Terug naar zoekresultaten

2.11.16.02 Inventaris van de archieven van de Stichting Centrale Crisis Controledienst [1934-1939]; Centrale Crisis Controledienst [1939-1942]; Centrale Controledienst [1942-1954], 1934-1954

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.11.16.02
Inventaris van de archieven van de Stichting Centrale Crisis Controledienst [1934-1939]; Centrale Crisis Controledienst [1939-1942]; Centrale Controledienst [1942-1954], 1934-1954

Auteur

J.G.M.A. Rolfes

Versie

27-03-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1972 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Centrale (Crisis) Controledienst
Crisis Controledienst

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1934-1954

Archiefbloknummer

L25603

Omvang

; 278 inventarisnummer(s) 5,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Stichting Centrale Crisis Controledienst (1934-1939) Centrale Crisis Controledienst (1939-1942) Centrale Controledienst (1942-1954)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van de Centrale (Crisis) Controledienst bevat, ondanks het feit dat een groot deel ervan uit de periode tot 1945 verloren is gegaan, diverse stukken die uit de Tweede Wereldoorlog dateren. Het zijn stukken betreffende onder meer specifieke controles op clandestiene handel, plaatselijke problemen rond de voedselvoorziening, samenwerking met Duitse autoriteiten, politie en marechaussee, en inhechtenisneming en wegvoeren van personeel en controleurs van de dienst. Daarnaast bevat het stukken betreffende de organisatie, periodieke verslagen, vergaderverslagen en agenda's van ingekomen en uitgegane stukken.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Inleiding
Zoals op bladzijde 5 van Deel I van de inventaris van de archieven betreffende de Landbouwcrisiswetgeving is medegedeeld, waren reeds vóór het in werking treden van de Landbouwcrisiswet 1933 door de Regering incidentele steunmaatregelen beraamd ter bestrijding van de crisis in de landbouw. In aansluiting hierop kwamen achtereenvolgens tot stand de Tarwewet 1931, de Crisiszuivelwet 1932, de Crisisvarkenswet 1932 en het Crisisaardappelbesluit 1933.
Van de beginne af aan werd bij de met de uitvoering van deze wetgeving belaste organen de behoefte aan controle gevoeld. Hoewel uit de aard der zaak de algemene opsporingsambtenaren, genoemd in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, tot het opsporen van de hierbedoelde delicten bevoegd waren, waren hier toch bijzondere opsporingsambtenaren gewenst, omdat de diverse delicten gelegen waren op zeer speciaal terrein.
Organisatie
Aangezien in het begin de beperkende maatregelen vrijwel geheel lagen op het terrein van een bepaald onderdeel van de landbouw, werden door de instanties, onder wie dat onderdeel ressorteerde, eigen controleurs in dienst genomen. Na verloop van tijd werden de organisaties, die belast waren met de uitvoering van bovengenoemde wetten tot één geheel verenigd en naast deze concentratie van de uitvoering vond tenslotte ook een concentratie van de controle plaats. In 1934 werd de Controledienst als zodanig ingesteld.
Instelling, ontwikkeling en opheffing
Oorspronkelijk was de naam Opsporingsdienst. Bij de Stichtingsbrief van 30 augustus 1934 werd de Stichting Centrale Crisis Controledienst ingesteld met als zetel 's-Gravenhage en werden de statuten vastgesteld ( Zie inv. nr. 1 (Stcrt. 181 van 1934) ) .
In 1939 besloot men voor bepaalde instellingen van het crisisapparaat de oorspronkelijke stichtingsvorm los te laten. Zoals op bladzijde 7 van Deel I van de inventaris van de Archieven betreffende de Landbouwcrisiswetgeving reeds is medegedeeld, trad bij ministeriële beschikking van 14 juli 1939 de Stichting Landbouwcrisisbureau met ingang van 1 augustus 1939 in liquidatie.
Bij ministeriële beschikking eveneens van 14 juli 1939 no. 16121, Afdeling Landbouwcrisisaangelegenheden, trad met ingang van 1 augustus 1939 ook de Stichting Centrale Crisis Controledienst in liquidatie en werd daarna ontbonden. Het personeel kreeg de gelegenheid om op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht over te gaan in dienst van het Rijk ( Zie inv. nr. 4 (Stcrt. 147 van 1939) ) . De dienst bleef onder de naam van Centrale Crisis Controledienst voortbestaan. Na de oorlogsdagen van mei 1940 werd de taak van de Centrale Crisis Controledienst steeds meer gericht op controle van de maatregelen ten aanzien van de voedselvoorziening. Bij beschikking van de Secretaris-Generaal van het toenmalige Departement van Landbouw en Visserij van 1 oktober 1942, no. 27701, Afdeling Algemene Zaken van het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd, werd de naam gewijzigd in Centrale Controledienst ( Zie inv. nr. 8 (Stcrt. 191 van 1942) ) . Teneinde te geraken tot concentratie van de opsporingstaken van meerdere met controlewerkzaamheden belaste instanties van het toenmalige Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, werd bij Koninklijk Besluit van 19 januari 1954, no. 13, de Algemene Inspectiedienst ingesteld, die met ingang van 1 februari 1956 onder meer de taak van de Centrale Controledienst overnam. De Centrale Controledienst werd bij genoemd besluit opgeheven ( Zie inv. nr. 1 (Stcrt. 16 van 1954) ) .
Taak
Uitgegaan werd van de gedachte, dat een controle bij de bron, met andere woorden op de bedrijven, het meest doelmatig was. Naast deze controle werd ook een controle op het vervoer ingesteld. Dientengevolge bestond de Dienst oorspronkelijk uit twee hoofdafdelingen namelijk:
  1. de Hoofdafdeling Technische Controle, kortweg genoemd T.C., die toezicht hield op de bedrijven; controle dus van producent, grossier, handelaar, bewerker en verwerker tot aan de detaillist; met andere woorden toezicht op de normale produktie en bewerking.
  2. de Hoofdafdeling Algemene Controle, kortweg genoemd A.C., die voornamelijk belast was met het toezicht op het vervoer. Onder deze afdeling ressorteerde ook de Afdeling Recherche, die belast werd met speciale onderzoekingen in het kader van de algemene controle.
De bestrijding van de zogenaamde zwarte handel behoorde te geschieden door Justitie en Politie. Daar echter ook boeren, molenaars, bakkers en tuinders onder bepaalde omstandigheden zwarte handelaren kunnen zijn, werden zij door controleurs van de Centrale Controledienst ontdekt en dienovereenkomstig verbaliseerd.
Naast deze hoofdafdelingen stond het Algemeen Secretariaat, kortweg genoemd A.S., dat belast was met de behandeling van personele en materiële aangelegenheden.
Later werd een afzonderlijke afdeling voor controle op de spijsvetten en de visserij in het leven geroepen. De hoofdafdelingen waren op haar beurt in verschillende afdelingen gesplitst, zoals aangegeven op het structuurschema:
Embedded Image
Rechtstreeks onder de directeur ressorteerde een Centraal Bureau inzake het antecedentenonderzoek ten aanzien van aan te stellen personeel, zowel voor de Centrale (Crisis) Controledienst zelf als voor de overige crisis- en voedselvoorzieningsinstellingen.
Leiding
Toen Minister T. J. Verschuur de centralisatie van de onderscheidene over verschillende crisisinstellingen verspreide controlediensten invoerde, ( Zie inv. nr. 1 en Deel I, inv. nr. 88 ) werd als directeur van de Centrale Crisis Controledienst aangesteld de voormalige hoofdcommissaris van Politie te Rotterdam, A. A. Sirks. Deze bleef met de leiding belast tot aan zijn overlijden op 27 februari 1941. Bij beschikking van de Secretaris-Generaal van 11 maart 1941, no. 10030, Afdeling Algemene Zaken van het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd, ( Zie inv. nr. 1 ) werd tot zijn opvolger benoemd G. Diepenhorst, die, toen men in 1953 overwoog om de Centrale Controledienst op te heffen en de Algemene Inspectiedienst in te stellen, bij beschikking van 16 oktober 1953, no. 1340, Kabinet van de Minister ( Zie inv. nr. 1 ) voor onbepaalde tijd verlof werd verleend. Bij Koninklijk besluit van 24 februari 1954, no. 25, werd hem eervol ontslag verleend als directeur van de Centrale Controledienst. ( Zie inv. nr. 1 ) Tijdens de periode van het verlof voor onbepaalde tijd was bij schrijven van 19 oktober 1953, no.GS/PZ 3352, van de Onderafdeling Personeelszaken, de referendaris A. Steinmetz belast met de waarneming van de functie van directeur van de Centrale Controledienst ( Zie inv. nr. 1 ) .
Huisvesting
Achtereenvolgens was de Centrale (Crisis) Controledienst gehuisvest in de gebouwen Lange Voorhout 15 en Sweelinckplein 14. In augustus 1951 werd de Dienst overgebracht naar één van de gebouwen van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening aan de Boorlaan 12.
Duitse referenten
Gedurende de duitse bezetting (1940-1945) waren door de Rijkscommissaris (Hauptabteilung Ernährung und Landwirtschaft) bij de Centrale (Crisis) Controledienst als referenten benoemd O. Werkshagen en G. Rohde ( Zie inv. nr. 6 ) .
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief uit de periode 1934-1945 is voor een groot deel verloren gegeaan, aangezien zoals reeds op bladzijde 9 van Deel I van de Inventaris van de Archieven betreffende de Landbouwcrisiswetgeving is medegedeeld, de duitse bezetter in verband met de toen heersende schaarste aan grondstoffen steeds meer aandrong op vernietiging van archieven ( Zie Deel II inv. no. 8 dossier no. 1992 ) .
Bij de verhuizing van de Centrale Controledienst in 1951 naar één van de gebouwen van het Ministerie aan de Boorlaan werd het oudste gedeelte van het archief (1934-1948) overgedragen aan de Beheerder van het Centraal Oud Archief.
Na de opheffing van de dienst in 1954 kwam ook het archief uit de periode 1949-1954 ter beschikking. Na een voorlopige verpakking in dozen, vond het archief een plaats in de toenmalige archiefbewaarplaats van het Ministerie aan de Nieuwe Haven 105 te Schiedam. Bij de verhuizing van deze archiefbewaarplaats naar een gebouw op het terrein van het voormalige Marine Opkomst Centrum te Voorschoten, werd ook het archief van de Centrale Controledienst aldaar opgesteld.
In 1971 vond in die archiefbewaarplaats de samenstelling van deze inventaris plaats.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging De voor vernietiging in aanmerking komende stukken uit de periode 1946-1954 zijn destijds vernietigd ingevolge de Lijst, houdende opgave van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in het archief van de Centrale Controledienst. In 1966 is voormelde lijst opgenomen in de Lijst, houdende opgave van voor vernietiging in aanmerking komende stukken van het Ministerie van Landbouw en Visserij en in de archieven van de onder dat Ministerie ressorterende commissies en ambtenaren. De vernietigingen na 1966 zijn uitgevoerd ingevolge laatstgenoemde lijst. Beide lijsten alsmede de opgemaakte verklaringen van vernietiging zijn opgenomen in het dossier "Archiefbeheer" ( Zie inv. no. 214 ) .
Opgemerkt moge worden, dat de dossiers betreffende de taak, die voor vernietiging in aanmerking kwamen, slechts rapporten bevatten van gehouden controles op de uitvoering van genomen maatregelen. Waar sprake was van verordeningen, wetten en besluiten waren dit slechts afdrukken, die ter kennisneming waren toegezonden.
Verantwoording van de bewerking
De opdracht tot het ordenen en beschrijven van de archieven vloeit voort uit de taakstelling van de Beheerder van het Centraal Oud Archief.
Het archief uit de periode 1934-1947 bestond uit een verzameling stukken, die volgens onderwerp chronologisch waren geordend in omslagen. Deze omslagen waren gerangschikt volgens de datum van het jongste stuk in de omslag.
Het archief uit de periode 1948-1954 bestond uit een volgens de Universele Decimale Classificatie zaaksgewijze geordende verzameling van dossiers. Een exemplaar van het toen bij het Ministerie in gebruik zijnde registratuurplan is aan de stukken toegevoegd ( Zie inv. no. 214 ) .
De agenda's van de ingekomen en verzonden stukken uit de periode 1934-1947 zijn niet aangetroffen. De agenda's van 1954, zijn, vooruitlopend op de inwerkingtreding van het Instellingsbesluit van de Algemene Inspectiedienst, aangelegd onder de titel "Algemene Inspectiedienst".
De inventaris is ingedeeld in stukken van algemene en in stukken van bijzondere aard. De stukken van algemene aard zijn rubrieksgewijs gerangschikt, terwijl bij de stukken van bijzondere aard de aangetroffen chronologische ordening volgens onderwerp is gehandhaafd. Daar het aantal stukken ten gevolge van het feit, dat het overgrote deel van het archief in de loop van de jaren voor vernietiging in aanmerking kwam, van beperkte omvang is, werd er van afgezien voor deze stukken van bijzondere aard een Index samen te stellen.
De aandacht wordt erop gevestigd, dat bij de weekverslagen van de Afdeling Technische Controle uit de periode 1941-1945 exemplaren zijn aangetroffen, die blijkens het aangebrachte agendastempel "Afd. A.Z. Rb. V.V.O." behoren tot het archief van de Afdeling Algemene Zaken van het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening ( Zie inv. nos. 54-58 ) . Tijdens de bewerking van deze inventaris is gebleken, dat na behandeling resp. bespreking van deze verslagen door functionarissen van genoemd Bureau met de Directeur van de Centrale Controledienst de bewuste exemplaren aldaar zijn achtergebleven.
Hoewel de samensteller van deze inventaris zich er zeer wel bewust van is, dat deze stukken behoorden te worden teruggebracht naar de plaats van herkomst, heeft hij daarvan afgezien. Op de eerste plaats omdat geen andere exemplaren aanwezig bleken te zijn en vervolgens om de samenhang van de aangetroffen serie niet te verstoren. In het archief van de Afdeling Algemene Zaken van het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd is uiteraard een verwijzing geplaatst.
De inventaris is opgesteld overeenkomstig de Richtlijnen voor het samenstellen van beschrijvende archief-inventarissen van het Hoofd van de Centrale Afdeling Post- en Archiefzaken van het Ministerie van Landbouw en Visserij van 11 juni 1971, opgesteld in overleg met de Algemene Rijksarchivaris.
Het beschreven archief is verpakt in 24 dozen.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Centrale (Crisis) Controledienst, nummer toegang 2.11.16.02, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Crisis Controledienst, 2.11.16.02, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
  • 2.11.78 - Inventaris van het archief van de Algemene Inspectiedienst van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, 1955-1995 (2002)
  • 2.11.16.01 - Inventaris van het archief van de Hypotheekcommissie, (1933) 1935-1944
  • 2.11.16.03 - Inventaris van het archief van de Stichting Regeringsbureau voor de Uitvoering van de Landbouwcrisiswet 1933 en Taakopvolger: Afdeling Akkerbouw, (1930) 1934-1944
  • 2.11.16.04 - Inventaris van het archief van de Stichting Regeringsbureau voor de Uitvoering van de Landbouwcrisiswet 1933 en Taakopvolger: Afdeling Melkveehouderij, (1933) 1934-1943
  • 2.11.16.05 - Inventaris van het archief van de Nederlandse Visserijcentrale, 1934-1943