Terug naar zoekresultaten

2.21.069 Inventaris van het archief van P.R.W. van Gesseler Verschuir [levensjaren 1883-1962], 1892-1960

Download inventaris als PDFDownload inventaris als XML

Bekijk de zoekhulp bij dit archief

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Beschrijving

ArchiefBeschrijving van het archiefArchiefvormingAanwijzingen voor de gebruikerVerwant materiaal

Archief

Titel

2.21.069
Inventaris van het archief van P.R.W. van Gesseler Verschuir [levensjaren 1883-1962], 1892-1960

Auteur

J.A.A. Bervoets

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1975 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Collectie 256 P.R.W. van Gesseler Verschuir
Gesseler Verschuir, van

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1892-1960

Archiefbloknummer

C22048

Omvang

; 61 inventarisnummer(s) 0,20 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Pieter Rudolph Wolter van Gesseler Verschuir (1883-1962)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van Pieter Rudolph Wolter van Gesseler Verschuir (1883-1962) bevat voornamelijk stukken betreffende zijn ambtelijke loopbaan in Nederlands Indië; van Gesseler Verschuir begon op de secretarie in Batavia, werkte vervolgens als controleur op voornamelijk Java en Madura, als resident onder de gouverneur van West-Java en werd uiteindelijk aangesteld als gouverneur van Jogjakarta. Daarnaast zijn er in het archief briefwisselingen te vinden met commentaar op uitlatingen van Sukarno, teksten van redevoeringen, programma's van ceremoniële activiteiten en stukken betreffende zijn dienstverband als reserve bij het KNIL.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Pieter Rudolph Wolter van Gesseler Verschuir werd op 10 mei 1883 in Groningen geboren als zoon van Johannes van Gesseler Verschuir en Joke Muller. Hij bezocht in Utrecht de 5-jarige H.B.S. en, nadat hij in 1892 zijn diploma had behaald, volgde hij aan de universiteit van Leiden de opleiding voor het Groot Indisch Ambtenaarsdiploma, die hij in de zomer van 1904 met een geslaagd examen afrondde. Zijn ambtelijke loopbaan begon in 1905 toen hij bij goevernementsbesluit van 28 april, nr. 114, ter beschikking werd gesteld van de Algemene Secretaris van Batavia. ( Een staat van dienst opgemaakt door Van Gesseler Verschuir tijdens zijn assistent-residentschap in Kudus, bevindt zich in inventarisnummer 20.1 ) Op 21 oktober 1905 werd hij bij goevernementsbesluit nr. 35 benoemd tot aspirant-controleur bij het Binnenlands Bestuur op Java en Madura en vervolgens geplaats in de residentie Surabaja. Op 20 oktober 1906 volgde bij goevernementsbesluit nr. 25 zijn bevordering tot Controleur: hij werd door de directeur van Binnenlands bestuur achtereenvolgens geplaatst in Banjuwangi (residentie Besuki, besluit van 25 oktober 1906, nr. 830), in Panarukan (residentie Besuki, besluit van 17 juni 1908, nr. 8093), in Bondowoso (residentie Besuki, besluit van 17 november 1910, nr. 16293/18) en in Zuid-Sumenep (residentie Madura, besluit van 17 mei 1912, nr. 207). Van Gesseler Verschuir kreeg bij goevernementsbesluit van 25 januari 1913, nr. 61, wegens langdurige dienst verlof om zich naar Nederland te begeven. Daar werd zijn verlof verlengd om hem in staat te stellen een opleiding aan de Nederlands-Indische Bestuursacademie in Den Haag te volgen. Tijdens lezingen aldaar ontpopte hij zich als een gemachtigd voorstander van de z.g. "ethische richting" van Snouck Hurgonje en Ch.T. van Deventer en een voorstander van een door de Nederlandse overheid gecontroleerd onderwijsbeleid ter verheffing van de inlander. ( Dit blijkt o.a. uit een lezing, gehouden voor de Nederlands-Indische Bestuursacademie, waarin hij het beleid van het Britse goevernement in Voor-Indië bekritiseert (inventarisnummer 48) )
Na zijn terugkeer in Nederlands Indië werd hij door de directeur van Binnenlands Bestuur bij diens besluit van 3 november 1915, nr. 1416/CI, geplaats als controleur in Kuningan (Residentie Cheribon), en bij diens besluit van 31 maart 1917, nr. 519/CI, in stad en voorsteden van Batavia. Op 10 februari 1919 besloot de resident van Batavia hem speciaal te belasten met voedselvoorziening. Deze taak werd bij goevernementsbesluit van 19 maart 1920, nr. 2, gehonoreerd met een assistent-residentspositie. Een normaal assistentresidentschap volgde hij goevernementsbesluit van 12 augustus 1921, nr 1. In 1922 ging hij opnieuw op verlof, waarna hij bij goevernementsbesluit van 25 maart 1924, nr. 3, werd benoemd tot assistent-resident van Kudus. Een verantwoordelijker positie volgde toen hij bij goevernementsbesluit van 25 augustus 1925, nr. 3, aangesteld werd als resident ter beschikking van de goeverneur van West-Java, en bij goevernementsbesluir van 8 juli 1926, nr. 1, het regenstschap Midden-Preanger werd aangewezen. Het was een periode, waarin na het Britse ook het Nederlandse goevernement werd geconfronteerd met inlandse oppositie, waarbij vooral communistische stakingsbewegingen en de Partai Nasional Indonesia van ir. Sukarno zich lieten gelden.Bij goevernementsbesluit van 24 augustus 1929 werd Van Gesseler Verschuir benoemd tot goeverneur van Jogjakarta, wellicht ter compensatie van een afwijzing van zijn Kandidatuur voor het goeverneurschap van West-Java. Vreemdeling als hij was in de Vorstenlanden, wist hij zich wonderwel aan de daar heersende gebruiken aan te passen en nam hij elke gelegenheid te baat om in goede relatie te komen met de inlandse hoofden. Nadat in 1932 een verzoek om buitengewoon verlof naar Nederland was afgewezen, nam hij in 1933 ontslag als goeverneur en ging hij met pensioen.
Van Gesseler Verschuir, die sedert 24 juli 1908 was gehuwd met Agnes Mary Pownall, overleed op 27 mei 1962 in Den Haag.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De papieren van Van Gesseler Verschuir werden na zijn dood overgedragen aan de bibliotheek van het ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Overzeese Rijksdelen, waar zij werden aangetroffen door de beheerder van de archieven betreffende de overzeese rijksdelen.
In 1973 werd deze collectie, tezamen met de collectie H.Th. Hoffmann, aan het Algemeen Rijksarchief overgedragen. ( Correspondentie van de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief, 1973 D 9.91. )
De rechtstitel is (nog) onbekend

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie 256 P.R.W. van Gesseler Verschuir, nummer toegang 2.21.069, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Gesseler Verschuir, van, 2.21.069, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen