  3. Vraag de gewenste klapper(s) aan in de studiezaal.
  4. Zoek in de klapper bij de beginletter naar de betreffende naam: let op dat de namen niet alfabetisch gerangschikt zijn volgens de ABC-regel. U moet dus voor elke naam de gehele letter doorzoeken op een mogelijke treffer.
  5. Treft u een naam aan die u zoekt, noteer dan het nr. dat vermeldt staat. Let op: een groot deel van de persoonsgebonden archiefbescheiden zijn vernietigd! De kans dat het betreffende archiefstuk dus nog daadwerkelijk aanwezig is, is vrij klein. Zie ook de Lijst van vernietigbare en te bewaren bescheiden P/archief elders in dit document.
  6. Met de gegevens uit stap 5 kunt u dit daadwerkelijk controleren.
  • Aangezien de oorspronkelijk ordening een snelle en trefzekere toegang tot het betreffende archief mogelijk maakt, en omdat de oude ordening goed bewaard is gebleven, is de vervaardiging van een van nadere toegangen en specificaties achterwege gelaten.
    • Bepaal aan de hand van de hoofdenlijst (zie bijlage) onder welk hoofd het onderwerp van uw onderzoek valt danwel zou kunnen vallen. Noteer de hoofden die uw interesse hebben.
    • Doet u onderzoek in het zeer geheim of geheim archiefdeel marinestaf of het koopvaardijgedeelte: zoek via de inventaris betreffende de inhoudsopgave in de vorm van een kaartsysteem. Hierin vindt u de verwijzing naar de desbetreffende bescheiden. Soms wordt op deze kaarten -onder het kopje verwijzingen- ook verwezen naar andere archiefbescheiden die betrekking hebben op het onderhavige onderwerp!
    • Indien u in de hoofdenlijst niet het onderwerp van uw interesse aantreft, raadpleeg dan de klappers. Mogelijk dat deze een verwijzing oplevert naar een stuk of bescheiden die uw interesse heeft.
  • U zoekt een verslag van een actie van Hr Ms onderzeeboot K 14. In de hoofdenlijst vindt u onder nr. 207 van de Marinestaf: operaties onderzeeboten. Vervolgens geeft de geheime onderwerpindex staf 207 onder zending 2/1 t/m 2/3 patrouillerapporten. Had u de weg bewandeld via de klapper; onder de K vindt u onder Cdt K 14 rapport actie ook een verwijzing, terwijl ook bij de O onder onderzeedienst SODS een verwijzing wordt gevonden; beide verwijzen naar 207.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Marine: Bevelhebber der Zeestrijdkrachten, vanaf 1941 tevens minister van Marine, vanaf 1945 minister van Marine en Scheepvaart, te Londen, nummer toegang 2.12.29, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Marine / Londens archief, 2.12.29, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
  • Het persoonlijk archief van luitenant-admiraal J. Th. Furstner;
  • de archieven van het ministerie van Defensie te Londen, vanaf 21 augustus 1941 ministerie van Oorlog te Londen, voortgezet vanaf 20 juni 1945 tot 25 april 1947 als bureau Londen departement van Oorlog en de afwikkeling daarvan, alsmede onder de verantwoordelijkheid van de minister van Defensie/Oorlog te Londen vallende instanties en de afwikkeling daarvan en de daarbij gedeponeerde archieven;
  • andere archieven welke zullen verschijnen in de reeks marine-archieven 1940-1945;
  • het archief van de marine-attaché te Londen vanaf 1945 voor met name afwikkelingszaken.
  • 2.12.28 Inventaris van het archief van de commandant der Marine te Falmouth, 1940
  • 2.12.29 Inventaris van de archieven van de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten, ook als hoofd van de Ve afdeling van het ministerie van Defensie, vanaf 27 juli 1941 tevens minister van Marine, vanaf 23 juni 1945 minister van Marine en Scheepvaart, allen te Londen, en de afwikkeling daarvan, 1940-1945 (1946-1950);
  • 2.12.46 Inventaris van het persoonlijk archief van luitenant-admiraal J. Th. Furstner, 1932-1968;
  • 2.12.37 Inventaris van het archief van de bevelhebber der strijdkrachten in het oosten, 1942-1946;
  • 2.12.44 Inventaris van het persoonlijk archief van luitenant-admiraal C.E.L. Helfrich, 1940-1962;
  • 2.12.26 Inventaris van het archief van de marine commandant Australië, tot 27 oktober 1943 tevens onderbevelhebber der strijdkrachten in het oosten, en daarbij gedeponeerde archiefbescheiden, 1942-1947;
  • 2.12.35 Inventaris van de archieven van de Netherlands Purchasing Commission en haar rechtsvoorgangers te San Diego en New York, 1939-1945;
  • 2.12.30 Inventaris van de archieven van het hoofd handelsbescherming en diverse handelsbeschermingsofficieren, 1941-1946;
  • 2.12.36 Inventaris van de Nederlandse vertegenwoordiger bij de gezamenlijke stafchefs (combined chiefs of staff) te Washington, 1942-1949;
  • 2.12.33 Inventaris van de archieven van (militaire) instanties en onderdelen in de gebiedsdelen Curaçao en Suriname, 1934-1947
  • 2.12.27 Plaatsingslijst van de collectie archiefbescheiden betreffende de Koninklijke marine in de Tweede Wereldoorlog, (1936-1939) 1940-1945 (1946, 1948, 1950-1951, 1953)
  • 2.12.28 Inventaris van het archief van de commandant der marine te Falmouth, 1940
  • 2.13.71 Inventaris van het archief van het Ministerie van Defensie te Londen (1940-1941); Ministerie van Oorlog te Londen (1941-1945); Departement van Oorlog: Bureau Londen (1945-1947), (1933) 1940-1947 (1974)

Bijlagen

Archiefbestanddelen