Terug naar zoekresultaten

2.12.32 Inventaris van het archief van Ministerie van Marine: Collectie archiefbescheiden inzake de Mariniersbrigade in de Verenigde Staten, 1943-1946

Het archief bevat stukken over de organisatie en formatie, de uitzending en transport, de opleiding en training, verslagen en rapporten en stukken over de selectie en persoonsgegevens van Nederlandse mariniers, die in de Verenigde Staten waren gedetacheerd.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.12.32
Inventaris van het archief van Ministerie van Marine: Collectie archiefbescheiden inzake de Mariniersbrigade in de Verenigde Staten, 1943-1946

Auteur

H.E.M. Mettes, E.A. van Heugten, R. van Velden

Versie

27-03-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2000 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Marine: Collectie Archiefbescheiden inzake de Mariniersbrigade in de Verenigde Staten
Mariniersbrigade V.S.

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1943-1946

Archiefbloknummer

D27523

Omvang

; 60 inventarisnummer(s) 1,50 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Marine / Commandant van het detachement van het korps in de Verenigde Staten

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat stukken over de organisatie en formatie, de uitzending en transport, de opleiding en training, verslagen en rapporten en stukken over de selectie en persoonsgegevens van Nederlandse mariniers, die in de Verenigde Staten waren gedetacheerd.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De mariniersbrigade werd formeel opgericht bij ministeriële beschikking van 17 mei 1943. De brigade, bestemd voor de herovering van Nederlands-Indië en de voortzetting van de strijd tegen Japan, werd in beginsel opgeleid in de Verenigde Staten (VS).
In 1943 beschikte het Korps Mariniers over 12 officieren, 32 onderofficieren en 359 korporaals en manschappen, welke, verspreid over diverse schepen en bij verscheidene diensten in bevrijd gebied waren gestationeerd.
Medio 1943 volgden kapitein der mariniers E.J. baron Lewe van Aduard en majoor der mariniers L. Langeveld een stafcursus bij de Amerikaanse mariniers te Quantico.
Op 30 augustus 1943 legden de Nederlandse regeringsvertegenwoordigers bij de Combined Chiefs of Staff (CCS) deze instelling een memorandum voor, waarin zij namens de Nederlandse regering de wens uitspraken om deel te nemen aan de oorlog tegen Japan. Als eerste stap hiertoe werd het plan gelanceerd om een Nederlandse landingsmacht van 5000 mariniers te formeren. Een maand later werd een gedetailleerder plan ingediend. De mariniers zouden overeenkomstig een Reinforced Marine Infantry Regiment van het United States Marine Corps (USMC) worden georganiseerd. Ook de bewapening en uitrusting zou het Amerikaanse model volgen en het tactisch optreden zou volgens de beginselen van genoemd Corps gebeuren. De eenheid zou in twee stappen worden opgeleid. In de VS zou, voor de bevrijding, een kernkadergroep van om en nabij 20 officieren, 200 mariniers en reserveofficieren worden getraind. Deze groep zou na de bevrijding in het bevrijde vaderland de opleiding van eigenlijke eenheid verzorgen.
Op 8 oktober 1943 gaven de CCS toestemming voor de opleiding van de kernkadergroep in de VS. Al op 2 oktober was het eerste contingent mariniers in New Orleans aangekomen. De training behelsde 12 weken rekruuttraining, 12-16 weken individuele specialistische training gevolgd door 12-16 weken training in eenheidsverband. De contingenten van de kernkader groep waren verspreid over kampen in de VS. Het grootste gedeelte was gelegerd in Camp Le Jeune (North Carolina), een ander deel in Quantico en daarnaast in vele andere kampen.
Camp Le Jeune - dat qua oppervlakte overeenkomt met de provincie Utrecht - was in verschillende sectoren verdeeld en was van alle gemakken voorzien. In Courthouse Bay werden aan de Officers Candidate School en daarna aan de Reserve Officers School Marines in slechts een half jaar opgeleid tot officier. In moordend tempo en onder ijzeren discipline werd hier een kader gevormd, de kernkadergroep, die zoals eerder gesteld, geheel in Amerikaanse tactiek, wapenkunde en wapengebruik werden opgeleid.
Na de capitulatie van Japan viel de steun vanuit de Amerikaanse politiek voor de opleiding van de Nederlandse kernkadergroep weg.
Begin september 1945 verhuisde de brigade van Camp Le Jeune naar Camp Davis.
De mariniersbrigade werd vanaf 17 december 1945 onder bevel van de bevelhebber der strijdkrachten in het oosten gesteld. Op 28 december 1945 werd het bureau van de commandant van het detachement mariniers USA te Washington opgeheven. De afwikkeling van de werkzaamheden werd verricht door de marine afdeling van het Netherlands Purchasing Commission.
Eind 1945 hadden alle mariniers de VS verlaten.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Begin 1945 werd bij het mariniersachief in de VS het Inter office memorandum for all secretaries van kracht waarin de regels voor correspondentie en archivering werden vastgelegd. Het uitgaand exemplaar werd op dun wit papier gemaakt, terwijl vele, in sommige gevallen wel 8 doorslagen op geel papier in het archief werden opgelegd.
Het archief kende de volgende opbouw. Inkomende post werd door de postkamer geopend, genummerd en gedateerd en aangetekend in het brievenboek en daarna naar de chef van staf gebracht. Deze gaf op de stukken aan wie de brieven moest behandelen (t.b.) dan wel moest inzien (t.i). Als een stuk zonder antwoord kon worden opgelegd werd dit direct van de opmerking LvA voorzien. Na afhandeling kwamen de ingekomen stukken terug bij de chef van staf, die het daarop uitgaande stuk controleerde en tekende en het ingekomen stuk afdeed met de opmerking LvA, waarna het kon worden opgelegd.
Stukken betreffende financiën werden van deze procedure uitgezonderd: deze werden ongenummerd rechtstreeks naar de betrokken afdeling doorgesluisd. De afdeling betalingen en comptabiliteit beheerde een eigen archief.
Er werd een reeks minuten aangehouden die chronologisch werden opgelegd. Daarnaast werd een doorslag opgelegd in het dossier van de geadresseerde, terwijl als in de brief nog verdere personen werden vernoemd ook nog doorslagen werden opgelegd in de dossiers van de respectievelijke genoemde personen. Tenslotte, wanneer het uitgaand stuk in afschrift werd verstuurd aan personen of instanties werden in de dossier van die personen of instanties ook doorslagen opgelegd.
Het archief van de artillerie- en specialistenopleiding te Quantico werd begin oktober 1945 overgedragen aan de commandant detachement mariniers in de VS.
Alle onderdeelsarchieven van het detachement mariniers in de VS werden op 6 maart 1946 per m.s. Talisse verscheept naar Nederland.
In februari 1986 werden het archief van de mariniersbrigade Amerika, 1943-1945 (6,125 meter), het archief van het mariniersdetachement Amerika, 1940-1945 (2,5 meter) en de collectie losse archiefbescheiden periode 1940-1950 (3 meter) samen met het archief van de mariniersbrigade in Nederlands-Indië overgeplaatst van de afdeling post- en archiefzaken van de Marinestaf naar het Centraal Archievendepot. Bij deze overplaatsing werd opgemerkt dat de oorspronkelijke ordening van de betreffende archieven grotendeels of geheel verstoord was. De archieven waren gedeeltelijk ontsloten middels een eenvoudige plaatsingslijst.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Tijdens de selectie en inventarisatie voorjaar 2000 werd 5 meter archiefbescheiden vernietigd.
Verantwoording van de bewerking
In het begin van de bewerking werd direct geconcludeerd dat herstel van de oude orde uitgesloten was. Noodgedwongen werd er voor gekozen te herordenen naar onderwerp. Bijkomend voordeel was dat, indien consequent naar onderwerp werd herordend, doorslagen die in meervoud werden aangetroffen zonder bezwaar konden worden vernietigd.
In het archief werd 12 centimeter afgedwaald archief van de Nederlandse vertegenwoordiger bij de gezamenlijke stafchefs (Combined Chiefs of Staff) te Washington aangetroffen inzake de organisatie, opleiding en rekrutering van de brigade. De stukken zijn afgescheiden en teruggebracht naar voornoemd archief en in de betreffende inventaris opgenomen onder de nummers 139-140.
In de beschrijvingen wordt afwisselend gesproken over de mariniersbrigade en detachement mariniers. Er is geen sprake van willekeur gebruik van terminologie, maar er is gerefereerd naar de termen die in de bijbehorende stukken worden gebezigd.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Marine: Collectie Archiefbescheiden inzake de Mariniersbrigade in de Verenigde Staten, nummer toegang 2.12.32, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Mariniersbrigade V.S., 2.12.32, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Zie voor het archief van de Nederlandse vertegenwoordiger bij de gezamenlijke stafchefs (Combined Chiefs of Staff) te Washington toegangsnummer 2.12.36.