Door de grote belangstelling voor het CABR is onze studiezaal vaak volgeboekt. Kunt u geen archiefstuk reserveren? Bekijk dan onze pagina over de aangepaste dienstverlening.
Volgens de instruktie voor de commandeur van St. Eustatius, van 13 december 1686, had deze in alles het hoogste gezag. De commandeur zou zitting hebben in een Raad, die verder zou bestaan uit nog zes leden, onder wie de kapitein van de burgerij. De Raadsleden werden door de commandeur uit een door de gezamenlijke burgerij opgestelde voordracht. De commandeur stelde op Saba een vice-commandeur aan en vanaf 1703 was ook St. Maarten onder zijn gezag geplaatst.
ARA WIC, inv. nr. 770 fo. 60; Encyclopedie van de Nederlandse Antillen (1969) p. 256; ARA WIC, inv. nr. 248 fo. 171.
In 1721 werden voor St. Eustatius, St. Maarten en Saba een eerste en een tweede commandeur aangesteldWIP nr. 20
Deze laaste functie verdween echter weer in 1724. In de instruktie van dat jaar (evenals in die van 1733 en 1776), was bepaald dat de commandeur met de Raad alles diende te verrichten, dat in het belang was van het land en de ingezetenen. Over de in de Raad behandelde zaken moest altijd met meerderheid van stemmen worden beslist. In het geval dat de stemmen souden staken, was het advies van de gouverneur doorslaggevend.WIP nrs. 21 en 27
Op 3 februari 1781 werd St. Eustatius door de Engelsen veroverd. Het eiland bleef onder Engels gezag tot 26 november van dat jaar, toen het overging aan de Fransen.Tijdens de Franse bezetting werd het bestuur uitgeoefend door de militaire bevelhebber, de civiele gezaghebber, die de titel van gouverneur kreeg en de raden.
ARA OASE, inv. nr. 122 nrs. 2 en 21; ARA OASE, inv.nr. 123 fo. 721 vo-722.
Op 7 februari 1784 werd St. Eustatius weer overgedragen aan het Nederlands gezag. Pas op 3 februari 1785 aanvaardde de nieuw benoemde gouverneur zijn ambt. St. Eustatius, St. Maarten en Saba bleven onder zijn gezag verenigd. De gouverneur was president van alle colleges. Hij had het hoogste gezag in alle zaken van politie (bestuur), hij bekleedde het voorzitterschap in zaken van justitie en hij het oppperbestuur over de militie. Voor alle belangrijke kwesties diende hij de Raad bijeen te roepen.ARA Archieven van de Staten-Generaal (resoluties 1784, 2e deel, p. 1239).
Vanaf januari 1790 is in de notulen van de vergaderingen van gouverneur en raden vermeld, of de behandelde zaken het Hof van Politie dan wel het Hof van Justitie aangingen.Op 16 maart 1792 werd bekend gemaakt dat bij resolutie van de Staten-Generaal van 27 mei 1791 was bepaald dat de Westindische koloniën voortaan direkt onder de Staten-Generaal zouden ressorteren. Alle ambtenaren en alle instrukties en reglementen werden voorlopig gehandhaafd.ARA OASE, inv. nr. 25 fo. 19vo (publicatie van 16 maart 1792)
Op 15 april 1795 sloten de gouverneur ad interim en raden een overeenkomst met de gedelegeerden van de Franse Nationale Conventie. Daarbij werd onder meer bepaald, dat de organisatie van bestuur, justitie en defensie op de oude voet zouden worden voorgezet.ARA OASE Archief van het Westindisch Comité, inv. nr. 55 pp. 377 - 382 (Franse tekst); ARA OASM, inv. nr. 295 pp. 347 - 352 (Nederlandse tekst); ARA OASE, inv. nr. 8 fo. 44 e.v.
De gouverneur ad interim werd op 12 juli 1795 geschorst en vervangen door een kapitein-commandant over St. Eustatius, St Maarten en Saba.ARA OASE, inv. nr. 8 fo. 243 - 248vo.
Op 24 augustus 1795 werd het zittene bestuur door de burgers van St. Eustatius gecontinueerd.ARA OASE, inv. nr. 8 fo. 294-vo.
De Franse troepen bleven op het eiland tot 16 april 1801; 5 dagen later werd St. Eustatius door de Engelsen bezet. Het bestuur kwam te berusten bij de Engelse commandant en de raden.WIP nr. 115.
Op 21 november 1802 werd St. Eustatius weer aan de Bataafse Republiek overgedragen. Gouverneur (commandeur) en raden werden vanouds in de uitoefening van hun taak bijgestaan door een secretaris.WIP nrs. 4, 28 en 62
In oktober 1784 benoemde de vergadering van de Heren X behalve een secretaris ook een eerste gezworen klerk en een beëdigd klerk.ARA WIC, inv. nr. 20 fo. 408.
De Engelsen waren verantwoordelijk voor de vernietiging van de bestuursarchieven uit de periode voor februari 1781).
Hamelberg (1897), Document M [p. 186]; ARA OASE, inv. nr. 122 fo. 14-vo.
Alleen de kerklijke registers zijn bewaard te gebleven.Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Zie tevens inv. nr 83
Zie voor publicaties uit voorgaande jaren, de inv. nrs. 122 - 127.
Bevat onder andere inventarissen (en aanvullingen) van stukken, conclusies van eis, memories, rekesten etc.
Een sommatie volgt wanneer een verliezende partij niet binnen 24 uur aan het vonnis voldoet; word de sommatie niet binnen 24 uur opgevolgd dan wordt deze gerenoveerd. Blijft de verliezende partij in gebreke dan wordt overgegaan tot executoriale verkoop van bepaalde goederen.
Op 16 november 1802 werd het Nederlands gezag op St. Eustatius hersteld. Het bestuur werd geregeld volgens de instruktie voor de gouverneur, vastgesteld door het Staatsbewind op 6 juli van dat jaar. De band met Saba en St. Maarten werd nu verbrokken. De gouverneur zou het "gantsche gouvernement, bewind en directie" aanvaarden en het hoogste gezag bekleden aangaande politie, justitie, financiën en defensie. Hij zit de Raad van Politie voor en bij stakende stemmen is zijn advies doorslaggevend. Ook presideert hij in de Raad van Justitie, maar in dit college heeft hij geen stem. Voorlopig werd het bestuur van het eiland op de oude voet voortgezet Het college van gouverneur en raden zou evenals in de voorgaande periode, al naar gelang de aard van de behandelde zaken (bestuur of rechtspraak) worden aangeduid als Raad van Politie (voorheen Hof van Politie) of Raad van Justitie (voorheen Hof van Justitie). Verder was bepaald dat de gouverneur een journaal moet houden, waarin al zijn ambtsverrichtingen moeten worden genoteerd. Iedere drie maanden diende een afschrift daarvan te worden gezonden aan de Raad der Amerikaanse Koloniën en Bezittingen.
WIP nr. 128.
Ten dienste van de raden van politie en justitie werd door de Raan der Amerikaanse Koloniën en Bezittingen een secretaris benoemd en werd een klerk aangesteld voor de administratie van de gouverneur.Bijlsma (1924). p 104.
Na de overlijden van de gouverneur in augustus 1809 werd hij opgevolgd door het oudste Raadslid, die de titel van president kreeg.ARA OASE, inv. nr. 72 fo. 340 - 341vo.
Op 21 februari 1810 kwam St. Eustatius weer onder Engels gezag.WIP nr. 177.
Het bestuur kwam in handen van een Engelse commandant (vanaf november 1812 een Engelse gouverneur) en de raden.ARA OASE, inv. nr. 72 fo. 405.
Bij de overdracht van het bestuur aan Nederland op 1 februari 1816, trad het in september 1815 bij K. B. vastgestelde reglement op het beleid van de regering, het justitiewezen, de handel en scheepvaart op de eilanden St. Eustatius, St. Maarten en Saba in werking.Bordewijk (1911) pp. 181 - 193 (bijlagen VII).
Volgens de bij hetzelfde K. B. vastgestelde instruktie voor de gouverneur had deze het hoogste gezag over de drie Bovenwindse eilanden.ARA Collectie Goldberg, inv. nr. 169.
De behandeling van huishoudelijke aangelegenheden werd op St. Eustatius en St. Maarten (waaronder Saba) aan twee afzonderlijke raden van politie opgedragen, terwijl op beide eilanden ook twee afzonderlike raden van justite zouden resideren. De op St. Maarten te benoemen commandeur had naast zijn correspondentie met de gouverneur over de lopende zaken, de verplichting hem een jaarlijks verslag over de staat van de bezitting toe te zenden. De Raad van Politie van St. Eustatius bestaat uit de gouverneur, die dit college presideert, de boekhouder-generaal en vijf van de voornaamste en meest gekwalificeerde ingezetenen. De raden blijven in principe vijf jaar aan; ieder jaar zal één Raadslid moeten aftreden. De benoeming geschiedt door de gouverneur uit een door de Raad op te stellen voordracht van drie personen (waaronder het afgetredende lid). De Raad zal zo dikwijls bijeenkomen als de gouverneur dat wenste. Evenals in de voorgaande periode had de gouverneur een beslissende stem. De Raad van Politie "al de opperdirectie hebben van kerken en armen, mitsgaders over alle publieke adminisatatiën, over wezen, minderjarigen en toezigt behoevende personen; over de policie van het geheel eiland; over de gebouwen, wegen en straten, den eik van maten en gewigten, mitsgaders over alle zoodanige zaken, die tot een geregelde policie behooren en ter bevordering van goede orde, rust en het welvaren der ingezetenen kunnen verstrekken. "Het artikel 34 van het reglement was gewijd aan de door de Raad van Politie te verlenen manumissie van slaven. Op 1 februari 1816 werd de Raad van Politie door de gouverneur ad interim geïnstalleerd.Bijlsma (1824) p. 104
De raad van Justite bestaat uit vijf leden, die evenals die van de Raad van Politie vijf jaar fungeren. De (her) benoeming van de leden was op dezelfde wijze geregeld als bij de Raad van Politie. Uitspraken dienden met een volstrekte meerderheid van stemmen te worden gedaan. Tegen de uitspraken van de raad kon in beroep worden gegaan bij het hoogste rechtscollege in Nederland. Verder was bepaald dat de gouverneur iemand buiten de raad zou benoemen tot fiscaal.ARA OASE, inv. nr. 71 fo. 5 - 5vo (eed voor de commies / fiscaal, dd. 28 december 1818).
Op de voordracht van de Raad van Politie en onder goedkeuring van de koning, zou de gouverneur een secretaris aanstellen. Deze ambtenaar zou behalve de Raad van Politie ook - zij het voorlopig - de Raad van Justitie assisteren.ARA OASE, inv. nr. 70 fo. 32vo - 35vo (instruktie voor de secretaris, dd. 3 november 1818)
Daarnaast kon een gouvernements-secretaris ten dienste van de gouverneur worden benoemd.ARA OASE, inv. nr. 71 fo. 8 - 10vo (instruktie voor de gouvernements-secretaris, dd. 20 april 1818)
Met ingang van 1 april 1828 werd de gouverneur van St. Eustatius, St. Maarten en Saba vervangen door een commandeur van St. Eustatius en Saba.Bijlsma (1924) p. 104 (besluit van de commissaris-generaal van de Nederlands Westindische Bezittingen, dd. 24 maart 1828).
Bij besluit van de commissaris-generaal van de Nederlands Westindische Bezittingen van 28 juli 1828, werd een reglement op het beleid van de regering, het justitiewezen, de ha St. Eustatius en Saba vastgesteld.Brodewijk (1911) pp. 223 - 233 (bijlage XI).
Pas op 1 April 1829 trad dit reglement in werking. Op die datum werden de Raad van Politie en de Raad van Justitie door nieuwe colleges vervangen.ARA OASE, inv. nr. 74 pp. 9 - 19.
Het derde en vierde kwartaal van 1825 ontbreken.
Hierin ook een register van burgerbrieven en zeebrieven. 1816 - 1821
De stukke zijn niet in chronologische volgorde gebonden.
De besluitvorming ten aanzien van de rekesten is afzonderlijk genotuleerd
Zie voor inhoudsopgaven, de inv. nrs. 204 en 205.
Zie de notulen van 18 december 1806 (OASE 72), waarin het rekest van Maria Elizabeth Dijkers, (weduwe van Edward Brenan en zuster van Catharina Dijkers) betreffende deze zaak is behandeld.
Van 6 december 1802 af alleen notulen van de Raad van Justitie.
Bevat van 15 februari 1816 af ook notulen van de Raad van Justitie.
De gerechtsrollen omvatten civiele-, fiscaals- en rekestrollen.
Het jaar 1817 ontbreekt
De jaren 1808, 1809, 1816 - 1822 en 1825 - 1827 ontbreken.
De jaren 1808, 1810, 1814 en 1815 ontbreken.
Tot deze afdeling behoren de protocollen van secretariële en notariële akten
inv. nrs. 122 - 184
en de registers van de secretarie geregistreerde akten en andere documenten (inv. nrs. 185 - 198). Ook zijn hier onderbracht de archiefinventarissen,inv. nrs. 199 - 205
waarvan enkele ook als indices op de secretsriële en notariële protocollen kunnen worden gebruikt. De secretariële akten werden gepasseerd voor de gouverneur, zoals de akten van hypotheek, akten van transport (eigendomsoverdrachten van onroerende goederen, vaartuigen en slaven), vrijbrieven, monsterrolle, manifesten, paspoorten en beëdigde verklaringen. De notariële akten (testamenten, donaties inter vivos, boedelinventarissen, procuraties en akten van substitutie, protesten van non-betaling, en non-acceptatie, insinuaties etc.) werden verleden voor de secretaris en voor de eerste gezworen klerk (of tweede secretaris). De beëdigde klerk trad oorspronkelijk slechts op als plaatsvervanger van de secretaris. Mede ter verlichting van de taak van de secretaris, ging de eerste gezworen klerk sinds 1776 als zelfstandig notaris optreden.Schiltkamp (1964) pp. 103 en 159 - 160; ARA WIC 46 niet gefolieerd (instruktie voor de gezworen klerk, dd. 3 mei 1776).
Tussen 1785 en 1792 hield de eerste gezworen klerk, later tweede secretaris Gerard de Sart een eigen protocol.inv. nrs. 126 - 133
Volgens de instruktie voor de eerste gezworen klerk uit 1776, diende hij echter alle minuten van door hem in opdracht van de secretaris opgemaakte akten aan laatsgenoemde over te dragen. De instrukties met betrekking tot het notariaat waren in het algemeen summier. In de instruktie voor de secretaris N. Vignon (1688) was slechts bepaald, dat hij een protocol moest houden van de voor hem gepasseerde akten en desgevraagd authentieke afschriften moest verstrekken. In de latere instrukties voor de secretaris (1776 en 1784), werd bepaald dat de akten conform de wensen van de comparanten dienden te worden opgesteld, dat de secretaris zijn diensten niet mocht weigeren en dat hij zich oprecht en onpartijdig diende op te stellen.WIP nrs. 4 en 28.
De bij K. B. van 3 november 1818 vastgestelde instruktie voor de secretaris vermeldt, dat alle door de wet vereiste formaliteiten in acht genomen worden evenals se ordonnantie betreffende impost op het kleinzegel en die op de 50ste penning op alle transporten en hypotheken en de opbrengsten uit zee-, vrij-, en burgerbrieven. Deze ontvangsten dienden maandelijks te worden afgedragen aan de ontvanger-generaal.zie inv. nr. 224
ARA OASE, inv. nr. 70 fo. 32vo - 35vo (instruktie voor de secretaris, dd. 3 november 1818); zie ook OASE inv. nr. 71 fo. 8 (instruktie van 20 april 1818, opgesteld door de gouverneur).
23 In de inv. nrs. 185 - 197 bevindt zich een klein aantal afschriften van grossen van vóór december 1781 gepasseerde akten.Met alfabetische index per maand (behalve inv. nr. 122, zie inv. nr. 199). In de inv. nrs. 122 - 127 zijn opgenomen gouvernementspublicaties over 1781 december - 1785 mei.
Met alfabetische index per maand vanaf 1788.
Met inhoudsopgave over juli - december.
Met inhoudsopgave over 1785 juni - december en 1786 januari - juni
Met inhoudsopgave over 1785 en 1786
Onvolledige reeks
Deze akten zijn buiten het protocol van secretaris Brouwer gehouden
Met alfabetische index per maand (soms onvolledig) in de inv. nrs. 143 - 145. Zie voor inhoudsopgave over de jaren 1797 mei - 1802 november, inv. nr. 201.
Vervaardigd door de eerste gezworen klerk en waarnemend secretaris mr. H. W. Pandt
Zie voor de rekesten en berichten, de inv. nrs. 76 - 79
N. B. Met aantekening betreffende zegelbelasting sinds november 1858.
Hierin ook afschriften van burgerbrieven.
Bevat ook afschriften van eedformulieren, instrukties en aanstellingen van ambtenaar alsmede burgerbrieven.
De jaren 1792 juni - 1794 augustus ontbreken.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met specifieke opgave van secretariële en notariële akten.