Terug naar zoekresultaten

2.14.20 Inventaris van het archief van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen: Afdeling Kabinet, 1918-1940

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.14.20
Inventaris van het archief van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen: Afdeling Kabinet, 1918-1940

Auteur

F.G.A.H.H. van Abeelen

Versie

31-03-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1984 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen: Afdeling Kabinet
OKW / Kabinet, 1918-1940

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1918-1940

Archiefbloknummer

O27549

Omvang

; 501 inventarisnummer(s) 6,10 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen / Afdeling Kabinet, , 1918-1940

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bestaat voor driekwart uit stukken betreffende koninklijke onderscheidingen. Voorts bevat het archief de gebruikelijke bescheiden betreffende de organisatie van het departement, personeelsaangelegenheden en financiële zaken. Ook zijn er stukken over (vermeende) propagandistische en revolutionaire activiteiten van onder het departement ressorterend personeel.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is ontstaan uit de afdelingen Onderwijs en Kunsten en Wetenschappen van het Departement van Binnenlandse Zaken en werd ingesteld bij K.B. van 25 september 1918. nr. 24. Bij K.B. van 25 september 1918. nr. 25 werd Dr. J.Th. de Visser benoemd tot Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
De stukken betrekking hebbende op de ambtsaanvaarding van deze Minister zijn de eerste, die het kenmerk "Kabinet" dragen. Het betreft hier het Kabinet van de Minister van O.K.W. Dit bestond slechts uit één persoon en wel gedurende de gehele periode van voor de 2e wereldoorlog. Deze was tevens chef van de afdeling Algemeen Secretariaat. Deze afdeling werd ingesteld bij beschikking van de Minister van O.K.W. van 31 december 1918.
Het Kabinetsarchief werd door deze afdeling bewaard, zoals staat vermeld in een brief van J. Stear, beheerder van de Centrale Archiefbewaarplaats van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming (tijdens de Duitse bezetting had het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen deze naam), gedateerd op 19 maart 1942 en gericht aan de Secretaris Generaal van dit Departement. Deze brief vormt het enige stuk met inhoudelijke informatie over het Kabinet. Voorts staat daarin vermeld, dat er aanvankelijk geen aparte afdeling Kabinet was. Opvallend in dit verband is, dat in stukken van het Kabinet de aanduiding "Afdeling", als die erop voorkwam, in veel gevallen blijkt te zijn doorgehaald. Van een organisatiebeschikking, waarbij "het Kabinet" als afdeling ingesteld werd, is althans uit stukken tot het eindjaar van deze inventarisatie nergens gebleken. Had een afdeling geheime zaken te behandelen, dan kregen deze de aanduiding Kabinet (met weglating van de eigen afdeling, terwijl de Kabinetschef ze van een nummer voorzag en voor de agendering zorgde). Blijkens evenbedoelde brief werden "deze "Kabinetsstukken" daarna soms toch weer "(en men zou moeten zeggen: terecht!)" bij de (gewone) afdeelingsregistratuur geborgen,terwijl de erop betrekking hebbende agenda bij de Kabinetsregistratuur berust". De schrijver noemt een en ander in strijd met de moderne archivistiek, waarbij hij het kennelijk onjuist vindt, dat eenmaal bij de Kabinetsregistratuur enkel en alleen vanwege hun geheime karakter geagendeerde stukken naar de oorspronkelijke afdelingsregistraturen teruggingen. In een aantal (de meeste?) gevallen gebeurde dat dus niet en wellicht zou dit geconcludeerd kunnen worden t.a.v. de in het Kabinetsarchief aangetroffen stukken betreffende de behandeling van de jaarlijkse begrotingen, die immers tot het werkterrein van de afdeling Comptabiliteit behoorde en de vermelding van die afdeling bleef immers achterwege. Soortgelijke gevallen zouden meer kunnen voorkomen en waar terugzending naar de oorspronkelijke afdeling wel geschiedde, zou dit pas op grond van een zeer nauwkeurig vergelijkend onderzoek aan de hand van de agenda's van de Kabinetsregistratuur achterhaald kunnen worden.
In het bestek van deze inventarisatie moet met deze vaststelling worden volstaan, waarbij het hieronder volgende lijstje van taken dan ook is verkregen uit de stukken zoals die in het Kabinetsarchief aangetroffen zijn, waar een formele taakomschrijving ontbreekt. Tot die taken behoorden dan:
  1. inrichting en organisatie van het Departement;
  2. personeelsaangelegenheden (personeel van het Departement zelf, benoeming van hoogleraren aan de Rijksuniversiteiten en de T.H. Delft, leraren aan Rijks H.B.S.en en leden van het Rijksschooltoezicht);
  3. huisvestingsaangelegenheden van het Departement;
  4. koninklijke onderscheidingen.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Zoals hierboven vermeld, werd het Kabinetsarchief door de afdeling Algemeen Secretariaat bewaard. Dat was het geval vóór en tijdens de oorlog. Na de oorlog was het in een kluis van de Centrale Archiefbewaarplaats van het Ministerie van O.K.W. ondergebracht en in portefeuilles opgeborgen. Het geheel bestond uit een serie dossiers (in de zin van een serie zaaksgewijs bij elkaar gehouden stukken), waarbij van ieder dossier de laatste minuut van een uitgaande brief of besluit als omslag diende. In die omslag ("Omslagminuut") waren dan de voorgaande stukken in omgekeerde tijdsvolgorde opgeborgen). De dossiers waren chronologisch gerangschikt en per jaar genummerd. Het vooroorlogse gedeelte van het Kabinetsarchief had een viertal agenda's en één klapper als ingang.
In het begin van de jaren zestig zijn er op de Centrale Archiefbewaarplaats van het Ministerie van O.K.W. inventarisatiewerkzaamheden aan het Kabinetsarchief verricht. Hierbij werden in totaal ongeveer 7000 fiches vervaardigd, waarvan er 4050 betrekking hadden op het vooroorlogse gedeelte. De fiches waren ondergebracht in een aantal bakjes en werden door tabstroken onderverdeeld in rubrieken. Tevens werd onderscheid gemaakt in de perioden voor de oorlog, tijdens de oorlog en na de oorlog. (Voor deze onderverdeling zie bijlage). De hierboven vermelde 7000 fiches zijn echter door onbekende oorzaken niet meer aanwezig.
Verder zij vermeld, dat de dossiers betreffende benoemingen van hoogleraren en leden van het Rijksschooltoezicht zijn gelicht en ondergebracht in de alfabetische serie te bewaren persoonsdossiers Rijkspersoneel van de geboortejaren 1835-1903.
Aangezien in het archief zelf van bovengenoemde inventarisatiewerkzaamheden niets viel te merken en de betreffende fiches niet meer aanwezig waren, moest opnieuw met inventarisatie worden begonnen.
Het is niet gebleken, dat er in het verleden althans uit het vooroorlogse gedeelte van het archief is vernietigd.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Tijdens het inventariseren bleken zich in het archief geen stukken te bevinden, die voor vernietiging in aanmerking hadden kunnen komen.
Verantwoording van de bewerking
Bij het begin van de inventarisatie bleek het archief in dozen te zijn opgeborgen. De stukken in de dossiers werden chronologisch gerangschikt en van omslagen voorzien. Het chronologische seriestelsel werd verlaten en de dossiers werden rubrieksgewijs ingedeeld. Hiermee wordt nu per rubriek inzicht verkregen in de externe bemoeiïngen van het Kabinet,waar in de oorspronkelijk louter chronologische ordening de stukken betreffende elk van de in de rubrieken genoemde bemoeiïngen verspreid lagen over het gehele archief. De enige ingang hierop was een per jaar bijgehouden alfabetische klapper op personen en zaken, waarin verwezen werd naar de nummers van de desbetreffende Omslagminuten (dossiers)(zie inv. nr. ). De systematiek van deze klapper moet echter onvoldoende worden geacht als middel tot het toegankelijk maken van het chronologisch geordende Kabinetsarchief.
Dit gold vooral de stukken betreffende koninklijke onderscheidingen, welke de laatste rubriek omvatten en het grootste gedeelte van het archief beslaan. In de laatstgenoemde rubriek zijn te onderscheiden de tussentijdse decoraties per persoon en die van meerdere personen, de decoraties bij gelegenheid van de verjaardag van H.M. de Koningin (op 31 augustus) en wel per persoon en die betreffende meerdere personen. Voorts zijn er de Nederlandse onderscheidingen aan buitenlanders en de buitenlandse onderscheidingen aan Nederlanders. Ook hierin onderscheidt men de gevallen per persoon en die betreffende meerdere personen.
Wat de tussentijdse decoraties per persoon betreft zijn per jaar series dossiers per persoon aangelegd, welke alfabetisch zijn gerangschikt. De dossiers, die bescheiden bevatten betreffende tussentijdse toekenningen van koninklijke onderscheidingen bij afzonderlijk K.B. gedaan aan meerdere personen tegelijk, zijn per jaar chronologisch gerangschikt op datum van uitvaardiging van het K.B. Wat betreft de koninklijke onderscheidingen ter gelegenheid van de verjaardag van H.M. de Koningin zijn er per jaar series dossiers per persoon aangelegd, welke alfabetisch zijn gerangschikt. Van de onderscheidingen van meerdere personen tegelijk bij één K.B. is per jaar één dossier aangelegd. Ook voor de Nederlandse onderscheidingen aan buitenlanders en de buitenlandse onderscheidingen aan Nederlanders zijn per jaar series dossiers per persoon aangelegd,welke alfabetisch zijn gerangschikt. Van de onderscheidingen van meerdere personen tegelijk zijn per jaar series dossiers aangelegd, welke chronologisch zijn gerangschikt.
Van alle koninklijke onderscheidingen is een alfabetische persoonsnamenindex gemaakt.
Een indeling van de inventaris in hoofdrubrieken is nagelaten, aangezien overlappingen moeilijk te voorkomen zijn. De gekozen opstelling min of meer lopende van "Departement" naar "Onderwijs" en voorts "diverse bemoeiïngen" moet op zich als afdoende worden beschouwd.
Het ophouden van de vorming van de serie koninklijke onderscheidingen met het begin van de Duitse bezetting vormde mede een overweging om het eindjaar van het eerste gedeelte van de inventarisatie op 1940 te houden. Het Kabinet hield in 1940 overigens op Kabinet van de Minister te zijn; het werd dat van de Secretaris Generaal.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen: Afdeling Kabinet, nummer toegang 2.14.20, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, OKW / Kabinet, 1918-1940, 2.14.20, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Bijlagen

Archiefbestanddelen