Terug naar zoekresultaten

2.15.32 Inventaris van het archief van het Ministerie van Sociale Zaken: Directoraat-Generaal van de Arbeid, (1920) 1962-1979

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.15.32
Inventaris van het archief van het Ministerie van Sociale Zaken: Directoraat-Generaal van de Arbeid, (1920) 1962-1979

Auteur

Centrale Archief Selectiedienst

Versie

11-06-2019

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1995 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Sociale Zaken: Directoraat-Generaal van de Arbeid
SZ / Dir.-Gen. Arbeid

Periodisering

archiefvorming: 1962-1979
oudste stuk - jongste stuk: 1920-1979

Archiefbloknummer

S28533

Omvang

; 1198 inventarisnummer(s) 44,50 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid / Directie voor de Arbeid Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid / Directoraat-Generaal van de Arbeid, 1961-1962, 1963-1972

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het beleidsterrein van het Directoraat-Generaal van de Arbeid richtte zich op het bevorderen van optimale arbeidsomstandigheden voor de werkende mens. De stukken in het archief hebben dan ook voornamelijk betrekking op sociaal arbeidsbeleid en veiligheids- en gezondheidsbeleid in arbeidssituaties. De meeste stukken gaan over wettelijke regelingen en de totstandkoming en uitvoering daarvan. Daarnaast bevat het archief onderzoeken en voorschriften met betrekking tot werktuigen en gevaarlijke stoffen.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Organisatie
Met de komst van dr. G.M.J. Veldkamp als minister (17 juli 1961) onderging de organisatie van het toenmalige Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid wijzigingen. Zo werden bij ministeriële beschikking van 21 december 1961, nr. 771/G, afdeling Bureau S.G., de Centrale Dienst van de Arbeidsinspectie (een buitendienst van het ministerie onder leiding van de directeur-generaal van de Arbeid) en de afdeling Arbeidersbescherming samengevoegd tot de Directie voor de Arbeid. De directeur-generaal van de Arbeid, Mr. P.H. Valentgoed nam de leiding van de nieuwe directie op zich. Vanaf 1963 zou de naam Directoraat-Generaal van de Arbeid (DGA) gaan luiden. Een organisatieschema van directie, respectievelijk directoraat-generaal zoals die was gedurende de periode waarover deze inventaris handelt, is opgenomen in de bijlagen.
Taak
Het beleidsterrein van het DGA richtte zich op het bevorderen van optimale arbeidsomstandigheden voor de werkende mens. Het voorbereiden en uitvoeren van wettelijke maatregelen op dit gebied betrof onder meer de Arbeidswet 1919, de Veiligheidswet 1934, de Silicosewet 1951, de Wet van 13 juli 1951 betreffende een wekelijkse rustdag voor toonkunstenaars, die dans- en amusementsmuziek ten gehore brengen, de Caissonwet 1905, later Wet op werken onder overdruk 1967 geheten, de Steenhouwerswet 1921, de Stuwadoorswet 1914, de Fosforluciferswet 1901, de Huisarbeidswet 1933, de Rijtijdenwet 1936, de Wet op de gevaarlijke werktuigen 1952, medewerking bij de uitvoering van de Hinderwet 1952 alsmede bevordering en toepassing van maatregelen met betrekking tot de Stoomwet 1953. Met betrekking tot de hierboven genoemde wetten hadden de afdelingen Arbeid (en Fabriekswezen), Arbeid I en Arbeidersbescherming als taakvoorgangers reeds het nodige verricht. ( Inventaris van het archief van de afdeling Arbeid (en Fabriekswezen) 1893-1941 van het Ministerie van Sociale Zaken en taakvoorgangers: zie toegang 2.15.31. Inventaris van het archief van de afdeling Arbeid I/ Arbeidersbescherming 1942-1962 door J.Th. Janssen (archief is nog niet overgedragen) ) . Naast uitbreiding en aanpassing van de bestaande wetgeving kwamen als nieuwe elementen de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 en de Kernenergiewet 1963 voor zover deze verband houdt met arbeidsbescherming. Een belangrijke taak in de periode 1969-1979 is het voorbereiden van de Arbeidsomstandighedenwet geweest. Deze wet bevat voorschriften ter verzekering van de veiligheid, ter bescherming van de gezondheid en ter bevordering van het welzijn van werknemers in verband met de arbeid. Na afkondiging van de wet in 1980 zouden de Veiligheidswet 1934, de Silicosewet 1951, de Wet op werken onder overdruk 1967 en de Stuwadoorswet 1914, voor wat betreft het veiligheidsaspect, er in opgaan. De subsidieregeling Arbeidsplaatsverbetering (1975 en volgende jaren) had tot doel de te verrichten arbeid meer aantrekkelijk voor de werknemer te maken door het verbeteren van zowel de materiële (lawaai, vuil werk) als de immateriële (monotonie, onvoldoende bewegingsvrijheid) arbeidsomstandigheden.
Overzicht directeuren-generaal en hun plaatsvervangers over de periode 1962-1979
  • directeur-generaal
    • 1961-1968 Valentgoed, mr. P.H.
    • 1968-1970 Reij, ir. W.C.
    • 1972-1973 Steenbergen, ir. M.H.
    • 1975-1991 Roos, ir. A.J. de
  • plv.directeur-generaal
    • (1977)-1980 Tinga, mr. E.
Overzichten
  • Afdeling Arbeid (1918) 1940-1941
  • Afdeling Arbeid I 1/1/1942-1946
  • Afdeling Arbeidersbescherming 1947-1960
  • Directie voor de Arbeid 1961-1962
  • Directoraat-Generaal van de Arbeid 1963-1979
  • Ministerie van Arbeid: 1918
  • Ministerie van Arbeid, Handel en Nijverheid: 1922
  • Ministerie van Economische Zaken en Arbeid: 1932
  • Ministerie van Sociale Zaken: 1933
  • Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: 1981
Organisatieschema Directie voor de Arbeid/Directoraat-Generaal van de Arbeid volgens de Staatsalmanak in de periode 1962-1979
Toelichting:
  • Het jaartal tussen haken vooraan betekent: de taak bestond al eerder maar binnen een andere organisatie-eenheid.
  • Het jaartal tussen haken aan het eind betekent: na dit jaar verhuist de taak naar een andere organisatie-eenheid.
  • Geen eind-jaartal: de taak loopt door ná de onderzochte periode.
  • De kaders 1, 2, 18, 19, 20 en 21 zijn nader uitgewerkt in subschema's.
Schema A1Embedded Image Schema A2Embedded Image Schema BEmbedded Image Subschema 1 en 2Embedded Image Subschema 18 en 19Embedded Image Subschema 20Embedded Image Subschema 21Embedded Image
Geschiedenis van het archiefbeheer
De datum 1 januari 1962 toen de Directie voor de Arbeid begon te funktioneren markeert het begin van de looptijd van het geïnventariseerde archief. Het eind ervan is vastgesteld op 31 december 1979 in verband met de vorming van 10-jaren blokken. Het materiaal was geordend volgens de op de Universele Decimale Classificatie gebaseerde archiefcode (UDC). Bescheiden uit de periode van vóór 1962 zijn, voor zover deze geen onderdeel uitmaakten van de betreffende zaak, afgezonderd en als taakvoorganger aan het ministerie geretourneerd. Indien bescheiden in belangrijke mate met de betreffende zaak of het onderwerp verbonden waren, zijn deze in het dossier gelaten. Dossiers in het taakgedeelte waarin de bescheiden betrekking hadden op meerdere wetten zijn onder de rubriek 2.1 algemeen opgenomen. Archiefbescheiden betreffende commissies, werkgroepen e.d., waarvan het secretariaat werd gevoerd door het DGA, zijn opgenomen in de rubrieken waar de taak/taken van deze commissies/werkgroepen betrekking op hadden. Commissie-archieven waarvan de looptijd overging in de periode na 1979 zijn in het blok 1980-1989 opgenomen. Bij het volgens de 6-code uit de UDC geordende materiaal is vermelding van de code gehandhaafd om redenen van gemak bij het raadplegen. Na ordening heeft rangschikking van het materiaal plaatsgevonden volgens een schema dat gebaseerd is op de elementen arbeids- en rusttijden, veiligheid, gezondheid en welzijn. Binnen de begrippen "sociaal arbeidsbeleid in arbeidssituaties" en "veiligheids- en gezondheidsbeleid in arbeidssituaties" zijn de wetten en wetsontwerpen chronologisch geordend. Bij het beschrijven van de bestanddelen is in hoofdzaak gebruik gemaakt van de termen 'Dossier(s) inzake en Stukken betreffende'. Bij 'Dossier inzake' betreft het een zaak met een eindigend complex van handelingen, bij 'Stukken betreffende' is het bestanddeel meer op het onderwerp gericht. In het geïnventariseerde materiaal bestaan lacunes, deze betreffen:
  • de Fosforluciferswet 1901;
  • de Wet van 13 juli 1951 betreffende een wekelijkse rustdag voor toonkunstenaars, die dans- en amusementsmuziek ten gehore brengen.
De verwerving van het archief
De rechtstitel is (nog) onbekend
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
De selectie van het materiaal heeft plaatsgevonden aan de hand van de "Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende stukken behorende tot de archieven van het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid d.d. 16 januari 1967", alsmede de "Lijst van te vernietigen archiefbescheiden van het Directoraat-Generaal van de Arbeid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid d.d. 16/30 maart 1993, (zie bijlagen). Voor een opgave van in het verleden vernietigd materiaal wordt verwezen naar inventarisnummer 126. De omvang van het vernietigde bestand bedroeg 196 strekkende meter. Het uiteindelijke archief omvat 36 strekkende meter.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Sociale Zaken: Directoraat-Generaal van de Arbeid, nummer toegang 2.15.32, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, SZ / Dir.-Gen. Arbeid, 2.15.32, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Bijlagen

Staat van categorieën waaronder bescheiden zijn vernietigd volgens de 'Lijst van te vernietigen archiefbescheiden van het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid d.d. 16 januari 1967.'
Kenmerk CRM/AON nr. 134762 resp. SZV/KAZ nr. 185111.
I. Algemeen
Omschrijving Vernietigingstermijn
1. Uitnodigingen tot het bijwonen van feestelijkheden, jubilea, aanbiedingen van gelukwensen aan personen en instellingen, voorzover deze niet tot nadere correspondentie hebben geleid. 2 jaar
2. Geleidebrieven, voorzover zij geen bijzondere opmerkingen bevatten. 2 jaar
3. Afschriften, duplicaten, rappelbrieven, ontvangstbevestigingen en correspondentie inzake de overdracht van stukken ter afdoening door andere instanties. 2 jaar
4. Stukken betreffende het verstrekken van gebruikelijke of eenvoudige inlichtingen en mededelingen, alsmede correspondentie inzake het verstrekken van afschriften en/of duplicaten. 3 jaar
6. Enquête-formulieren en andere periodieke opgaven, waarvan de gegevens zijn overgenomen in registers of op staten, in statistieken en in officiële uitgaven. 1 jaar
8. Agenda's, notulen en verslagen van instellingen, diensten, bedrijven en verenigingen, welke noch onder het ministerie ressorteren noch door het ministerie worden gesubsidieerd. 3 jaar
9. Stukken betreffende uitnodigingen, hotelreserveringen en besprekingen van vergaderruimte. 2 jaar
10.Convocaties, oproepingen, uitnodigingen, mededelingen e.d. betreffende vergaderingen en bezoeken, alsmede agenda's betreffende bijeenkomsten van eigen personeel eventueel met derden. 2 jaar
III. Financiële aangelegenheden
15. Stukken betreffende verrekeningen over afgesloten dienstjaren. 6 jaar
16. Stukken betreffende het financieel beheer van diensten en instellingen, ressorterende onder het ministerie, met uitzondering van vigerende regelingen. 6 jaar
17. Stukken betreffende financiële verantwoordingen aan de Minister van diensten en gesubsidieerde instellingen. 10 jaar na décharge
25. Stukken betreffende de inning van ontvangsten en het doen van uitgaven, voor zover niet gebezigd als boekingsstuk. 5 jaar
27. Stukken betreffende de controle door de afdeling Comptabiliteit van het ministerie op de financiële administraties van afdelingen, diensten en gesubsidieerde instellingen. 10 jaar
IV. Benodigdheden en hulpmiddelen. Gebouwen.
34. Stukken betreffende de aanschaffing van kantoor-benodigdheden. 2 jaar
35. Stukken betreffende de aanschaffing van kantoor-machines, kasten, rekken en drukwerken ten behoeve van de onder het ministerie ressorterende afdelingen, diensten en instellingen. 4 jaar
39. Stukken inzake de aanschaffing van boekwerken en tijdschriften. 2 jaar
40. Stukken betreffende abonnementen en lidmaatschappen. 2 jaar na afloop van abonnement of lidmaatschap
45. Ingekomen telexberichten (duplicaatverzameling). 1 jaar
48. Algemene correspondentie betreffende voorlichtingsactiviteiten. 5 jaar
49. Stukken betreffende de voorbereiding en bijwoning van persconferenties, tentoonstellingen, congressen en voordrachten met uitzondering van de desbetreffende verslagen. 5 jaar
59. Stukken betreffende huur, onderhoud en inrichting van gebouwen van het ministerie en de daaronder ressorterende diensten en instellingen, met uitzondering van de contracten. 6 jaar na vervaldatum
V. Commissies
60. Stukken betreffende benoeming, aanwijzing of ontslag van leden van commissies ingesteld door of namens de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid mits van de samenstelling van de commissie een overzicht bewaard wordt. ( Indien het lidmaatschap van een commissie-ambtenaarschap in de zin van de Pensioenwet 1922 tengevolge heeft, worden de desbetreffende personele bescheiden niet vernietigd. ) 5 jaar na afloop van de zittingstermijn
61. Stukken betreffende benoeming, aanwijzing of ontslag van leden van commissies niet ingesteld door of namens de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. 2 jaar na afloop van de zittingstermijn
62. Agenda's en verslagen van commissies niet ingesteld door of namens de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. 5 jaar na opheffing der commissie
VI. Wetten, besluiten, beschikkingen, reglementen en verordeningen
64. Stukken betreffende de voorbereiding van wetten, algemene maatregelen van bestuur en andere wettelijke regelingen, welke niet zijn (mede-)ondertekend door de Minister c.q. Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid. 5 jaar na plaatsing in het Staatsblad
VII. Deelneming, uitnodiging en vertegenwoordiging
66. Stukken betreffende het arrangeren van bezoekprogramma's voor en het doen van uitnodigingen aan Nederlandse en buitenlandse autoriteiten. 3 jaar
VIII. Personeel
77. Vacaturebladen en -opgaven. 1 jaar na datum deponering
79. Sollicitatiestukken van niet-benoemden. 2 jaar
94. Voorschriften en correspondentie van algemene aard betreffende vergoedingen voor gebruik eigen auto, eigen bureau-ruimte, geleden schade, ploegen- en onregelmatige dienst, representatie, waarnemen hoger bezoldigde functie, bedrijfszelfbescherming e.d. 6 jaar na het vervallen der vergoeding
96. Stukken betreffende binnenlandse en buitenlandse dienstreizen met uitzondering van de verslagen en rapporten. 6 jaar
105. Voorschriften en correspondentie van algemene aard betreffende cursussen en vergoedingen. 6 jaar
IX. Persoonlijke Gevallen
108. Brieven van en aan particulieren betreffende inlichtingen en/of klachten met uitzondering van die brieven, welke aanleiding hebben gegeven tot behandeling door een beleidsafdeling. 3 jaar
XI. Arbeidsaanlegenheden
123. Adviezen van de Directeur-Generaal van de Arbeid aan de Minister van Defensie inzake vrijstelling van militaire dienst. 10 jaar na dagtekening
124. Formulieren houdende gegevens betreffende het onderzoek door geneeskundigen van de Arbeidsinspectie van ziektegevallen ontstaan door invloed van schadelijke en/of giftige stoffen. 5 jaar
125. Formulieren houdende gegevens betreffende het onderzoek van vergiftigingsgevallen door geneeskundigen van de Arbeidsinspectie. 5 jaar
126. Stukken betreffende keuringen verricht door geneeskundigen van de Arbeidsinspectie. 5 jaar
128. Stukken betreffende het onderzoek van monsters verricht door de Scheikundig Adviseur bij de Arbeidsinspectie in verband met het voorkomen van beroepsziekten. 15 jaar
135. Stukken betreffende opgaven aan de Arbeidsinspectie van ontploffingen en branden door gasflessen, verstrekt door de Inspectie voor het Brandweerwezen. 5 jaar
Staat van categorieën waaronder bescheiden zijn vernietigd volgens de 'Lijst van te vernietigen archiefbescheiden van het Directoraat-Generaal van de Arbeid van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dd. 16/30 maart 1993'
Kenmerk WVC/93.207 WK/E.I.B. resp. SZW/CDAZ 93/0757.
I. Arbeidsomstandighedenwet
Cat. nr. Omschrijving V-termijn Wettelijke grondslag en/of toelichting
1. Dossiers betreffende de behandeling van bezwaarschriften, ingediend op grond van art. 42 van de Arbeidsomstandighedenwet. 5 jaar Arbeidsomstandighedenwet, art. 42.
II. Arbeidswet 1919
3. Dossiers betreffende de behandeling van beroepschriften, ingediend tegen de beslissing van het districtshoofd van de Arbeidsinspectie, inzake het verlenen van machtigingen tot overwerk. 5 jaar Arbeidswet 1919, art. 19 en 28.
6. Dossiers betreffende de behandeling van beroepschriften, ingediend tegen de beslissing van het districtshoofd van de Arbeidsinspectie, inzake verzoeken om vrijstelling ten aanzien van het bepaalde met betrekking tot het verlenen van rusttijden tussen begin en einde van de dagelijkse werktijd. 5 jaar Arbeidswet 1919, art. 98 quater.
7. Dossiers betreffende de behandeling van beroepschriften, ingediend tegen de beslissing van het districtshoofd van de Arbeidsinspectie, inzake verzoeken om vrijstelling ten aanzien van het bepaalde in het Jongerenstatuut met betrekking tot het verbod van kinderarbeid, arbeid in verband met onderwijs, arbeids- en rusttijden alsmede bijzondere voorschriften inzake gezondheid en veiligheid. 5 jaar Arbeidswet 1919, art. 9p en 9q.
Richtlijnen verbod van kinderarbeid 1984, nr. - HASB/84/8544.
8. Dossiers betreffende de behandeling van beroepschriften, ingediend tegen de beslissing van het districtshoofd van de Arbeidsinspectie, inzake verzoeken om vrijstelling ten aanzien van het bepaalde met betrekking tot het verbod van arbeid van jeugdige personen en vrouwen in winkels en apotheken, kantoren en in het kunst- en amusementsbedrijf. 5 jaar Arbeidsbesluit 1920, art. 68, 69 en 72.
12. Dossiers betreffende de behandeling van beroepschriften, ingediend tegen de beslissing van het districtshoofd van de Arbeidsinspectie, inzake verzoeken om vrijstelling ten aanzien van het bepaalde met betrekking tot de gebondenheid aan arbeidslijst of rooster. 5 jaar Werktijdenbesluit voor restgroepen, art. 21.
Werktijdenbesluit voor pakhuizen, art. 23.
Werktijdenbesluit voor bioscopen, art. 15.
Werktijdenbesluit voor bad- en zweminrichtingen, art. 20.
13. Dossiers betreffende de behandeling van beroepschriften, ingediend tegen de weigering, voorwaardelijke vrijstelling of intrekking door het districtshoofd van de Arbeidsinspectie van een gelijkstelling van personen met degenen voor wie afwijking van arbeids- en rusttijdbepalingen is toegestaan. 5 jaar Werktijdenbesluit voor restgroepen, art. 24.
Werktijdenbesluit voor pakhuizen, art. 26.
Werktijdenbesluit voor bioscopen, art. 18.
Werktijdenbesluit voor bad- en zweminrichtingen, art. 23.
Werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936, art. 77.
Werktijdenbesluit voor winkels 1932, art. 19.
Werktijdenbesluit voor kantoren 1937, art. 9.
Werktijdenbesluit voor apotheken, art. 20.
Werktijdenbesluit voor koffiehuis- en hotelpersoneel 1949, art. 22.
Verplegingsbesluit, art. 2.
14. Dossiers betreffende de behandeling van beroepschriften, ingediend tegen de beslissing van het districtshoofd van de Arbeidsinspectie, met betrekking tot de aanwijzing van een vrije halve dag bij arbeid in een slagerij, poelierswerkplaats of werkplaats voor het schoonmaken van vis, schaal- of schelpdieren behorende bij een winkel. 5 jaar Werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936, art. 17.
15. Dossiers betreffende de behandeling van beroepschriften, ingediend tegen de beslissing van het districtshoofd van de Arbeidsinspectie, inzake verzoeken om vrijstelling ten aanzien van het bepaalde met betrekking tot zondagsarbeid in broodbakkerijen. 5 jaar Werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936, art. 57e.
18. Dossiers betreffende de behandeling van beroepschriften, ingediend tegen de beslissing van het districtshoofd van de Arbeidsinspectie, inzake het verlenen van machtigingen tot overwerk. 5 jaar Beschikking van 7 december 1954, nr. 3980, betreffende de vaststelling van modellen van formulieren in verband met overwerk, sub D.
Werktijdenbesluit voor winkels 1932, art. 10.
Werktijdenbesluit voor kantoren 1937, art. 12.
Werktijdenbesluit voor apotheken, art. 13 en 14.
Werktijdenbesluit voor koffiehuis- en hotelpersoneel 1949, art. 12.
Verplegingsbesluit, art. 18.
III. Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen
19. Dossiers betreffende de behandeling van de door de op verzoek van de Raad van State door de Staatssecretaris als bezwaarschrift aangemerkte beroepschriften op de door het districtshoofd van de Arbeidsinspectie afgewezen verzoek om ontheffing van het verbod op de werktijdverkorting. 5 jaar Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, art. 8.
20. Dossiers betreffende de kontakten met internationale organisaties. 5 jaar Bewaard blijven internationale richtlijnen, betrekking hebbende op de taak van het directoraat-generaal.
IV. Bestrijdingsmiddelenwet
21. Dossiers betreffende de behandeling van beroepschriften, ingediend tegen de beslissing van het districtshoofd van de Arbeidsinspectie inzake verzoeken om vervoer en gebruik van bestrijdingsmiddelen. 5 jaar Bestrijdingsmiddelenwet 1962, art. 13.
22. Dossiers betreffende de behandeling van verzoeken om afgifte van bewijzen van deskundigheid of bewijzen van het in dienst hebben van deskundigen, vereist bij het hanteren van bestrijdingsmiddelen. 5 jaar Bestrijdingsmiddelenbesluit, art. 14a en 14b.
De deskundigheidsbewijzen zijn 5 jaar geldig.
23. Dossiers betreffende de behandeling van verzoeken om afgifte van legitimatiebewijzen, vereist voor de verkoop van bestrijdingsmiddelen. 5 jaar Bestrijdingsmiddelenbeschikking, art. 22.
V. Dienstplichtwet
24. Dossiers betreffende de advisering van de Minister van Defensie inzake de behandeling van verzoeken tot vrijstelling van militaire dienstplicht. 10 jaar Dienstplichtwet, art. 2 en 20.
VI. Wet op de gevaarlijke werktuigen (WGW)
27. Ter kennisname door de keuringsinstelling toegezonden mededelingen van afkeuring en maandoverzichten van certificaten van goedkeuring: b. op grond van het Besluit spanninggevers voor schrikdraden 15 jaar Het betreft hier keuring door het Instituut voor Mechanisatie, Arbeid en Gebouwen en de NV K.E.M.A.Regeling van 11 november 1958, no. 6552, ter uitvoering van de WGW en het Besluit spanninggevers voor schrikdraden, art. 2.
28. Dossiers betreffende de behandeling van verzoeken om ontheffing van het bepaalde bij de Wet op de gevaarlijke werktuigen. 5 jaar na het verstrijken van de ontheffingstermijn Regeling van 1 juli 1958, no. 3201, ter uitvoering van de WGW en het Dorsgarniturenbesluit, art. 3.
Regeling van 11 november 1958, no. 6552, ter uitvoering van de WGW en het Besluit spanninggevers voor schrikdraden, art. 10.
Regeling van 19 april 1967, no. 5340, ter uitvoering van de WGW en het Besluit schiethamers, art. 8.
Regeling van 28 december 1967, no. 6516, ter uitvoering van de WGW en het Besluit Acetyleenontwikkelaars, art. 11.
29. Dossiers betreffende de behandeling van verzoeken om toekenning van certificaten van goedkeuring en waarmerking van goedgekeurde monsters. 5 jaar na einde geldigheid van de certificaten Regeling van 19 april 1967, no. 5340, ter uitvoering van de WGW en het Besluit schiethamers, art. 3 en 9.
Regeling van 28 december 1967, no. 6516, ter uitvoering van de WGW en het Besluit acetyleenontwikkelaars, art. 2.
Keuring geschiedt door het directoraat-generaal zelf. De onderzoeksrapporten zijn onder deze categorie begrepen.
30. Dossiers betreffende het aanbrengen van een afkeuringsmerk op afgekeurde installaties door de electro-technisch ambtenaar van het directoraat-generaal. 15 jaar Regeling van 11 november 1958, no. 6552, ter uitvoering van de WGW en het Besluit spanninggevers voor schrikdraden, art. 10.
VIII. Rijtijdenwet
39. Dossiers betreffende de (machtiging aan districtshoofden tot) verlening van ontheffing van het bepaalde in het Rijtijdenbesluit. 5 jaar Rijtijdenbesluit, art. 26 en 28.
X. Diverse wetten
44. Dossiers betreffende het toezicht op de naleving van de Arbeidsomstandighedenwet, de Wet Gevaarlijke Werktuigen en de Wet Gevaarlijke Stoffen. 5 jaar Het betreft de melding aan en/of raadpleging van het directoraat-generaal inzake afzonderlijke gevallen, door de districtshoofden van de Arbeidsinspectie en de inspecteurs van de Havenarbeid, alsmede de onderzoeken naar deze afzonderlijke gevallen.
Bewaard blijven de naar aanleiding van deze gevallen uitgevaardigde algemene voorschriften (onder andere vastgelegd in P-bladen) en de onder verantwoordelijkheid van het directoraat-generaal uitgebrachte rapporten van algemene onderzoeken.
OmschrijvingVernietigingstermijnCat. nr.OmschrijvingV-termijnWettelijke grondslag en/of toelichting

Archiefbestanddelen