Terug naar zoekresultaten

2.05.291 Inventaris van het archief van het Nederlandse Gezantschap in Tsjechoslowakije (Praag), 1919-1939 en (1945) 1951-1954

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.05.291
Inventaris van het archief van het Nederlandse Gezantschap in Tsjechoslowakije (Praag), 1919-1939 en (1945) 1951-1954

Auteur

G.P. de Vries

Versie

26-11-2024

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1998 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Nederlands Gezantschap in Tsjecho-Slowakije
Gezantschap Tsjecho-Slowakije

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1919-1954

Archiefbloknummer

Z212

Omvang

251 inventarisnummer(s) 5,50 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Buitenlandse Zaken / Gezantschap te Tsjecho-Slowakije (Praag)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat stukken van algemene aard zoals correspondentie, personeelszaken (waaronder betreffende de zelfmoordpoging van kanselier F.M. Janse) en stukken inzake de commissie voor consulaire zaken en het corps diplomatiek. Mogelijk interessant zijn de rapporten inzake de politieke situatie in Tsjecho-Slowakije (communisme) en stukken over de repatriëring van Nederlanders in Duitse concentratiekampen en in de door het USSR leger bezette gebieden. Ten slotte omvat het archief geheime stukken uit de periode 1949-1954. Dit zijn stukken betreffende het personeel werkzaam op het gezantschap, rapporten inzake de houding van Tsjecho-Slowakije ten aanzien van het overlijden van Stalin en stukken betreffende spionageactiviteiten (Koude Oorlog).

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Bohemen, Moravië en Slowakije maakten oorspronkelijk deel uit van het Oostenrijks-Hongaarse Keizerrijk. Tijdens de Eerste Wereldoorlog voerden Tsjechische en Slowaakse nationalisten, waaronder Masaryk en Benes, campagne voor een onafhankelijke staat.
Op 28 oktober 1918 werd de Republiek Tsjecho-Slowakije uitgeroepen. De grenzen van het nieuwe land werden in 1920 vastgesteld door het Verdrag van Trianon.
In 1919 gingen Nederland en het Tsjecho-Slowakije diplomatieke betrekkingen aan. In 1920 werd in Praag een consulaat gevestigd waaronder ook het al bestaande consulaat in Brno (Brünn) ging ressorteren. Ook werd in 1923 een handelsovereenkomst tussen Nederland en Tsjecho-Slowakije gesloten. In 1937 kwam er een culturele overeenkomst tussen Nederland en Tsjecho-Slowakije tot stand.
Een bedreiging voor de eenheid van het land vormde de toenemende ontevredenheid onder twee van de drie grootste etnische groepen in het land: de Slowaken en de Duitsers. De Slowaakse ontevredenheid werd gedeeltelijk veroorzaakt door de overheersende rol van de Tsjechen in het politieke en economische leven. De meeste Duitsers in Tsjecho-Slowakije woonden in het Sudetenland aan de grens met Duitsland. Onder invloed van het nationaalsocialisme ontstond onder de Duitse minderheid de wens tot aansluiting bij Duitsland. Om een oorlog te voorkomen gingen Engeland en Frankrijk, onder protest van Tsjecho-Slowakije, akkoord met de annexatie van dit gebied door Duitsland. Tsjecho-Slowakije verloor een deel van zijn grondgebied met daarop strategische defensiewerken.
Benes, president van Tsjecho-Slowakije, trad af en vertrok naar Engeland. Polen en Hongarije maakten in november 1938 van de gelegenheid gebruik om eveneens grensgebieden van Tsjecho-Slowakije te annexeren.
In 1939 werd geheel Tsjecho-Slowakije bezet door Duitse troepen en werd het Protectoraat Bohemen en Moravië ("Protektorat Böhmen und Mähren") ingesteld. Duitsland behartigde voortaan de buitenlandse belangen van dit protectoraat. De regering van Tsjecho-Slowakije vestigde zich in ballingschap in Londen. Slowakije vormde tijdens de Tweede Wereldoorlog een aparte satellietstaat van Duitsland onder leiding van de nationalist en rooms-katholieke priester Jozef Tiso.
De Tsjechische gezant in Nederland accepteerde deze gang van zaken en droeg de door zijn gezantschap behartigde belangen over aan het Duitse gezantschap. De Tsjechische gezanten in o.a. Washington, Parijs, Brussel, Moskou en Warschau weigerden echter de instructies uit Praag op te volgen. De Nederlandse regering stelde zich aanvankelijk op het standpunt dat Tsjecho-Slowakije had opgehouden te bestaan en dat het Protectoraat Bohemen en Moravië op wettige wijze tot stand was gekomen. De grote westelijke mogendheden en de Sovjet-Unie gingen daar echter niet mee akkoord.
Het Nederlandse gezantschap te Praag werd, wegens de Duitse bezetting van Tsjecho-Slowakije, in 1939 opgeheven. Het Nederlandse consulaat in Praag werd vervolgens verheven tot consulaat-generaal en ressorteerde voortaan onder het Nederlandse gezantschap in Berlijn. In 1940 werd het consulaat-generaal in Praag gesloten en in 1946 definitief gesloten.
Benes voerde tijdens de Tweede Wereldoorlog campagne voor het herstel van de staat Tsjecho-Slowakije met de grenzen van voor 1938. In oktober 1944 trokken troepen van de Sovjet-Unie, samen met Tsjechoslowaakse contingenten, Slowakije binnen. In 1945 werd het grootste deel van Tsjecho-Slowakije van de Duitsers bevrijd.
In mei 1945 kon Benes als president naar Praag terugkeren. Het land was echter sterk onder de invloed van de Sovjet-Unie gekomen. In 1948 grepen de communisten via een staatsgreep de macht.
Inmiddels had de Nederlandse regering in ballingschap in Londen in maart 1941 weer diplomatieke betrekkingen aangeknoopt met de eveneens daar gevestigde regering van Tsjecho-Slowakije. In augustus 1941 werd overgegaan tot volledige erkenning van Tsjecho-Slowakije. Er werd opnieuw een gezantschap in Praag gevestigd.
De diplomatieke vertegenwoordigers waren achtereenvolgens:
1920-1923
jhr mr E.F.M.J. Michiels van Verduynen
1923-1932
dr H.P.N. Muller
1932-1937
H.W.G.M. ridder Huyssen van Kattendijke
1937-1939
mr dr L. Carsten
1946-1949
A. Merens
1949-1954
mr W. van Tets
1954-1956
F.R.W.H.M.J. graaf de Marchant d'Ansembourg
Geschiedenis van het archiefbeheer
Een gedeelte van het archief van de diplomatieke vertegenwoordiging te Praag over de jaren 1919-1939 werd in 1940 naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken overgebracht. Een ander gedeelte werd naar Berlijn overgebracht en een gedeelte kwam te berusten bij het consulaat generaal te Praag. Het archief dat naar Berlijn was overgebracht is wegens oorlogshandelingen verloren gegaan. Het gedeelte dat nog in Praag berustte is in 1951 naar het Ministerie overgebracht. In 1960 en 1964 is het archief uit de periode 1946-1954 overgebracht naar het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Het archief uit de periode 1919-1939 werd per jaar op onderwerp opgeborgen en bevatte verder geen codes.
Na de wederoprichting van het gezantschap in 1945 maakte men tot 1950 gebruik van een lettercode met een onderverdeling in cijfers. Voor de indeling van het archief over de jaren 1950-1954 werd een voorlopige decimale code toegepast de zgn. "Leidraad voor de Posten". In 1952 is men overgegaan op de nieuwe decimale code.
Naast het "open" archief kende men ook een geheim archief. Op deze stukken werd dezelfde code toegepast als bij het "open" archief.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Het archief over de jaren 1919-1954 had een omvang van 86 dozen. Tijdens de inventarisatie zijn 43 dozen vernietigd. De vernietiging geschiedde volgens de vernietigingslijst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Verantwoording van de bewerking
Bij een eerdere inventarisatie zijn dossiers met betrekking tot het zelfde onderwerp over de verschillende jaren bij elkaar gevoegd en heeft men een Romeinse cijfercode bedacht. Deze code is bij de huidige inventarisatie vervallen en vervolgens geordend naar de decimale code van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Tijdens het inventariseren bleek ook dat het archief van het consulaat te Praag vermengd was met het gezantschapsarchief. Aan de hand van de stukken kon het archief gescheiden worden en opgenomen worden in een aparte inventaris.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (A).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van kwetsbare of slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nederlands Gezantschap in Tsjecho-Slowakije, nummer toegang 2.05.291, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Gezantschap Tsjecho-Slowakije, 2.05.291, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen