Terug naar zoekresultaten

3.02.42 Inventaris van het archief van het Kabinet van de Commissaris der Koningin in Zuid-Holland, (1942) 1945-1986

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.02.42
Inventaris van het archief van het Kabinet van de Commissaris der Koningin in Zuid-Holland, (1942) 1945-1986

Auteur

SSA-ZH

Versie

08-06-2023

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2001 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Kabinet van de Commissaris der Koningin in Zuid-Holland
Kabinet CdK ZH

Periodisering

archiefvorming: 1945-1986
oudste stuk - jongste stuk: 1942-1986

Archiefbloknummer

37014

Omvang

919 inventarisnummer(s); 23,80 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Kabinet van de Commissaris der Koningin in Zuid-Holland ((1942) 1945-1986)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat stukken over de eigen organisatie, verslagen van bijeenkomsten met het Openbaar Ministerie en de burgemeesters, agenda's en notulen van vergaderingen met de minister van Binnenlandse Zaken, wetten, besluiten en verordeningen, stukken betreffende organisatie en functioneren van de politie, de Mobiele Eenheden, Civiele Verdediging en Bescherming Bevolking, stukken betreffende openbare orde en veiligheid, alsmede rampen- en brandbestrijding, stukken over waterstaat, verkeer en vervoer, over feestelijkheden, herdenkingen, plechtigheden en onderscheidingen, werkbezoeken aan gemeenten, burgemeestersdossiers en tot slot werkbezoeken door leden van het Koninklijk Huis aan de provincie. Ook bevinden zich in het archief stukken met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog. In de eerste naoorlogse besprekingen met de burgemeesters en de ministers van Binnenlandse Zaken is informatie te vinden over de nasleep van de oorlog. Daarnaast is er specifiek materiaal over het onderhoud van oorlogsgraven, het opruimen van bommen uit de oorlog, de herdenking van de oorlog, de zuivering onder provinciale ambtenaren en tenslotte een aantal personeeldossiers van burgemeesters die na de zuivering in functie konden blijven.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Algemeen
Het ambt van de Commissaris der Koningin ligt verankerd in de Grondwet van 1814.
Artikel 76 van deze Grondwet luidde: "Er zullen zijn in alle Provinciën of Landschappen Commissarissen van den Soevereinen Vorst, onder zulke benaming, als Hij zal goedvinden. Hij geeft aan denzelven zoodanige instructie, als Hij ter uitvoering van het gezag, Hem bij deze Grondwet toegekend, zal vermeenen te behooren".
Volgens de instructie van 1820 was de Commissaris of Gouverneur verantwoordelijk voor de uitvoering van koninklijke bevelen door Gedeputeerde Staten. Hij bracht jaarlijks aan de Koning verslag uit over de toestand van de provincie. Tot 1850 was het in feite de Koning, die door middel van de Gouverneurs de provincies bestuurde. Koning en Gouverneurs hadden veel contact met elkaar, vooral natuurlijk in Zuid-Holland, waar ze bijna buren waren.
De provinciale wet van 1850 maakte de Commissaris des Konings, zoals hij vanaf dat moment officieel heette, wat minder besturend en meer toezichthoudend. De invloed van het centrale bestuur op de provincie werd geleidelijk minder en de Commissaris werd, na jaren spreekbuis van de Koning geweest te zijn, tenslotte een echt provinciaal ambtenaar die de belangen van zijn provincie diende. Als zodanig is hij sinds 1962, bij de invoering van de nieuwe Provinciewet, verantwoording schuldig aan Provinciale Staten. Dit geldt uiteraard niet ten aanzien van zijn rijkstaken.
Maandelijks overleggen alle Commissarissen met elkaar en met de Minister van Binnenlandse Zaken. Daarnaast is er een afzonderlijk overleg met bewindslieden naar aanleiding van concrete zaken. De Commissaris der Koningin heeft ten minste één keer per jaar persoonlijk contact met de Koningin.
De Commissaris der Koningin als rijksambtenaar
Als gedeconcentreerd rijksambtenaar bezoekt de Commissaris jaarlijks telkens een aantal gemeenten in de provincie en brengt van zijn bevindingen verslag uit aan Gedeputeerde Staten en de Minister van Binnenlandse Zaken.
Bij burgemeestersbenoemingen doet de Commissaris een gemotiveerde aanbeveling en bij herbenoeming brengt hij advies uit. Deze taak is in de loop der jaren nauwelijks veranderd. Hij maakt een voordracht van tenminste twee personen aan de Minister van Binnenlandse Zaken, waarna benoeming door de Kroon volgt. De invloed van de Commissaris hierbij was vroeger groter dan nu. De ministers volgden in het algemeen de door de Commissaris gedane aanbeveling.
Hij ziet ook toe op de ambtsbetrachting van alle in de provincie aanwezige burgerlijke rijksambtenaren. De ontwikkeling van de diverse rijksdiensten maakte dit toezicht in de loop der jaren vrijwel overbodig. De ambtenaren kwamen in toenemende mate onder gedeconcentreerd opererende inspecties en directies te ressorteren.
De Commissaris zorgt voor handhaving van de openbare orde en heeft een coördinerende rol bij de bestrijding van rampen en de voorbereiding van de civiele verdediging. Zo is hij nauw betrokken bij de organisatie van de politie en brandweer en van de Bescherming Bevolking in de provincie. In buitengewone omstandigheden, in tijden van oorlogsgevaar, toestand van verhoogde waakzaamheid en burgerlijke uitzonderingstoestand heeft de Commissaris als vertegenwoordiger van het centrale gezag ook buitengewone bevoegdheden.
Een ander onderdeel van de taak van de Commissaris der Koningin is het adviseren over het verlenen van koninklijke onderscheidingen en toekennen van predikaten. Bovendien is hij direct betrokken bij de ontvangst van leden van het Koninklijk Huis bij officiële bezoeken aan de provincie of aan gemeenten en waterschappen in de provincie.
De Commissaris der Koningin als provinciaal ambtenaar
De bevoegdheden van de Commissaris als provinciaal ambtenaar kunnen we onderverdelen in het voorzitterschap van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten, zijn functioneren als orgaan van de provincie en het medebewind. De basis van deze bevoegdheid ligt in artikel 58 van de Provinciewet. De Commissaris der Koningin heeft uit hoofde van zijn functie grote invloed op het provinciaal beleid.
Hij draagt zorg voor het bijeenroepen van de Provinciale Staten en voor de handhaving van de openbare orde in de statenvergadering. De Commissaris leidt de vergaderingen van de Staten en heeft een adviserende stem. Hij tekent alle stukken die van Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten uitgaan. Alle aan Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten gerichte stukken worden door hem (of in zijn naam) geopend en hij draagt zorg voor een spoedige behandeling en afdoening.
De Commissaris heeft het oppertoezicht over de provinciale griffie. Het oppertoezicht is overigens iets anders dan het normale toezicht wat door de griffier en de diensthoofden wordt uitgeoefend, het is meer sturend dan leidend.
Ingevolge de artikelen 115 en 116 van de Provinciewet vertegenwoordigt de Commissaris der Koningin als orgaan de provincie in en buiten rechte. Deze artikelen vormen min of meer de grondslag voor de talloze activiteiten waarbij hij namens de provincie, al dan niet in representatieve sfeer, optreedt. De Commissaris wordt bij alle mogelijke kwesties betrokken en bij alle mogelijke gelegenheden uitgenodigd. Wanneer burgers in de problemen komen met gemeentebesturen, andere instanties of met elkaar, wenden zij zich vaak voor bemiddeling tot de Commissaris.
In een aantal gevallen is het medebewind aan de Commissaris in plaats van Gedeputeerde Staten opgedragen, zoals het geval is met de afgifte van rijbewijzen en paspoorten.
Het Kabinet van de Commissaris der Koningin
In de Provinciale Almanak van 1922 wordt voor het eerst gesproken over een kabinet van de Commissaris der Koningin als onderdeel van de provinciale griffie, met de griffier als diensthoofd. De specifieke taken die door het Kabinet worden uitgevoerd, in de zin van administratieve ondersteuning, hangen zeer direct samen met de functie en de persoon van de Commissaris der Koningin.
Overzicht van Gouverneurs, later Commissarissen des Konings resp. Commissarissen der Koningin in Zuid-Holland
    • Jhr. mr. dr. Frederic Auguste van Leyden van West-Barendrecht
    • gouverneur 1814 - 1817
    • Mr. Adam Francois Jules Armand graaf van der Duin van Maasdam
    • gouverneur 1817 - 1844
    • Mr. Johan Adriaan ridder van der Heim van Duyvendijke
    • gouverneur 1844 - 1847
    • Jhr. mr. Leonard Robert Gevaerts
    • tijdelijk gouverneur 1848
    • Mr. Eugene Jean Alexandre graaf van Bylandt
    • commissaris 1848 - 1853
    • Mr. Johan Adriaan ridder van der Heim van Duyvendijke
    • (wederom) commissaris 1853 - 1862
    • Mr. James Loudon
    • commissaris 1862 - 1871
    • Mr. Cornelis Fock
    • commissaris 1871 - 1900
    • Mr. Jacob Gerard Patijn
    • commissaris 1900 - 1911
    • Emile Claude baron van Sweerts de Landas Wyborgh
    • commissaris 1911 - 1928
    • Jhr. mr. dr. Herman Adriaan van Karnebeek
    • commissaris 1928 - 1942
    • Mr. Emanuel Johannes Matheus Hubertus Bolsius
    • tijdelijk commissaris 1942 - 1945
    • Dr. Abraham Arnold Lodewijk Rutgers
    • waarnemend commissaris 1945
    • Mr. Lodewijk Albert Kesper
    • commissaris 1945 - 1955
    • Mr. Jan Klaasesz
    • commissaris 1956 - 1972
    • Mr. Maarten Vrolijk
    • commissaris 1972 - 1984
    • Dr. S. Patijn
    • commissaris 1984 - 1994
Geschiedenis van het archiefbeheer
Bij het zogeheten Bezuidenhout- en Voorhoutbombardement in maart 1945 (bedoeld om Den Haag als uitvalbasis voor de V1 en V2-wapens uit te schakelen), werden het griffiegebouw en de gebouwen van de Provinciale Waterstaat aan de Nieuwe Uitleg door bommen verwoest. Dit gebeurde op een moment dat het personeel grotendeels afwezig was.
Door de brand als gevolg van dit bombardement zijn de indices en agenda's van de periode 1888-1931, alle stukken uit het jaar 1847 en nagenoeg alle archiefstukken uit de periode 1932 tot en met 1944 verloren gegaan.
Het archief van het Kabinet van de Commissaris der Koningin maakt, naast de archieven van de Griffie, Provinciale Planologische Dienst en Provinciale Waterstaat, deel uit van het Provinciaal Archief. Het archiefblok over de periode 1945-1986 stond geplaatst in de archiefruimte van het provinciehuis.
Per 1 januari 1987 is het ambtelijke apparaat van de provincie Zuid-Holland overgegaan naar een nieuwe dienstenstructuur. Het archief van het Kabinet van de Commissaris der Koningin werd afgesloten, analoog aan de afgesloten archieven van de Griffie, Provinciale Planologische Dienst en Provinciale Waterstaat.
Van zaken die doorlopen tot na 1986 zijn de mappen gesplitst of in zijn geheel overgezet naar het volgende archiefblok. In voorkomende gevallen zijn verwijzingen geplaatst.
In 1997 vond een eerste bewerking van het archief plaats. De dossiergegevens zijn toen ingevoerd in het geautomatiseerde systeem DORIS (Dossier Registratie en Informatie Systeem).
Het archief van het Kabinet van de Gouverneur, na 1850 Commissaris des Konings, periode 1819-1931, werd in februari 1982 aan het Algemeen Rijksarchief in Zuid-Holland overgedragen.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
In het archief bevinden zich incidenteel nog bescheiden van vóór 1945 (burgemeesters-dossiers, jaarverslagen Kabinet) welke de brand van maart 1945 overleefd hebben. Het archief loopt tot en met 1986.
De adviezen van de Commissaris bij het verlenen van koninklijke onderscheidingen zijn niet opgenomen in deze inventaris. Het Nationaal Archief beschikt reeds over eenzelfde, maar meer complete serie toekenningen van het Kabinet van de Koningin (toegang 2.02.20) en het was niet nodig om deze stukken ook over te dragen. Het archiefbestand met voorstellen tot toekenning van koninklijke onderscheidingen blijft bij de provincie Zuid-Holland en zal op termijn worden vernietigd.
Met betrekking tot de burgemeestersdossiers geldt dat de ontslagdata bepalend zijn voor het al dan niet opnemen in deze inventaris. De dossiers van alle burgemeesters die ná 1 januari 1945 nog in functie waren of die vóór 1 januari 1987 met ontslag zijn gegaan, zijn opgenomen in deze inventaris. De dossiers van burgemeesters waarvan de ambtstermijn doorloopt tot na 1 januari 1987 zullen in de volgende archiefinventaris worden opgenomen. In voorkomende gevallen is een verwijzing opgenomen. De jaartallen onder de beschrijvingen van de burgemeestersdossiers verwijzen naar de ambtstermijn, niet naar de looptijd van de dossiers.
Selectie en vernietiging
De omvang van het archief bedroeg in de semi-statische fase 190 strekkende meters. De omvang van het archief werd door middel van een grove vernietigingsactie teruggebracht naar 49 strekkende meters. Van de tijdens deze bewerkingsactie vernietigde stukken is een verklaring van vernietiging opgemaakt. Van het te bewaren archief werd een dossierinventaris gemaakt.
Bij de definitieve inventarisatie vond er opnieuw een selectie op vernietiging plaats. Bij deze selectie is gebruik gemaakt van de "Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden van de Commissaris der Koningin en de overige provinciale en interprovinciale organen, dagtekende van na 1850". Deze lijst is vastgesteld door de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur in 1989/1994 en gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant nummer 110 van 14 juni 1994.
De omvang van het over te dragen archief werd teruggebracht naar 26 strekkende meters.
Van de vernietigde dossiers is een verklaring van vernietiging opgemaakt.
Verantwoording van de bewerking
In 2000 diende het archief zodanig te worden bewerkt en materieel verzorgd, en voorzien van een beschrijvende inventaris, dat het kon worden overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief. De archiefbeschrijvingen zijn aangepast en daar waar nodig is de code VNG op een meer logische wijze toegepast. Alle archiefbescheiden zijn gehecht in zuurvrije dossiermappen en verpakt in dozen van zuurvrij karton.
Ordening van het archief
Het archief is geordend volgens de Basisarchiefcode van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, uitgave 1979. Als ingang fungeerde een losbladige dossierinventaris.
Hieronder wordt er nader op de gekozen hoofdstukindeling ingegaan.
Hoofdstuk 1 bevat de stukken over de organisatie en het personeel van het Kabinet en de stukken direct betrekking hebbende op de Commissaris der Koningin. Hoofdstuk 2 betreft de bemoeienissen van de Commissaris ten aanzien van de politie en in hoofstuk 6 is de bescherming van de bevolking nader uitgewerkt. Gezien de grote hoeveelheid stukken en de specifieke aard ervan is besloten deze onderdelen in aparte hoofdstukken op te nemen. Hoofdstukken 3 tot en met 12 volgen de basisarchiefcode voor wat betreft de verschillende taakvelden van de Commissaris. In hoofdstuk 13 en 14 zijn die onderwerpen ondergebracht die enerzijds voortvloeien uit formele taken die de wetgever aan de Commissaris heeft gegeven als controleur van de lagere overheden (gemeenten en waterschappen) en anderzijds, die voortvloeien uit de positie die de Commissaris inneemt ten opzichte van het Koninklijk Huis.
Binnen de inventarishoofdstukken zijn de archiefbeschrijvingen chronologisch geordend. Daar waar sprake is van een logisch verband tussen meerdere beschrijvingen of serievorming is het principe van de chronologie doorbroken. De term "stukken betreffende" aan het begin van de beschrijvingen, is weggelaten. Bij het beschrijven is telkens het onderwerp of de zaak aangeduid. Omdat de uiterlijke vorm van de aangetroffen beschrijvingseenheden altijd een omslag bleek te zijn, werd vermelding hiervan overbodig geacht.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B). Met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van nog levende personen zijn de inventarisnummers 127, 135, 136, 153, 170-172, 471, 472, 482, 581-843 (voorzover het gaat om nog in leven zijnde personen) tot maximaal vijftig jaar na afsluiting slechts raadpleegbaar na schriftelijk verkregen toestemming van de directeur Nationaal Archief.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Kabinet van de Commissaris der Koningin in Zuid-Holland, nummer toegang 3.02.42, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Kabinet CdK ZH, 3.02.42, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Voor de adviezen van de Commissaris bij het verlenen van koninklijke onderscheidingen, zie het archief van het Kabinet van de Koningin (toegang 2.02.20)

Bijlagen

Overzicht van geraadpleegde bronnen 150 jaar Noord-Holland en Zuid-Holland: gedenkboek bij het 150-jarig bestaan van de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland . - 's-Gravenhage: Stichting Historische Reeks, (c) 1990. De dualistische positie van de Commissaris van de Koningin en de daarmee verband houdende vraagstukken . - Arnhem: Provinciaal Bestuur, 1977. Instructie voor den Commissaris des Konings in elke provincie 1850. Instructie voor de Commissarissen des Konings in de provinciën 1965, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 4 september 1975. 'Gouverneurs en Commissarissen des Konings en der Koningin in Zuid-Holland'. In Gens Nostra 38 (1983) p. 132-133. Inventaris van het archief van het Kabinet van de Gouverneur, na 1850 Commissaris des Konings (der Koningin) van Zuid-Holland, 1819-1931 / door C. Venema - 's-Gravenhage: Rijksarchief in Zuid-Holland, 1987. Inventaris van het archief van de Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant, 1920-1969 / door G. van Esch en A. van Hemert. - 's-Hertogenbosch: Rijksarchief in Noord-Brabant, 1993.

Archiefbestanddelen