Terug naar zoekresultaten

2.12.36 Inventaris van het archief van de Nederlandse Vertegenwoordiger bij de Gezamenlijke Stafchefs (Combined Chiefs of Staff) te Washington, 1942-1949

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.12.36
Inventaris van het archief van de Nederlandse Vertegenwoordiger bij de Gezamenlijke Stafchefs (Combined Chiefs of Staff) te Washington, 1942-1949

Auteur

H.E.M. Mettes

Versie

27-03-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1998 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Marine: Nederlandse Vertegenwoordiger bij de Gezamenlijke Stafchefs (Combined Chiefs of Staff) te Washington
Marine-vertegenwoordiger Washington

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1942-1949

Archiefbloknummer

D27527

Omvang

; 140 inventarisnummer(s) 3,50 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in heten in het
Nederlands
Engels

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Nederlandse Vertegenwoordiger bij de Gezamenlijke Stafchefs (Combined Chiefs of Staff)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat memoranda van en aan de Combined Chiefs of Staff (CCS), verslagen van werkzaamheden van de Netherlands Representatives to the CCS, stukken over de verdediging van de Nederlandse Antillen en Suriname, de opbouw van de mariniersbrigade, stukken betreffende de Koninklijke Marine (onderhoud, scheepsbewegingen, vermiste en gezonken schepen, wederopbouw), aankoop van wapens, de Nederlandse koopvaardijvloot, stukken over Nederlands-Indië (gevechten, de Japanse bezetting, herovering, herstel van de olievelden; incl. materiaal van de Netherlands Forces Intelligence Service (NEFIS), stukken over Nederland (mei 1940, Duitse bezetting, contacten met Nederland via het Rode Kruis, krijgsgevangenen) en stukken van de inlichtingendienst van de NRCCS: waaronder (NEFIS)-rapporten over Nederlands-Indië, informatie over Nederlandse geïnterneerden op Java en Madoera en geallieerde informatie over de Japanse strijdkrachten.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Netherlands Representatives to the Combined Chiefs of Staff te Washington, 1941-1949
Op 24 december 1941 stuurden de ministers van Buitenlandse Zaken, van Marine, van Oorlog a.i en van Koloniën a.i. gezamenlijk een brief aan H.M. de Koningin waarin ze meedeelden, dat de Nederlandse gezant te Washington hen op de hoogte had gebracht van het feit dat de Amerikaanse president Roosevelt van plan was te komen "(...) tot een organisatie van de intergeallieerde oorlogvoering."
De organisatie zou uit twee delen worden opgebouwd, een operatief-militaire en een diplomatiek-civiele tak. In beide samenstellende delen zouden vertegenwoordigers van Groot Brittannië, China, Nederland, Rusland en de Verenigde Staten worden opgenomen. ( PEC, deel 8 A en B, bijlage 38. ) De scribenten suggereerden dat voor wat betreft de militaire werkzaamheden een maritiem en een militair expert afgevaardigd diende te worden. Voorgesteld werd hiervoor respectievelijk schout bij nacht J.W. Termijtelen en generaal-majoor A.Q.H. Dijxhoorn te benoemen. De diplomatieke kant kon voorlopig door de reeds aanwezige Nederlandse gezant, dr. A. Loudon, worden waargenomen. Termijtelen en Dijxhoorn arriveerden op 21 januari 1941 in Washington.
Op 5 februari werd de Combined Chiefs of Staff (voortaan: CCS) opgericht met als standplaats Washington.
Deze organisatie kreeg als taak "(...) het formuleren en verwezenlijken van plannen van de strategische oorlogsvoering, de benodigdheden hiervoor, het toewijzen van munitievoorraden, het ter beschikking stellen van transportmiddelen en de voorzieningen voor het transport overzee van de strijdkrachten."
De Nederlandse regeringsvertegenwoordigers bij de CCS (voortaan: NRCCS) hadden tot taak de verbindingsschakel te vormen tussen de Nederlandse regering en CCS.
Op 13 februari 1942 voerden de beoogde Nederlandse vertegenwoordigers bij deze instantie - samen met Loudon - overleg met de Amerikaanse president. Loudon vroeg bij deze gelegenheid naar de status die beide officieren als mogelijke Nederlandse vertegenwoordigers bij de CCS zouden krijgen. Hierover liet de president zich niet uit.
De minister van Buitenlandse Zaken, mr E.N. van Kleffens, bracht daarom een bezoek aan de president om hem te spreken over de bevoegdheid van de Nederlandse vertegenwoordiging. Roosevelt zegde Nederland participatie toe in plaats van consultatie, echter alleen wanneer Nederlandse belangen in het spel waren. Feitelijk hebben de Nederlandse vertegenwoordigers nooit op dit niveau aan besprekingen in onderhavig orgaan deelgenomen. Hun rol moet - achteraf - worden gewaardeerd als liaison tussen de Nederlandse regering en de CCS.
Bijna direct na aankomst in Washington - op 12 maart 1942 - wordt Termijtelen weer teruggeroepen naar Londen om zijn oude functie als marine-commandant weer op te nemen. Als zijn opvolger wordt schout bij nacht G.W. Stöve benoemd. ( Uit het feit, dat de minister van Marine Termijtelen als " (...) te kostbaar (...) apprecieerde en hem dus direct terug riep naar Londen blijkt, zo concludeert de Enquêtecommissie, dat genoemde minister, J.Th. Furstner, beter doorhad dat de status van de regeringsvertegenwoordigers - in tegenstelling tot de deal die Roosevelt en Van Kleffens hadden gesloten, slechts die van toehoorder was. ) Uiteindelijk werd de CCS een Amerikaans-Britse aangelegenheid met hierin enkele geassocieerde vertegenwoordigers van andere geallieerde landen. De Nederlandse regeringsvertegenwoordigers stonden hiërarchisch onder, waren dus verantwoording schuldig en rapporteerden aan de minister van Algemene Oorlogsvoering. ( PEC, 8a en b, 328. )
Tot veel gekrakeel en onduidelijkheid leidde de situatie dat in de Verenigde Staten al een marine attaché en een militair attaché waren gestationeerd. Deze waren voorzien van een vage, multi-interpretabele instructie. De verdeling van de werkzaamheden tussen de attachés enerzijds en de NRCCS anderzijds leidde tot veel botsingen, met name tussen de militair attaché Weijerman en de vertegenwoordiging.
Tenslotte werd de zaak als volgt geregeld:
"(...) de regeringsvertegenwoordigers onderhielden het contact met de geallieerde bevelvoering in het CCS ten aanzien van de oorlogvoering in algemene zin (...) dus omtrent strategische toekomstplannen, inlichtingen omtrent de vijand, de verdeling der eigen strijdkrachten, in gang zijnde operaties, geallieerde bevelvoering en de organisatie van de geallieerde staven en strijdkrachten, een en ander met zorgvuldige inachtneming der directieven van de Nederlandse regering en in het nauwst mogelijk contact met de minister voor Algemene Oorlogsvoering."
De attachés onderhielden het contact met de (Amerikaanse) departementen, bestudeerden het Amerikaanse leger en vervulden ceremoniële taken. Een officieuze Militaire Commissie, met als leden alle hiervoor genoemde functionarissen, werd als toezichthoudend en coördinerend orgaan ingesteld om
"(...) wrijving en wanorde te voorkomen."
Op 4 november werd luitenant-kolonel L.A. de Laive toegevoegd aan de Nederlandse vertegenwoordiging. De overste was een expert op het gebied van petroleum. Doel was te komen tot een oliebataljon. ( Al tijdens de oorlog en herovering van Nederlands-Indië zouden olievelden in exploitatie genomen moeten worden - dit ter besparing van tankerruimte. Daarnaast diende de exploitatie en rehabilitatie van olievelden uit commercieel oogpunt zo snel mogelijk gerealiseerd te worden. )
Op 1 mei 1944 werd schout bij nacht G.W. Stöve vervangen door schout bij nacht L.G.L. van der Kun.
In december 1944 werd Dijxhoorn teruggeroepen naar Londen. Als zijn vervanger werd generaal-majoor A.G. van Tricht benoemd - tot dan toe werkzaam als militair attaché in Bern - die met vertraging op 3 juli 1945 te Washington arriveerde.
Na de opheffing van het ministerie van Algemene Oorlogsvoering werd de missie onder de minister-president gesteld.
In de vergadering van de Raad voor Militaire Aangelegenheden van het Koninkrijk van 14 januari 1947 werd besloten de marine attaché en de militair attaché te Washington tevens te benoemen tot regeringsvertegenwoordiger bij de CCS. Daarnaast zou een bureau bij de CCS worden aangehouden onder leiding van een aan te wijzen officier. Op 1 juni 1947 trad kapitein ter zee F. Stam aan als marine attaché en als zodanig ook als marinevertegenwoordiger bij de CCS.
Met ingang van 15 april 1948 werd generaal-majoor A.G.van Tricht eervol ontheven uit zijn functie van regeringsvertegenwoordiger voor legerzaken bij de CCS. Hij werd in deze functie opgevolgd door militair attaché generaal-majoor G.J. Sas.
Op 14 mei 1949 verving kapitein jhr. H.A. van Foreest schout bij nacht F. Stam als regeringsvertegenwoordiger van de marine bij de CCS.
In de tussentijd waren de organisatie en werkzaamheden van het Nederlands militaire apparaat te Washington - alhoewel formeel nog steeds hetzelfde als in oorlogstijd - sterk veranderd. De eertijds nauwe samenwerking tussen Amerikanen en Britten had plaats gemaakt voor een suprematie van Amerikanen.
In mei 1949 overwogen de Amerikanen de Nederlandse vertegenwoordiging bij de CCS op te heffen. De Amerikanen vonden het een overblijfsel uit de Tweede Wereldoorlog en wat zwaarder woog: men wilde de Australiërs en Fransen lozen omdat men vreesde dat deze informatie zouden doorspelen aan de Sovjet-Unie.
Met ingang van 25 augustus 1949 werd de naam van de vertegenwoordiging gewijzigd in Netherlands Joint Staff Mission (Nederlandse Gezamenlijke Staf Missie). ( Zie voor de periode 1947-1949: Centraal Archievendepot, het archief van het ministerie van Marine, dossiernr. 9933 geheim. )
Intelligence department
De NRCCS bezat een eigen inlichtingenafdeling.
De doelstellingen van het intelligence department waren:
  1. het verzamelen en circuleren van alle feiten, beschouwingen, artikelen, staten, uitgaven enzovoorts, waarvan de NRCCS kennis moest hebben voor de uitoefening van hun taak;
  2. het verzamelen van alle gegevens betreffende het Amerikaanse leger, de Amerikaanse marine, de vijandelijke strijdkrachten en de oorlogsvoering, verkrijgbaar in Amerika, voor later gebruik;
  3. het voorzien van de Nederlandse intelligence-organisaties van materieel dat in Amerika verkrijgbaar (was);
  4. het verzamelen, coderen, verwerken van alle gegevens betreffende de Nederlandse weermacht en de Nederlands-Indische weermacht ter eventuele informatie van de Amerikanen;
  5. het verzamelen, coderen, verwerken van alle gegevens over Nederlands-Indië die voor de oorlogsvoering in Nederlands-Indië van belang (konden) zijn, ter informatie van Amerikaanse instanties. ( Zie inv. nr. 115. )
Onder het hoofd van dienst ( Respectievelijk G.B. Salm, begin 1944 tot september 1945. Met ingang van 11 september 1945 werd kapitein ter zee G.B. Salm vervangen door hoofdofficier vlieger 2e klasse H.L.A. van der Kroef. Vanaf 1 mei 1946 - 31 oktober 1949 luitenant ter zee dr J.A. Poppe. ) ressorteerden twee bureaus, te weten het intelligence- en het research bureau. Het intelligence bureau was gesplitst in drie secties, de executive, de circulation en de coding section. Voor de onderlinge verdeling van de werkzaamheden van deze secties zie het hoofdstuk Verantwoording van de bewerking. Het research bureau kende twee secties, te weten de political en de military sections. ( Bij het schrijven van dit hoofdstuk is gebruik gemaakt van PEC, deel 8, hoofdstuk IX, alsmede inv. nr. 48. )
Geschiedenis van het archiefbeheer
In maart 1946 werden 18 kisten, met hierin een gedeelte van het archief van de intelligence afdeling van de Nederlandse regeringsvertegenwoordigers bij de Combined Chiefs of Staff, met de ss Delftdijk verscheept van New Jersey naar Nederland, met als bestemming de generale staf te Den Haag. Dit archiefdeel werd ondergebracht bij de bibliotheek van de Hogere Krijgsschool te Wassenaar. ( Ministerie van Defensie, Centraal Archievendepot (voortaan: MvDD/CAD), archief van het ministerie van Oorlog, algemeen verbaalarchief, 25 juli 1946, nr. 923. ) Het jaar daarop - april 1947 - werd wederom een deel van de afdeling intellegence naar Nederland gezonden. Nu waren het zes vergezelde kisten die per koerier met de ss Noordam naar de generale staf werden verzonden. ( MvD/CAD, het archief van het ministerie van Marine, dossiernr. 449803. )
In 1950 werd een ander gedeelte van het onderhavige archief overgeplaatst naar het hoofdkwartier van de generale staf. Er werd een commissie gevormd onder voorzitterschap van generaal-majoor b.d. D.A. van Hilten, die het betreffende archiefdeel
"(...) op zijn waarde (zou) onderzoeken en voor het niet voor vernietiging in aanmerking komende deel (zou) bepalen, waar het behoort en de overgave hiervan regelen." ( MvD/CAD, archief Chef Luchtmachtstaf, doos 2. )
Het 4e jaarverslag over 1 januari 1953-1 januari 1954 van het bureau Maritieme Historie van de Marinestaf maakt melding van de ontvangst van 280 stukken van het archief van de marineattaché Washington.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Bij aanvang van de inventarisatiewerkzaamheden had het archief van de NRCCS een omvang van ± 3,6 strekkende meter. Hiervan is na selectie en vernietiging 2 meter overgebleven.
Verantwoording van de bewerking
De executive section van het intelligence bureau droeg zorg voor het centraal registreren en verzenden van alle brieven, telegrammen bestemd voor of afkomstig van het intelligence department. Voor het registreren en circuleren van documentatie (periodieken en rapporten) was de circulation section verantwoordelijk. Bij de registratie en codering werd gebruik gemaakt van een IBM-ponskaarten en sorteersysteem. Dit systeem vormde een index op de verzamelde documentatie.
Het verslag van de Historische Sectie van de Marinestaf over de periode 1 april 1950-1 januari 1951 maakt ondermeer melding van de inventarisatie van het hier onderhavige archief. De daaropvolgende verslagperiode werden deze werkzaamheden voortgezet, terwijl ook werd begonnen met de bewerking van telegrammen. Deze activiteiten werden zeker tot 1957 voortgezet ( MvD/CAD, archief Marinestaf, nr. S 8227. ) . De historische sectie van de Marinestaf vervaardigde een zeer summiere plaatsingslijst. Bij de bewerking in 1996 is er voor gekozen de oorspronkelijke hoofdindeling van het archief van de Nederlandse vertegenwoordiging, namelijk die in twee afdelingen (departments) het executive ( Executive department, in de zin van het bureau van de NRCCS. Het feit dat er ook nog sprake was van een executive sectie, welke een onderdeel vormde van het intelligence bureau van het intelligence department kan gemakkelijk tot verwarring zorgen. ) en intelligence department, te herstellen. De hoofdmoot van beide archieven werd oorspronkelijk geordend volgens het rubriekenstelsel. Daarnaast werd een reeks ingekomen en minuten van uitgaande stukken gevormd. Ook deze structuur is zoveel mogelijk gehandhaafd dan wel hersteld.
Bij de rangschikking van de stukken is ook uitgegaan van de oude orde zoals de archiefcode die voorschreef. Wanneer deze niet of niet in zijn geheel was te achterhalen, zoals in het geval van de circulation section, zijn de bescheiden chronologisch gerangschikt.
In december 1997 werden tijdens de inventarisatie van het archief van de Netherlands Purchase Commission een aantal archiefbescheiden - samen zo'n 20 centimeter - aangetroffen die waren afgedwaald van dit archief. Deze werden afgescheiden en teruggeplaatst in het hoofdbestand. Daarnaast werd nog 5 centimeter archief vernietigd.
In februari 1998 werd tijdens de inventarisatie van een archiefdeel, inzake de inlichtingenafdeling van het hoofdkwartier van de bevelhebber der zeestrijdkrachten in het oosten, dat begin 1995 door medewerkers van het CAD bij het instituut Maritieme Historie werd aangetroffen en dat met medewerking van deze instelling werd overgeplaatst naar het CAD, wederom 35 centimeter afgedwaalde archiefbescheiden van het hier onderhavig archief aangetroffen. De bescheiden werden ondergebracht in de afdeling Aanvullingen onder inv. nrs. 12, 134-138.
In april 2000 werd de volgende pluk afgedwaalde archiefbescheiden aangetroffen, en wel tijdens de bewerking van de archieven van het detachement Mariniers in de Verenigde Staten. Het betrof een doos (12 centimeter) met stukken betreffende de organisatie, opleiding en recrutering van voornoemd detachement. Deze stukken zijn opgenomen onder inv. nrs. 139-140.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Marine: Nederlandse Vertegenwoordiger bij de Gezamenlijke Stafchefs (Combined Chiefs of Staff) te Washington, nummer toegang 2.12.36, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Marine-vertegenwoordiger Washington, 2.12.36, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Lijst van inventarissen verschenen in de reeks archieven Koninklijk Marine gevormd tijdens de Tweede Wereldoorlog
  • 2.12.28 Inventaris van het archief van de commandant der Marine te Falmouth, 1940
  • 2.12.29 Inventaris van de archieven van de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten, ook als hoofd van de Ve afdeling van het ministerie van Defensie, vanaf 27 juli 1941 tevens minister van Marine, vanaf 23 juni 1945 minister van Marine en Scheepvaart, allen te Londen, en de afwikkeling daarvan, 1940-1945 (1946-1950);
  • 2.12.46 Inventaris van het persoonlijk archief van luitenant-admiraal J. Th. Furstner, 1932-1968;
  • 2.12.37 Inventaris van het archief van de bevelhebber der strijdkrachten in het oosten, 1942-1946;
  • 2.12.44 Inventaris van het persoonlijk archief van luitenant-admiraal C.E.L. Helfrich, 1940-1962;
  • 2.12.26 Inventaris van het archief van de marine commandant Australië, tot 27 oktober 1943 tevens onderbevelhebber der strijdkrachten in het oosten, en daarbij gedeponeerde archiefbescheiden, 1942-1947;
  • 2.12.35 Inventaris van de archieven van de Netherlands Purchasing Commission en haar rechtsvoorgangers te San Diego en New York, 1939-1945;
  • 2.12.30 Inventaris van de archieven van het hoofd handelsbescherming en diverse handelsbeschermingsofficieren, 1941-1946;
  • 2.12.36 Inventaris van de Nederlandse vertegenwoordiger bij de gezamenlijke stafchefs (combined chiefs of staff) te Washington, 1942-1949;
  • 2.12.33 Inventaris van de archieven van (militaire) instanties en onderdelen in de gebiedsdelen Curaçao en Suriname, 1934-1947 ( Met hierin opgenomen de archieven van: de Oudst Aanwezend Zeeofficier/Algemeen Militair Commandant Curaçao; Commandant Onderzoekings- en Bewakingsdienst Curaçao; Commandant Nettendienst Curaçao; Oudst Aanwezend Zeeofficier Aruba; Commandant Nederlandse Troepen Aruba/Commandant Infanterie Aruba; Commandant Onderzoekings- en Bewakingsdienst Aruba; Oudst Aanwe-zend Zeeofficier Suriname; Commandant Marie Patrouilledienst Suriname; F.E. Bruyning, voorzitter van de Raad van Commissarissen van de NV Gemengd Bedrijf Vaartuigendienst Suriname. )

Bijlagen

Ordeningsplan
Archiefcode van de executive department van het archief van de Netherlands Representatives to the Combined Chiefs of Staff te Washington. Toelichting: Het betreft hier een oude archiefcode die niet langer van toepassing is.
1.
Politiek van Nederland in Amerika.
2/1.
Politiek Suriname/Curaçao.
2/2.
Defensie Suriname/Curaçao.
3.
Politiek - Indië. (Herstel wettig gezag).
3/1.
Herbezetting van bezet gebied.
4.
Vloot- en vliegtuigbases in Nederlands Oost Indië (NOI).
5.
Vervolg archief: Mariniers Task Force.
6.
Vorming legereenheden na bevrijding Nederland. Ie deel.
7.
Werkzaamheden oorlogsindustrieën in bezet gebied.
8.
Postwar planning.
9.
Algemene politieke zaken.
10.
Algemene krijgskundige zaken.
11.
Schepen.
11/1.
Scheepsmail.
11/2.
Wederopbouw Koninklijke Marine.
11/4.
Onderzeeboten.
11/5.
K14 - K15.
11/6.
Verkrijgen en overname van Amerikaanse schepen.
11/7.
Verloren gaan van schepen.
11/8.
Wederopbouw zeestrijdkrachten na bevrijding Nederland.
12.
Vliegtuigen.
12/1.
Douglas Bombers 7's & Mitchell B-25's.
12/2.
Vliegtuigen, personeel t.b.v. squadrons in Australië.
12/3.
Correspondentie over vliegtuigen.
12/4.
KLM - KNILM.
12/5.
Air Units a/b koopvaardijschepen.
12/6.
Opleiding Jackson, Mississippi
12/7.
Air intelligence.
12/8.
Carrier planes.
12/9.
Marinevliegtuigen in Zuid-Afrika gestationeerd.
13.
Torpedo's, geschut, munitie.
14.
Scheepsbewegingen koopvaardij.
15.
Scheepsbewegingen oorlogsschepen.
16.
Vlootbases, walinrichtingen.
17.
Berichten aan Chiefs of Staff Committee.
18.
Notulen vergaderingen Chiefs of Staff Committee.
19.
Memoranda aan en van Combined Chiefs of Staff.
20.
Algemene materieelaangelegenheden Nederlands-Indië.
21.
Radiotoestellen.
22.
Nikkelsituatie NOI.
22/1.
Tin rapport Nederlands-Indië.
23.
Landbouw Nederlands-Indië.
23/1.
Oliemaatschappij in NOI.
23/2.
Economische toestanden in NOI.
24/1.
Economische Fin. & Scheepvaart Missie correspondentie.
25.
Economische aangelegenheden NOI.
26/1.
Economische aangelegenheden NWI.
27.
Handelsbescherming.
28.
Maandelijks inlichtingsoverzicht.
29.
Requisitions for medical supplies for NEI.
30.
Relief & rehabilitations NOI.
31.
Organisatie Ned. Vertegenw. CCS en aanverwante organisaties; Geschiedenis NRCCS; Wordingsgeschiedenis R.V.C.C.S. (Zeer verkort uit file 31.)
31/1.
House File (2010 Maas.)
31/2.
Rapporten betreffende werkzaamheden van Reg. Vertegenw. bij CCS.
32.
Propaganda.
32/1.
Japanse radio.
32/2.
Land Lease.
32/3.
Netherlands Information Bur. Bulletin.
33.
Inlichtingen In/Uit.
33/1.
Intelligence.
33/2.
Rapporten aan CCS.
33/3.
Militaire inlichtingen betreffende West-Europa.
P35.
Publikaties, boekwerken (Deel I).
35.
Publikaties, boekwerken (Deel II).
35/1.
Niet periodieke informatie.
35/2.
Foto's & stafkaarten, films.
35/3.
Krijgsverrichtingen NOI.
35/4.
Krijgsverrichtingen Nederland.
35/5.
Krijgsverrichtingen Curaçao.
35/6.
Krijgsverrichtingen algemeen.
37.
Gegevens buitenlandse oorlogsschepen.
38.
Gegevens Nederlandse oorlogsschepen.
39.
Bezoeken aan Amerikaanse schepen & inrichtingen.
39/1.
Andere bezoeken.
40.
Detachering en opname Nederlandse officieren in buitenlandse staven.
41.
Gegevens organisaties Amerikaanse weermacht.
41/1.
Personeelsorganisatie en opleiding United States Navy.
43.
Rapporten uit bezet gebied, ontweken personen en toestanden in bezet gebied en Nederland.
43/1.
Verhoren geïnterneerden uit Japans gebied.
44.
Correspondentie met familieleden in bezet gebied.
44/1.
Krijgsgevangenen.
44/2.
Geheime dienst in Ned. Indië en uithalen van krijgsgevangenen.
45.
Smokkelhandel - Indië.
46.
Pacific War Council.
46/1.
Economische reconstructie aangelegenheden betr. Ned. & NOI.
46/2.
Inst. of Pacific Relations.
47.
Gezagsverhoudingen en bevoegdheden Missies; instructies.
48.
Algemene militaire personeelszaken.
48/1.
Mariniers bij NRCCS.
48/2.
Huisbewakers, 2010 Mass. Avenue.
48/3.
Civiele personeelsaangelegenheden bij de NRCCS.
49.
Kon. Ned. Indisch Leger.
51.
Communication.
52.
Ceremonies, aanbieding decoraties, invitations, acceptances, cancellations, death notices, & condoleances, congratulations. Anniversaries, memorial and funeral services, etc.
53.
Wapenstilstands- & vredesvoorwaarden.
54.
Marine dienstauto. De Soto.
54A.
Dodge.
55.
Opheffing oliebataljon.
56.
Ontwapeningsplannen.
57.
Landingsvloot.
58.
Leger dienstauto's.
59.
San Fransisco conferentie.
61.
Post War Verre Oosten.
62.
Bibliotheek, Ned. Informatie Bur. & Memberships (Various).
63.
Speeches.
66.
Overzicht werkzaamheden RVVCS (1942-1945)
67.
Minutes of meeting (CCS Ned. Vertegenw.).
68.
Intelligence Dept. correspondence; Security rules for Office of Joint Chiefs of Staff.
69.
Personeelssterkte.
70.
Bureau NRCCS - New War Dept. Bldg.
70/1.
Disciplinair & Dienstschap in de Ver. Staten.
70/2.
Krijgsraadzaken (Marine).
71.
Klachtzaken.
72.
Rapporten cursus v/d Hoofdoff. Vlieger H.L.A. v.d. Kroef.
73.
Personeel, Attachés - Missies.
75.
Netherlands Military Missie Tokyo. Lt. Generaal W. Schilling, 1 Oct. 1946 t/m 14 november 1946; Geallieerde Strategie. (Marine N.O.I.).
78.
Foreign Economic Cooperation.
79.
Appreciation reports van Nefis betref. gebieden in Ned-Indië.
80.
Station Wagon.
81.
Financiële aangelegenheden.
82.
Declaraties.
83.
Afwikkeling recruteringsarchief.
84.
Paid Invoice.
85.
Demobilisatie NRCCS.
86.
Unificatie Strijdkrachten 1 jan 1947 t/m 8 april 1948.
87.
Seagram's & Bols.
88.
National Defense.
89.
Nieuwsbrief.
90.
Communisme.
91.
Cominform.
92.
Western Union.
93.
Atlantisch Pact.
95.
Derde Comm. Rapport.
95a.
Bevoorrading K.N.I.L.
95b.
Verdrag van Rio.
81/1.
Salarisregelingen civiel personeel bij NRCCS.
96.
Office supplies.
97.
Diversen.
98.
Diversen (Uitgaand).
99.
Diversen (Inkomend).
100.
Orders en bekendmakingen.
250.
Main Navy Building
Archiefcode van het intelligence department van het archief van de Netherlands Representatives to the Combined Chiefs of Staff te Washington Toelichting: Het betreft hier een oude archiefcode die niet langer van toepassing is. a = inkomend; b = uitgaand
a 301; b 301
Minister voor Algemene Oorlogsvoering
a 302; b 302
Minister van Oorlog
a 303; b 303
Bevelhebber Zeestrijdkrachten Oosten(BSO) Colombo
a 304; b 304
Onder BSO Melbourne
a 305; b 305
Netherlands Forces Intelligence Service (NEFIS) Melbourne
a 306; b 306
Netherlands Purchasing Comm. New York.
a 307; b 307
Board of Netherlands Indies
a 308; b 308
Office Strategic Service (OSS).
a 309; b 309
Office of Naval Intelligence (ONI).
a 310; b 310
Algemene correspondentie
a 311; b 311
Foreign Economic Administration Economic Intelligence Division (Leisinger)
a 312; b 312
Bevelhebber Zeestrijdkrachten London
a 313; b 313
US M.I.D. Foreign Liaison Branch (Leonard)
a 314; b 314
Neth. Routing Liaison Officer (Van Bemmelen)
a 315; b 315
Telegrammen
a 316; b 316
Bureau Inlichtingen London
a 317; b 317
Maj. S.J. van den Berg. New York
a 318; b 318
Combined Chiefs of Staff
a 319; b 319
Minister van Marine
a 320; b 320
Netherlands Embassy
a 321; b 321
M.S. Wijtema
a 322; b 322
Netherlands Information Bureau
a 323; b 323
Minister Colonies
a 324; b 324
Supply Tickets & Shipping
a 325; b 325
Combined Intelligence Commission
a 326; b 326
Joint Intelligence Commission
a 327; b 327
Announcements
a 328; b 328
Joint Chiefs of Staff
a 329; b 329
Marinecommandant Australië (MCA)
a 350; b 350
Memo's
a 351; b 351
Conference reports
a 352; b 352
Orders
a 353; b 353
Duplicate reports
a 354; b 354
Duplicate letters
a 355; b 355
Declarations
a 356; b 356
Office business
a 357; b 357
Personnel file
a 358; b 358
Monthly Reports
a 359; b 359
Departement van Marine Nederlandsch Indië
a 360; b 360
Chef van den Generale Staf
a 361; b 361
Commandant der zeemacht Nederlands Oost-Indië (CZM NOI)
a 362; b 362
Legercommandant Batavia
a 363; b 363
Minister president
a 364; b 364
Geschiedschrijving