Terug naar zoekresultaten

2.09.103 Inventaris van het archief van de Hoofdafdeling Reclassering en Psychopatenzorg inzake subsidies van het ministerie van Justitie, 1928-1972

Het archief bevat voornamelijk correspondentie in verband met subsidies en bereidverklaringen ten behoeve van instanties op het gebied van reclassering en hulpverlening.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.09.103
Inventaris van het archief van de Hoofdafdeling Reclassering en Psychopatenzorg inzake subsidies van het ministerie van Justitie, 1928-1972

Auteur

PWAA

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2009 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Justitie: Hoofdafdeling Reclassering en Psychopatenzorg, Subsidies (SU-dossiers)
Justitie / Reclassering en Psychopatenzorg, Subsidies

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1928-1972

Archiefbloknummer

J32

Omvang

; 215 inventarisnummer(s) 1,40 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten. Geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Justitie

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat voornamelijk correspondentie in verband met subsidies en bereidverklaringen ten behoeve van instanties op het gebied van reclassering en hulpverlening.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Taken
Het archief is gevormd door de Hoofdafdeling Psychopatenzorg en de Hoofdafdeling Reclassering. De zorgdrager is het ministerie van Justitie. De Minister van Justitie is de voornaamste actor op het beleidsterrein reclassering. Hij stelt middels wet- en regelgeving de hoofdlijnen van het reclasseringsbeleid vast en controleert de uitvoering daarvan. Daarnaast verstrekt de Minister van Justitie subsidie aan de door hem erkende particuliere instelling(en) belast met de uitvoering van reclasseringswerkzaamheden.
Het dossier bevat stukken vanaf 1928 tot en met 1972. De volgende taken komen uit de dossiers naar voren: het verlenen van erkenning, het houden van inspectie en controle en het verlenen van subsidies. De stukken vanaf de jaren ’20 tot en met de jaren ’60 betreffen onder andere bereidverklaringen (Erkenning). Een klein deel van het archief valt onder de taken Inspectie en Controle en is gevormd in de jaren ’50 en ’60. De stukken betreffende subsidieverlening gaan over de periode 1967 tot en met 1972.
Structuur hoofdafdelingen Psychopatenzorg en Reclassering 1970
De hoofdafdelingen Psychopatenzorg en Reclassering hadden in de jaren zeventig de volgende structuur: onder de Hoofdafdeling Psychopatenzorg valt de Onderafdeling Inrichtingen. Deze onderafdeling behandelt vraagstukken welke betrekking hebben op de organisatie en de materiële uitrusting van bovengenoemde inrichtingen, alsmede vraagstukken over kwantitatieve en kwalitatieve personeelsformaties, primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden en functie- en selectie-eisen. Het Bureau Financiën wat onderdeel is van de Onderafdeling Inrichtingen draagt zorg voor de administratieve behandeling van de subsidiëring van verplegings- en behandelingsinrichtingen, de opstelling van de begroting en de financiële controle in overleg met de accountantsdienst van het ministerie.
Onder de Hoofdafdeling Reclassering valt de Afdeling Reclasseringsraden en –instellingen.
Deze afdeling behandelt vraagstukken die betrekking hebben op de werkwijze van reclasseringsraden en instellingen en andere nazorginstanties. Onder de Afdeling Reclasseringsraden en –instellingen vallen het Bureau voor Contacten en Inspectie en het Bureau Subsidie en Personeel. Het Bureau Contacten en Inspectie onderhoudt contacten met en adviseert aan rijks-en particuliere instanties die werkzaam zijn op het terrein van de reclassering met betrekking tot bovenvermelde taken. Het Bureau Subsidie en Personeel draagt zorg voor de administratieve behandeling van subsidie-, personeels- en materieelaangelegenheden betreffende reclasseringsraden en instellingen, districtspsychiaters, en de Centrale Raad van Advies.
Geschiedenis Reclassering
Met de oprichting van het Genootschap tot Zedelijke Verbetering van Gevangenen in 1823 begon de geschiedenis van de reclassering in ons land. De overheid hield zich in het begin afzijdig van deze reclasseringswerkzaamheden, maar bemoeienis groeide vanaf het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw onder invloed van de industrialisatie en de sociale kwestie. Vanaf 1905 begon de overheid incidenteel reclasseringsactiviteiten te subsidiëren. Het jaar 1910 vormde een duidelijke cesuur op het beleidsterrein reclassering. In de jaren 1823-1909 genoot het particulier initiatief slechts incidenteel financiële ondersteuning van de overheid. In de hierop volgende periode was er sprake van een structurele subsidiëring van de reclassering. Met de invoering van de Reclasseringsregeling 1910 (Stb. 1910, 374) kreeg het reclasseringswerk een wettelijk fundament en de overheid een instrument om het werk van de reclassering te controleren. De Reclasseringsregeling 1910 (Stb. 1910, 374) voorzag eveneens in de oprichting van het Centraal College voor de Reclassering. Dit orgaan was belast met het houden van toezicht op de reclassering en kon op verzoek of eigen initiatief advies uitbrengen aan de Minister van Justitie.
Reclassering vanaf 1915
Om eenheid te scheppen in de ontstane wildgroei van particuliere reclasseringsinstellingen richtte het Genootschap en enkele andere instellingen in 1913 de Vereeniging van Reclasseringsinstellingen (VvRI) op. De Reclasseringsregeling 1915 (Stb. 1915, 504) voorzag in de oprichting van reclasseringsraden. Deze organen moesten advies geven in zaken betreffende gedetineerden en toezicht houden op de reclasseringswerkzaamheden van de particuliere instellingen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog streefde de Duitse bezettingsmacht naar een zo groot mogelijke uniformiteit in de bestuurlijke organisatie in ons land. Zonder overleg met de reclasseringsinstellingen kwam het Reclasseringsbesluit 1942 (Stb. 1942, 93) tot stand. Hierin werd per arrondissement een reclasseringsraad ingesteld die leiding gaf aan de reclasseringswerkzaamheden en toezicht hield op de uitvoering daarvan. Na de bezetting gaf de overheid meer sturing op het beleidsterrein reclassering. In 1948 trad de Reclasseringsregeling 1947 (Stb. 1947, H 423) in werking. Deze regeling plaatste de reclasseringsraad in het centrum van de arrondissementale reclasseringsactiviteiten.
Met de instelling van de nieuwe, publiekrechtelijke reclasseringsraden nam de overheidsbemoeienis fors toe en onderging de reclassering een ‘ongekende uitbouw en professionalisering.’ De Beginselenwet Gevangeniswezen (Stb. 1951, 596) vloeit hieruit voort en voorzag in de instelling van de Centrale Raad van Advies voor het Gevangeniswezen, de Psychopatenzorg en de Reclassering. De taken en bevoegdheden die Reclasseringsregeling 1947 (Stb. 1947, H 423) toekende aan het Centraal College werden in het KB van 16 mei 1953 (Stb. 1953, 238) grotendeels overgedragen aan de sectie reclassering van de Centrale Raad. In 1988 onderging de Centrale Raad een naamswijziging. Krachtens de Wet tot wijziging van de Beginselenwet gevangeniswezen (Stb. 1987, 646) heet dit orgaan voortaan de Centrale Raad voor Strafrechttoepassing.
Periode 1965-1970
Onder invloed van het professionaliseringsproces vond er in de periode 1965-1969 een omslag plaats in het departementale beleid ten aanzien van de particuliere reclassering. Het departement erkende de professionaliteit van de particuliere reclasseringsinstellingen en brak met de directe sturing die het middels de reclasseringsraden toepaste. De Reclasseringsregeling 1970 (Stb. 1969, 598) schreef niet langer de leidinggevende positie van de reclasseringsraden voor. Het zwaartepunt van de werkzaamheden van de reclasseringsraden kwam te liggen bij de bevordering van een goede coördinatie van het reclasseringswerk in het ressort en het aanmoedigen van initiatieven die dit werk ten goede komen. De geprofessionaliseerde reclassering kreeg de vrijheid om zelf haar doelstellingen te formuleren en de kwaliteit van het eigen werk te controleren. Het departement nam genoegen met een toezichthoudende rol. Zij gaf daarbij de grenzen aan waarbinnen het reclasseringsbeleid moest blijven om voor overheidssubsidie in aanmerking te komen.
In 1968 deed het departement een oproep aan de particuliere reclassering tot hechtere samenwerking en efficiënter werken. Ook onder de geprofessionaliseerde basis van de verschillende particuliere instellingen bestond de behoefte om de traditionele scheidslijnen binnen de reclassering te slechten. In 1970 verklaarden het Genootschap, de RKRV, de PCRV, de Meyersvereniging en de VvRI gezamenlijk te zullen streven naar een organisatorische fusie. Het Leger des Heils en de Consultatiebureaus voor Alcohol en Drugs (CAD’s) namen niet deel aan deze fusieplannen.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Dit archiefblok is niet compleet, omdat hier eerder uit vernietigd is. Er is niet eerder archief naar een archiefbewaarplaats overgebracht. Op 27 februari 2008 is het archief gecontroleerd door firma Hoogduin op de aanwezigheid van schimmel en stof. Er zijn geen sporen van schimmel en stof aangetroffen. In week 16 is het archief verhuisd van het Gemeentearchief Rotterdam naar het groothandelsgebouw.
De verwerving van het archief
Het archief is in 2009 door Ministerie van Justitie overgebracht naar het Nationaal Archief, krachtens artikel 12 van de Archiefwet 1995.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Dit archief handelt over de correspondentie tussen het ministerie van Justitie en derden. Het bevat onder andere rapporten en minuten van het ministerie van Justitie betreffende bouwzaken, bereidverklaringen en jaarverslagen, bijzondere subsidies etc. Er zijn zowel originele stukken als kopieën.
Dit archief is een uitvoerend archief van de dienstonderdelen Hoofdafdeling Reclassering en Hoofdafdeling Psychopatenzorg.
Selectie en vernietiging
Selectie heeft op zo hoog mogelijk niveau per dossier plaatsgevonden aan de hand van de volgende selectielijsten:
  • BSD Rijkshuisvesting (RIO 45) (Stcr. 142/2007)
  • BSD Reclassering (RIO 87) (Stcr. 137/2004)
  • BSD Overheidspersoneel, Arbeidsvoorwaarden Rijkspersoneel (RIO 73) (Stcr. 200/2001)
  • BSD Organisatie van de rijksoverheid (RIO 143) (Stcr.245/2005)
Dit archief bevat geen bescheiden die bewaard worden op grond van de hardheidsclausule art. 5 lid e van het Archiefbesluit. Ook is er geen Historisch Maatschappelijke Analyse op deze beleidsterreinen uitgevoerd.
Aanvullingen
Voor dit archief worden geen aanvullingen verwacht.
Verantwoording van de bewerking
Bij aanvang van de bewerking bedroeg de omvang van het archief 4,5 meter, en zijn er 40 dozen aangetroffen. De omvang van het archief na bewerking omvat 1,675 meter en beslaat de periode (1928) 1943-1972. Het gedeelte wat vernietigd moet worden omvat 2,825 meter.
Alle stukken zijn van nietjes, plakband en overige hechtmiddelen ontdaan en verpakt in zuurvrije omslagen en zuurvrije archiefdozen. De omslagen en dozen zijn voorzien van etiketten. Van de te vernietigen stukken is een vernietigingslijst opgesteld en deze is aan het ministerie van Justitie overgedragen.
Ordening van het archief
De dossiers zijn op onderwerp geordend en daarbinnen treffen we een chronologische ordening aan. Dit archief is een uitvoerend archief van de dienstonderdelen Hoofdafdeling Reclassering en Hoofdafdeling Psychopatenzorg. De structuur in Mais Flexis is gesplitst in twee hoofdrubrieken Reclassering en Psychopatenzorg. Daarbinnen vallen de subrubrieken Erkenningen, Inspectie en Controles en Subsidies. Deze onderdelen representeren taken van de Hoofdafdeling Reclassering en de Hoofdafdeling Psychopatenzorg. Onder de subrubriek Subsidies vallen de rubrieken: Jaaroverzichten, Algemene Subsidie en Bijzondere Subsidie. Deze structuur is gekozen op basis van de taken van de genoemde Hoofdafdelingen.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Hoofdafdeling Reclassering en Psychopatenzorg, Subsidies (SU-dossiers), nummer toegang 2.09.103, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Justitie / Reclassering en Psychopatenzorg, Subsidies, 2.09.103, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen