Terug naar zoekresultaten

2.13.93 Inventaris van het archief van de Legercommandant Australië, vanaf 27 oktober 1943 Commandant der Nederlands-Indische Strijdkrachten, 1942-1946

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.13.93
Inventaris van het archief van de Legercommandant Australië, vanaf 27 oktober 1943 Commandant der Nederlands-Indische Strijdkrachten, 1942-1946

Auteur

H.E.M. Mettes

Versie

30-03-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1999 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Defensie: Legercommandant Australië, later Commandant der Nederlands-Indische Strijdkrachten
Legercommandant Australië

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1942-1946

Archiefbloknummer

D27534

Omvang

; 27 inventarisnummer(s) 1,80 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Defensie, Commandant der Nederlands-Indische Strijdkrachten Ministerie van Defensie, Legercommandant Australië

Samenvatting van de inhoud van het archief

Dit archief bevat voornamelijk gegevens over operaties van de Netherlands Forces Intelligence Service (Nefis), de zogenoemde Nefis-parties in Nederlands Nieuw-Guinea, voorts vliegerlogboeken van de squadrons 18, 119 en 120 van de militaire luchtvaart in Australië. Bevat tevens archivalia van de Netherlands Liaison officer bij de Royal Australian Airforce in Morotai en van Jhr. J.M.R. Sandberg, lid van de Generale Staf in Brisbane.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Een korte organisatiegeschiedenis van de bevelsorganisatie van het Nederlandse leger te Australië, met name van de Koninklijke marine, 1942-1947
Na 8 maart 1942, de val van Java, week een deel van de beroepsmilitairen uit naar Ceylon, terwijl ongeveer 1100 militairen uitweken naar Australië. Aangezien deze onvrijwillige ballingschap ongepland was, was er in de eerste weken in Australië geen sprake va enige operationele of administratieve organisatie. Het was enkel duidelijk dat de militairen in Australië onder commando vielen van de bevelhebber der strijdkrachten in het oosten (BSO). Op of omstreeks 1 maart 1942 werd schout-bij-nacht F.W. Coster, die zich in Australië bevond als voorzitter van de commissie tot aankoop van defensiematerieel, benoemd tot marinecommandant Australië (MCA). Aangezien Helfrich in Australië de behoefte had aan een onderbevelhebber, werd hij bovendien tegelijkertijd benoemd tot plaatsvervanger van de bevelhebber der strijdkrachten in het oosten(OBSO). Op 23 juni 1942 stelde de MCA over het KNIL-personeel in Australië een voorlopig waarnemend commandant aan, die later de titel legercommandant Australië zou voeren (LCA).
Afhankelijk van ouderdom in rang trad de LCA dan wel de MCA als OBSO op, namelijk de oudste in rang of anciënniteit van de in Australië dienende officier van land- danwel zeemacht. De BSO - en dus ook de OBSO - waren feitelijk alleen administratieve bevelhebbers. Operationeel waren ze ondergeschikt aan de geallieerde opperbevelhebbers.
De OBSO voerde het bevel over het in de South West Pacific Area gestationeerde Nederlandse en Nederlands-Indische legerpersoneel. Dit bevel beperkte zich echter tot die zaken, welke de gehele weermacht als één geheel beschouwd raakten. Deze enigszins cryptische instructie werd nader uitgewerkt in een brief van de BSO. Als zaken die dit betroffen werden aangehaald wijzigingen in de traktementen, soldijen, toelagen, pensioenen en onderstanden, het verlenen van hogere (tijdelijke) rangen in bepaalde functies.
Op 1 mei 1943 werden door de BSO voor de OBSO, MCA en LCA instructies vastgesteld waarin bovendien de onderlinge bevelsorganisatie werd geregeld. Tot dan toe was deze nog niet formeel geregeld. De zeer beknopte instructies van MCA en LCA dienden slechts om in grote lijn taak, bevoegdheden en arbeidsverdeling tussen deze twee functionarissen te regelen.
Op 27 oktober 1943 keerde generaal-majoor L.H. van Oyen terug naar Australië. Hij werd vanaf diezelfde datum bevorderd tot luitenant-generaal. Tegelijkertijd met zijn terugkomst in Australië werd de functie van LCA opgeheven onder gelijktijdige instelling van de functie van commandant der Nederlands-Indische strijdkrachten (Clg). In dit commandement vervulde hij een dubbelrol, namelijk commandant van het KNIL en hoofd van het departement van Oorlog van Nederlands-Indië. Gezien zijn rangsverhoging werd hij ook OBSO.
Voor meer informatie, zie onder andere: H.L. Zwitser, "Het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger in Australië, 1942-1945", Mededelingen van de sectie militaire geschiedenis landmachtstaf, 8 (1985) 67-90.
Instructie van 1 mei 1943
De bevelhebber strijdkrachten oosten,
stelt vast de volgende instructie voor den Leger Commandant Australië (L.C.A.)
  1. De LCA staat onder rechtstreeksch bevel van den OBSO.
  2. De LCA voert het bevel over de onderdeelen van het KNIL in de SWPA met inachtneming van het gestelde in lid 1 van de instructie voor den OBSO.
  3. Hij houdt toezicht op de ten behoeve van het leger gedane uitgaven en treedt op als kasinspecteur tav de daarvoor bestemde gelden.
  4. Hij vertegenwoordigt het KNIL tegenover Nederlandse en vreemde autoriteiten.
  5. Tav zuiver administratieve zaken het KNIL betreffend, is hij bevoegd rechtstreeks te corresponderen met den Minister van Koloniën.
De Bevelhebber Strijdkrachten Oosten
(w.g.) C.E.L. Helfrich
Instructie voor den Commandant der Nederlandsch-Indische Legerstrijdkrachten (CLG)
Artikel 1
  1. De Clg is, met inachtneming van het sub 2) in dit artikel vermelde, rechtstreeks gesteld onder den (wnd) Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, of, zoolang deze functie niet is vervuld, onder de autoriteit, aan wie het algemeen bestuur in Nederlandsch-Indië is opgedragen.
  2. Met betrekking tot het beleid ten aanzien van de onder geallieerde bevelvoering gestelde legerstrijdkrachten, uitsluitend in verband met de krijgsverrichtingen in het Verre Oosten, is de Clg rechtstreeks gesteld onder den BSO (BDZ).
Artikel 2
De Clg bezit, met inachtneming van de thans geldende bijzondere omstandigheden, de bevoegdheden en verplichtingen van den Commandant van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger en Hoofd van het departement van Oorlog van Nederlandsch-Indië.
Artikel 3
De Clg is belast met de voorbereiding en de uitvoering van de militaire maatregelen, welke mogelijk en noodzakelijk zijn voor het herstel en de handhaving van het Nederlandsche gezag in vrij, en van den vijand te bevrijden, Nederlandsch-Indisch gebied. Hij volgt ter zake de aanwijzingen van de autoriteit bedoel in artikel 1, sub 1.
Artikel 4
  1. In aangelegenheden, niet vallende onder art 1 sub 2), welke mede van belang zijn voor de Koninklijke Marine, pleegt de Clg overleg met den betrokken commandant der zeestrijdkrachten.
  2. T.a.v. gemeenschappelijke diensten van de Koninklijke Marine en het KNIL worden v.z.n. afzonderlijke instructies vastgesteld.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Waarschijnlijk werd bij de terugkeer van de legercommandant vanuit Australië naar Nederlands-Indië in 1945 dit archief meegenomen. Aldaar werd het archief bewerkt. Een deel van de stukken werd overgedragen aan de Nederlandse Militaire Missie in Indonesië, terwijl een ander gedeelte in 1950 werd overgeplaatst naar het Hoofdkwartier van de Generale Staf in Nederland. Het werd opgeslagen aan de Breedstraat te Den Haag. In 1959 werd het overgeplaatst naar het archief Koninklijke Landmacht te Leiden. In 1961 werden de resterende archiethescheiden geïnventariseerd naar onderwerp.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Na de terugkeer van dit archief vanuit Australië naar Nederlands-Indië in 1945 werd een onbekend deel vernietigd. Na overplaatsing van een gedeelte naar het Hoofdkwartier van de Generale Staf in Nederland in 1950 werd het archief nogmaals geschoond - volgens onbekende selectiecriteria.
Verantwoording van de bewerking
Bij de bewerking in 1999 zijn de stukken opnieuw beschreven en genummerd. De afdeling luchtvaart is opnieuw geordend. Bij beschouwing en beschrijving van de stukken ontstond de indruk dat een deel ervan afgedwaalde archiefstukken betrof maar aangezien de registratiemiddelen ontbreken kan dit niet meer met zekerheid worden vastgesteld.
Zo bestaat er twijfel of de vliegerlogboeken oorspronkelijk onderdeel uitmaakten van dit archief; de mogelijkheid bestaat dat deze squadrons hun archieven bij de legercommandant hebben gedeponeerd. Vast staat echter, dat de onder inventarisnummer 7 beschreven dagboeken van nr. 18 Netherlands East Indies Squadron daadwerkelijk zijn ingekomen bij de legercommandant in Australië.
Ordening van het archief
De ordening naar onderwerp zoals deze in 1961 werd toegepast is gehandhaafd gebleven in 1999.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Defensie: Legercommandant Australië, later Commandant der Nederlands-Indische Strijdkrachten, nummer toegang 2.13.93, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Legercommandant Australië, 2.13.93, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar