Archief
Titel
2.25.31 Inventaris van het archief van het Prophylaxefonds, 1931-1950, en Praeventiefonds, 1950-1998
Auteur
J.C. Lubben, ZonMwCopyright
Nationaal Archief, Den Haag
2013 cc0Beschrijving van het archief
Naam archiefblok
Prophylaxefonds, 1931-1950, en Praeventiefonds, 1950-1998 Praeventiefonds
Periodisering
oudste stuk - jongste stuk: 1931-1998
Archiefbloknummer
P29Omvang
; 159 inventarisnummer(s) 7,30 meterTaal van het archiefmateriaal
Het merendeel der stukken is in het
Nederlands
Soort archiefmateriaal
Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.Archiefdienst
Nationaal ArchiefLocatie
Den HaagArchiefvormers
Prophylaxefonds 1913-1950 Praeventiefonds 1950-1998Samenvatting van de inhoud van het archief
De doelstelling van het Prophylaxefonds was te voorkomen dat werknemers ziek werden en zo te bereiken dat de kosten van de Ziektewet niet te veel op zouden lopen. In 1950 werd het Praeventiefonds opgericht, de opvolger van het Prophylaxefonds. De doelstelling van het Praeventiefonds was breder: ziektepreventie voor de gehele bevolking. In het archief bevinden zich voornamelijk vergaderstukken, beleidsstukken en stukken die dienen ter verantwoording van het handelen van de fondsen.Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
Prophylaxefonds
Bij de totstandkoming van de Ziektewet in 1913 is de oprichting van het Prophylaxefonds geregeld. In 1931 werd het Prophylaxefonds daadwerkelijk opgericht. De doelstelling van het Prophylaxefonds was het voorkomen dat werknemers ziek werden en zo te bereiken dat de kosten van de Ziektewet niet te veel zouden oplopen. Het Prophylaxefonds werd gefinancierd door de Raden van Arbeid en bedrijfsverenigingen die erkend waren in het kader van de Ziektewet. Ieder jaar werd op basis van de ontvangen premies bepaald hoeveel zij afdroegen aan het Prophylaxefonds. Dit werd gecoördineerd door de Verzekeringsraad. Het bestuur van het Prophylaxefonds bestond uit vertegenwoordigers van deze organisaties en werd ondersteund door een ambtelijk secretaris.
In de beginjaren werd vooral gesproken over de definiëring van preventie en een doelmatige besteding van het budget. Een deel van het budget werd besteed aan de preventie en behandeling van besmettelijke ziekten om verspreiding van deze ziekten te voorkomen. Het andere deel van het budget werd besteed aan de oprichting van organisaties die (onder verantwoording van het Prophylaxefonds) onderzoek deden naar chronische ziekten en werknemers behandelden zodat deze weer konden werken. Na de inval van de Duitsers in 1940 voorzag het bestuur wijzigingen als gevolg van de oorlog. Onder invloed van Duitsgezinde bestuursleden gebeurde dit ook en werden subsidies t.b.v. geslachtsziektebestrijding en de geestelijke gezondheidszorg geschrapt of verminderd. Deze subsidies zijn in 1946 zoveel mogelijk met terugwerkende kracht weer toegekend.
Door de beperkte doelgroep kwam het bestaan van het Prophylaxefonds ter discussie. Eigenlijk wilde men de gehele bevolking laten profiteren van de preventieve maatregelen. Om deze reden werd in 1950 het Prophylaxefonds opgeheven en het Praeventiefonds opgericht.
Praeventiefonds
Door de uitbreiding van de doelgroep met niet-ziekenfondsverzekerden werd het Praeventiefonds niet meer gefinancierd uit de premie die op basis van de Ziektewet werd geheven. Het budget kwam eerst uit het Vereveningsfonds en later uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten. Het Praeventiefonds zette de werkzaamheden van het Prophylaxefonds voort, maar in de loop der jaren werden minder structurele subsidies verleend en ging men eenmalige projecten subsidiëren. Om de structurele subsidies af te bouwen werden de organisaties die door het Prophylaxefonds waren opgericht verzelfstandigd en werd de invloed van het Praeventiefonds afgebouwd.
Aanvankelijk richtte het Praeventiefonds zich op het subsidiëren van voorlichtingsactiviteiten. In de loop der jaren kreeg wetenschappelijk onderzoek meer mogelijkheden voor subsidiering:
- Onderzoek dat erop was gericht om met gezondheidszorgactiviteiten te voorkomen dat gezonde mensen ziek worden;
- Onderzoek dat erop was gericht om door middel van gezondheidszorgactiviteiten mensen die zich gezond voelden te onderzoeken op bepaalde aandoeningen, met als doel een eventueel gevonden aandoening door behandeling te genezen dan wel verergering ervan af te remmen en/of complicatie ervan te voorkomen;
- Onderzoek dat erop was gericht om met gezondheidszorgactiviteiten te voorkomen dat invaliditeit of een grotere mate van invaliditeit optrad bij een overigens adequaat behandelde aandoening;
- Zogenaamd prepreventief onderzoek.
Het Praeventiefonds werkte tot 1994 niet met een beleidsplan. Tijdens vergaderingen werd het beleid besproken en vastgesteld. Pas op aandringen van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur werd in 1994 een beleidsplan geschreven. In de periode 1991 - 1994 werd in opdracht van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur onderzoek gedaan naar de besteding van Volksgezondheidsubsidies en hoe deze subsidies doelmatiger konden worden verdeeld. De adviezen die het ministerie ontving resulteerden in de opheffing van het Praeventiefonds en de oprichting van Zorgonderzoek Nederland in 1998.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Prophylaxefonds
Het archief van het Prophylaxefonds werd beheerd door de secretaris. Het is niet bekend of dit archief op het ministerie waar deze werkte of thuis werd bewaard. In 2000 trad de eerste medewerker archiefbeheer in dienst bij Zorgonderzoek Nederland en die trof toen maar een deel van het archief aan. Alle notulen van vergaderingen waren aanwezig en een paar andere documenten. Aangezien er door de Ziektewet een verband was met de rechtsvoorganger van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is daar nog geïnformeerd of zij nog documenten in hun bezit hadden, maar dit was niet het geval.
Praeventiefonds
Het archief van het Praeventiefonds werd in eerste instantie beheerd door de secretaris. Toen het Praeventiefonds kon beschikken over eigen kantoorruimte en personeel beheerden de medewerkers het archief onder verantwoording van de secretaris.
Bij de archivering van de stukken van het Praeventiefonds werd op een vrij omslachtige wijze, maar wel consciëntieus gewerkt. Alle poststukken werden geregistreerd en gekopieerd en zo ontstonden 3 archieven. Een archief in de kelder met alle originelen, een archief met alle kopieën bij het secretariaat en een archief van kopie projectdossiers bij de secretaris op de kamer. Het archief in de kelder en op het secretariaat werd na afronding van het jaar voor de algemene stukken en na afronding van het project van de subsidiedossiers samengevoegd. Het archief bij de secretaris bleef onaangeroerd op zijn kamer staan. Van de algemene stukken (stukken die geen subsidieproject betroffen) werd niets vernietigd.
Van de subsidiedossiers werd na 10 jaar of het kopie archief of het originele archief vernietigd zodat nog een archiefexemplaar aanwezig was. Het bestuur bepaalde wat er werd vernietigd; de ene keer werd bepaald dat de originelen vernietigd moesten worden, omdat op de kopieën aantekeningen stonden en de andere keer vond het bestuur dat de kopieën vernietigd moesten worden omdat het origineel het belangrijkst was. Hierdoor zijn niet altijd de originelen bewaard, maar zijn wel complete dossiers aangetroffen in 2000. Doordat bijna alles werd geregistreerd (bijvoorbeeld t/m de jaren 70 ook de kerstkaarten) zijn ook documenten aangetroffen die eigenlijk geen archiefstukken waren.
Het archief bij de secretaris is na zijn vertrek nog een tijdje bewaard. Dit is na een controle of deze stukken zich ook in de kelder bevonden vernietigd.
Ondanks de consciëntieuze werkwijze zijn toch losse stukken of dossiers verdwenen. Zo bleek dat dossiers werden uitgeleend aan een onderzoeker die onderzoek deed naar de geschiedenis van het Praeventiefonds en kwamen dossiers met vergaderstukken uit het archief van een universiteit. Deze dossiers zijn op basis van vertrouwen uitgeleend, maar het is niet genoteerd waardoor bij vertrek van de secretaris niet bekend was dat deze waren uitgeleend. Doordat de universiteit en onderzoeker contact opnamen met de medewerker archiefbeheer zijn de dossiers weer in het Praeventiefondsarchief opgenomen. Vermoedelijk zijn de missende stukken op deze wijze uitgeleend en niet meer teruggekomen.
Inhoud en structuur van het archief
Verantwoording van de bewerking
Algemeen
Voor de selectie en vernietiging is gebruik gemaakt van het BSD Prophylaxefonds (Sociale Zekerheid 1931 – 1950) en rechtsopvolger Praeventiefonds (Volksgezondheidssubsidies 1950 – 1998) (stcrt. Nr. 253 d.d. 29 december 2005)
Prophylaxefonds
De aangetroffen archiefbescheiden van het Prophylaxefonds hadden allemaal de waardering B (bewaren).
Praeventiefonds
Het archief van het Praeventiefonds is in twee blokken verdeeld. Het blok 1950 – 1988 is al overgedragen aan het Nationaal Archief. Het blok 1989 – 1998 wordt met deze inventaris overgedragen.
De te vernietigen archiefbescheiden zijn vernietigd als de bewaartermijn was verstreken. De te vernietigen dossiers waarvan de bewaartermijn nog niet is verstreken zijn in een archiefruimte geplaatst en worden later vernietigd.
Als van archiefbescheiden alleen een kopie aanwezig was is de kopie opgenomen in het dossier. Als het origineel aanwezig was zijn alle kopieën vernietigd tenzij er belangrijke aantekeningen op stonden, in dat geval zijn origineel en kopie bewaard.
Aangezien de Wet op Zorgonderzoek Nederland op zich liet wachten is Zorgonderzoek Nederland i.o. in 1995 gestart onder verantwoording van het praeventiefondsbestuur. Wij hebben er voor gekozen om het archiefdeel Zorgonderzoek Nederland i.o. (1995-1998) uit te sluiten van deze inventaris en later over te dragen met het archief van Zorgonderzoek Nederland.
Ordening van het archief
Het archief is verdeeld in Prophylaxefonds en Praeventiefonds, de twee archiefvormende organen. Beide delen zijn verder geordend van algemeen naar bijzonder. Eerst documenten die het functioneren van het orgaan vastleggen, vergaderingen, beleid en tot slot verantwoording.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
- Creëer een account of log in.
- Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
- Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Prophylaxefonds, 1931-1950, en Praeventiefonds, 1950-1998, nummer toegang 2.25.31, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Praeventiefonds, 2.25.31, inv.nr. ...
Verwant materiaal
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar