Terug naar zoekresultaten

2.19.008 Inventaris van de archieven van het Nederlands Land-Comité-Aall [1921-1924]; Nederlands Comité tot Onderzoek van de Oorzaken van de Wereldoorlog [1924-1937], (1910) 1921-1937 (1960)

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.19.008
Inventaris van de archieven van het Nederlands Land-Comité-Aall [1921-1924]; Nederlands Comité tot Onderzoek van de Oorzaken van de Wereldoorlog [1924-1937], (1910) 1921-1937 (1960)

Auteur

L.M.Th.L. Hustinx

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1961 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Nederlands Comité Onderzoek Oorzaken Wereldoorlog
Nederland Comité Onderzoek Oorzaken Wereldoorlog

Periodisering

archiefvorming: 1921-1937
oudste stuk - jongste stuk: 1910-1960

Archiefbloknummer

I23361

Omvang

; 97 inventarisnummer(s) 1,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Nederlands Land-Comité-Aall Nederlands Comité tot Onderzoek van de Oorzaken van de Wereldoorlog

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van het Nederlandsch Land-Comité en Nederlands Comité tot Onderzoek van de Oorzaken van de Wereldoorlog over de jaren 1921-1937 bevat onder meer naamlijsten van buitenlandse sympathisanten, correspondentie met de Central Commission naar aanleiding van de oprichting van een Nederlands Comité, en publicaties van onderzoek naar de internationale betrekkingen kort voor het uitbreken van de (Eerste) Wereldoorlog.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Oprichting, afscheiding en opheffing.
In februari 1920 werd in Christiania naar het plan van de Noor dr Herman Harris Aall een internationale centrale commissie, de "Central Commission for Neutral Investigation of the Causes of the World War", opgericht, welke bestond uit gedelegeerden van land-comité's in Noorwegen, Zweden, Finland, en later Tsjechoslowakije, Frankrijk, Engeland, Italië, Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk.
Doel van deze internationale centrale commissie was: het instellen van een neutraal onderzoek naar de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog. Secretaris-generaal van de "Central Commission" was de Nederlander J.J. Bruna.
In september 1921 werd in Nederland, vooral op initiatief van prof. mr S.R. Steinmetz, hoogleraar in de politieke aardrijkskunde en de volkenkunde aan de Gemeente Universiteit te Amsterdam, het "Nederlandsch Comité-Aall" opgericht, welk comité zich op 15 oktober 1921 constitueerde.
Als eerste gedelegeerden naar het Centrale Comité werden aangewezen de directeur van het bureau voor 's-Rijks Geschiedkundige Publicatiën dr N. Japikse en J.B. Manger jr.
In de loop der jaren vormden zich in verschillende landen naast de bestaande landcomité's ook comité's, die òf het beleid van de bestaande landcomité's niet konden goedkeuren, òfwel een ander doel nastreefden. In Duitsland bijvoorbeeld was dit de redactie van het tijdschrift "Die Kriegsschuldfrage", uitgegeven door de "Zentralstelle für Erforschung der Kriegsursachen", en in Zwitserland een comité, opgericht door Fridtjof Nansen, Noors gedelegeerde bij de Volkenbond en winnaar van de Nobel-prijs voor de vrede in 1922.
Op 10 mei 1924 besloot het bestuur van het Nederlandsch Land-Comité onder voorzitterschap van dr Japikse zich af te scheiden van de "Central Commission for Neutral Investigation of the Causes of the World War" op grond van de beschuldiging, dat dr Aall te pro-duits zou zijn geweest en gezien de vreemde manipulaties van de Noorse secretaris Fastings met de verleende Amerikaanse financiële steun.
De statuten van het nu geformeerde "Nederlandsch Comité tot onderzoek van de Oorzaken van den Wereldoorlog", goedgekeurd bij K.B. van 13 oktober 1924 no. 66, vermelden als doelstelling: bevordering van een wetenschappelijke en onpartijdige beoordeling omtrent de oorzaken, die de oorlog in 1914 in het leven riepen en de deelneming daaraan der onderscheiden staten bepaalden, in aansluiting aan verenigingen en instellingen in andere landen.
Het Nederlandsch Comité beëindigde op 12 oktober 1934 haar werkzaamheden, daar het aantal leden, op wier financiële bijdragen het comité steunde, sterk slonk.
Op 12 april 1937 werd door de voorzitter, dr N. Japikse per brief aan de leden het voorstel gedaan, het Nederlandsch Comité op te heffen. Het ministerie van Justitie vermeldde op 22 mei 1937 bij missive no. 1307, van de ontbinding van het comité kennis te hebben genomen.
Bestuur.
Voorzitters, resp. bestuursleden van 1921 tot 1924 waren: lt.-generaal b.d. W.H. van Terwisga, de Algemeen Rijksarchivaris mr R. Fruin, dr N. Japikse, generaal b.d. C.J. Snijders en lt.-generaal R. Dufour, waarnaast als secretaris, resp. penningmeester fungeerden J.B. Manger jr. en J.J. Bruna.
Vanaf de afscheiding in 1924 tot de opheffing in 1937 nam dr N. Japikse het voorzitterschap waar. De oorlogsoorzaken maakten reeds lange tijd onderwerp van zijn studie uit. Omgang met de Duitse gezant stelde hem in staat het standpunt der centrale regeringen beter te begrijpen. Secretaris was vanaf 1924 P.J. van Megchelen, waarnaast J.J. Bruna tot zijn overlijden in maart 1931 als penningmeester functioneerde, opgevolgd in mei van dat jaar door lt.-generaal b.d. R. Dufour.
Secretaris P.J. van Megchelen nam vanaf 1934 tevens het penningmeesterschap waar.
Werkzaamheden.
Het Nederlandsch Comité publiceerde in september 1924 het eerste nummer van haar eigen orgaan: "Mededeelingen van het Nederlandsch Comité tot onderzoek van de Oorzaken van den Wereldoorlog", waarin studies werden gepubliceerd betreffende de allernieuwste geschiedenis, en waarvan tot juni 1928 regelmatig drie maal per jaar een nummer verscheen. In juni 1931 werd wegens ongunstige financiële omstandigheden, na een onregelmatige verschijning, de uitgave gestaakt.
Tussen 1924 en 1937 publiceerde het comité bij binnen- en buitenlandse uitgevers boekwerken, alle beantwoordende aan de doelstelling van het Comité.
Zo werden uitgegeven:
Dr N. Japikse, Europa en Bismarcks vredespolitiek , (Leiden, 1925). Hiervan verscheen te Berlijn in 1927 de Duitse vertaling onder de titel: "Europa und Bismarcks Friedenspolitiek" Prof dr H. Brugmans, De buitenlandsche politiek van het Britsche rijk van omstreeks 1870 tot 1914 , (Leiden, 1926) Generaal C.J. Snijders en lt.-gen. R. Dufour, De mobilisatiën bij de groote Europeesche mogendheden in 1914 en de invloed van de generale staven op het uitbreken van den wereldoorlog , (Leiden, 1927) J.S. Bartstra, Twaalf jaren vrije-handspolitiek; de internationale verhoudingen van 1890 tot 1902 , (dissertatie Leiden, 1928) W.J. Jouwersma, De Duitsch-Fransche oorlogscrisis van 1875 en haar voorgeschiedenis , (Leiden, 1928) J.B. Manger jr., De Triple-Entente; de internationale verhoudingen van 1902 tot 1909 , (Utrecht, 1934) Generaal R. Dufour, Van de Bosnische crisis tot Serajewo; de internationale verhoudingen, van 1909 tot 1914 , (Utrecht, 1935) Dr. N. Japikse, De uitbarsting , (Utrecht, 1936)
Het Nederlandsch Comité organiseerde daarnaast lezingen, zowel voor de leden van het Comité, alsook voor andere gezelschappen, waarbij als sprekers uit binnen- en buitenland optraden: dr Heinrich Hajnal: Die Oesterreich-Ungarische Wirtschaftspolitik gegenüber den Balkanländern in den letzten Dezenniën vor dem Kriege (Den Haag, november 1924); dr N. Japikse: Schijn en wezen van Bismarck's buitenlandsche politiek (Den Haag, april 1925) en: Beschouwingen over de zgn. schuldvraag in het neutrale buitenland (Berlijn en Frankfort a.M., januari 1925); J.B. Manger jr.: Beoordeling van de Balkanpolitiek der groote mogendheden vóór 1914 als factor ten oorlog (Den Haag, mei 1926); lt.-generaal b.d. R. Dufour: Duitschland's steun aan Oostenrijk-Hongarije bij het begin en bij het einde van de Bosnische crisis (Den Haag, mei 1927); generaal b.d. C.J. Snijders: Oorlogsoorzaken (Amsterdam en Den Haag, februari 1928); mr dr L.J.C. van Gorkom: Het ontstaan van den oorlog van 1870 (Den Haag, juni 1928); Th. van Welderen baron Rengers: Heeft de Duitsche regeering in Juli 1914 aangestuurd op een preventieven oorlog met Rusland? (Den Haag, juni 1930) en prof. dr E. Brandenburg: Die Deutsch-Englischen Bundnisverhandlungen um die Jahrhundertwende (Den Haag - in samenwerking met de Nederlandsch-Duitsche Vereeniging - oktober 1931).
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief werd in 1937 door dr N. Japikse aan het Algemeen Rijksarchief overgedragen.
Schenking (van een niet overheidsarchief)
De verwerving van het archief
Het archief is door schenking verworven.

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
Het archief werd in 1937 door dr N. Japikse aan het Algemeen Rijksarchief overgedragen, waar het in het voorjaar van 1961 geïnventariseerd werd door de volontair L.M.Th.L. Hustinx.
Ordening van het archief
Daar administratie en bestuur van de beide comité's in elkaar overliepen en hun stukken, vooral de notulen, niet te scheiden zijn, was bij deze inventarisatie afgezien van een volledige splitsing.
In de loop der jaren werd hierbij door de penningmeester, J.J. Bruna, een supplement gevoegd, dat deels betrekking had op zijn werkzaamheden in het Comité-Aall. In 1982 werd hieraan het archief van de voorzitter, dr N. Japikse toegevoegd door de heer J.F. Gosses in Leiden. Beide stukken werden in één supplement opgenomen, waarbij de bestanddelen van het hoofdarchief van het Nederlandsch Comité - dus de laatst binnengekomen stukken - het eerst werden beschreven.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nederlands Comité Onderzoek Oorzaken Wereldoorlog, nummer toegang 2.19.008, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Nederland Comité Onderzoek Oorzaken Wereldoorlog, 2.19.008, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Enkele stukken, afkomstig van lt.-gen. R. Dufour bevinden zich in zijn persoonlijke collectie:
  • toegangsnr. 2.21.183.20, Nationaal Archief

Archiefbestanddelen