2.04.47.01 Inventaris van het archief van de Commissie tot bezuiniging op de kosten van het Krankzinnigenwezen, 1934-1941
Het archief bevat notulen en rapport van de commissie en stukken over de mogelijkheden tot bezuiniging bij instellingen voor de verzorging van krankzinnigen (bv. op verpleegprijzen, salarissen).
Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.
Archiefdienst
Nationaal Archief
Locatie
Den Haag
Archiefvormers
Commissie tot Bezuiniging op de Kosten van het Krankzinnigenwezen, , 1934-1941
Samenvatting van de inhoud van het archief
Het archief bevat notulen en rapport van de commissie en stukken over de mogelijkheden tot bezuiniging bij instellingen voor de verzorging van krankzinnigen (bv. op verpleegprijzen, salarissen).
Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
Organisatie
De uitgaven voor de kosten van het krankzinnigenwezen stegen in de loop van de jaren dertig dermate snel, dat de ministers van Binnenlandse Zaken en Sociale Zaken besloten tot instelling van de Commissie tot bezuiniging op de kosten van het krankzinnigenwezen. De eerste vergadering vond plaats op 8 juni 1934. ( Zie inventarisnr. 1 (Notulen 8 juni 1934). ) De commissie werd meestal aangeduid als de Commissie-Frederiks, naar de naam van haar voorzitter mr. dr. K.J. Frederiks, secretaris-generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
Binnen de organisatiestructuur van het Ministerie van Binnenlandse Zaken was de afdeling Armwezen (1918-1947) verantwoordelijk voor de commissie.
Onderstaande ambtenaren hadden zitting in de commissie:
Naam
Functie
mr.dr. K.J. Frederiks
secretaris-generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, voorzitter
W. Schoonderbeek
commies afdeling Armwezen, secretaris
mr. M.A. Harders
chef afdeling Armwezen 1934-1935
D. van Geel
chef afdeling Armwezen 1935-1938
mr. A.J. Rosman
chef afdeling Armwezen 1938-1941
dr. J. Wessels
inspecteur Staatstoezicht op krankzinnigen en krankzinnigengestichten
dr. J.H. Pameyer
inspecteur Staatstoezicht op krankzinnigen en krankzinnigengestichten
L.L. Franx
referendaris afdeling Algemene Secretarie en Comptabiliteit
J.T. Verbaas
inspecteur Bureau Controle van het Ministerie van Financiën
Daarnaast traden de geneesheren-directeuren van de krankzinningengestichten te Grave en te Woensel als adviseurs op.
Dr. Pameyer bracht al vrij snel eén bezuinigingsplan uit (19 juli 1934), dat in de commissie werd besproken. Omdat uit het plan bleek dat er een overschot aan verpleegruimte voor krankzinnigen in niet-rijksinrichtingen bestond, adviseerde de commissie de minister op 26 juli 1934 geen uitbreiding of nieuwbouw meer goed te keuren. De minister nam dit advies onverkort over, waardoor het zogenaamde Rapport Pameyer als leidraad voor het werk van de commissie ging fungeren. ( Zie inventarisnr. 1 (Notulen 25 juli 1934). )
De commissie beleefde haar "roemrijkste" periode in 1934-1935 toen er soms 5 vergaderingen per dag gehouden werden. Dit was de periode van de eerste bezuinigingsronde. Een tweede bezuinigingsronde volgde in 1936-1937, waarbij ook een aantal inrichtingen uit de eerste bezuinigingsronde voor de tweede keer aan de normen werden getoetst. Na de tweede bezuinigingsronde trad een periode van betrekkelijke rust in, zonder dat de commissie werd ontbonden. Dit werd door de ministers opzettelijk niet gedaan omdat zij verwachtten nog weer gebruik te moeten maken van de diensten van de commissie. Dit was ook inderdaad het geval tijdens de "nalezing" in 1940, waarbij alleen de inrichting Het Apeldoornsche Bosch te Apeldoorn aan bezuinigingen werd onderworpen.
Op 12 april 1939 werden de heren Pameyer en Schoonderbeek onder de wapenen geroepen ( Zie inventarisnr. 1 (Notulen 5 april 1940). ) , waardoor er een extra druk op de overblijvende leden van de commissie kwam. De algehele mobilisatie in augustus 1939 had tot gevolg dat de hoeveelheid werk van het Ministerie over een kleiner aantal mensen werd verdeeld, waardoor er weinig tijd voor reorganisaties van inrichtingen was. Het werk van de commissie kwam zodoende gedeeltelijk stil te liggen.
Een duidelijke afsluiting van het werk van de commissie is niet aan te geven. De stukken ontstaan bij de bezuinigingen in Het Apeldoornsche Bosch (1940) zijn de jongste stukken.
Uitvoering van de taak
De opdracht die de commissie meekreeg was: de minister van Binnenlandse Zaken voorlichten over de verschillen tussen de kostprijzen in de rijksinrichtingen Woensel en Grave enerzijds en de kosten in de niet-rijksinrichtingen anderzijds. De commissie moest wegen aangeven om te komen tot bezuinigingen op de rijksuitgaven. De commissie had een toetssteen nodig om de binnenkomende gegevens te relateren. Als zodanig werd het Rijkskrankzinnigengesticht te Woensel hiervoor aangewezen. De commissie werkte steeds vanuit drie aandachtspunten:
de gestichtsbesturen mochten geen winst maken op de verpleeg- en kledinggelden,
de gestichtsbesturen moesten de afschrijvingen op de gebouwen zo laag mogelijk houden,
de gestichtsbesturen moesten zo mogelijk een verlaging van de personele en materiële kosten doorvoeren.
Uitgaande van deze aandachtspunten werd de volgende procedure gevolgd:
De commissie vroeg aan Gedeputeerde Staten om hun medewerking.
Na toezegging van Gedeputeerde Staten wezen deze enkele ambtenaren aan om de contacten te onderhouden.
Gedeputeerde Staten voerden voor de commissie de correspondentie met de diverse gemeentebesturen in hun provincies.
Gedeputeerde Staten stuurden de stukken naar de secretaris van de commissie.
De secretaris zond afschriften van de stukken aan de commissieleden.
De leden reageerden zo spoedig mogelijk op de stukken.
Daarop belastte de commissie een aantal leden uit haar midden met een onderzoek.
Deze leden pleegden overleg met de gestichtsbesturen.
De leden rapporteerden daarna aan de commissie.
De leden van de plenaire commissie deelden mee of ze zich met het rapport konden verenigen.
Tenslotte bracht de commissie een advies aan de minister uit.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Reeds tijdens de registratuurperiode was er een vermenging ontstaan met het archief van de afdeling Armwezen, doordat W. Schoonderbeek naast zijn functie van commies op de afdeling Armwezen ook secretaris van de commissie was. Een aantal stukken werden in de dossiers van Armwezen gevoegd en daarom ook in de agenda's van Armwezen ingeschreven. Toch was er geen sprake van een bewust doorgevoerde vermenging, omdat de meeste stukken van het archief van de commissie als een aparte eenheid aanwezig waren. Latere archiefbeheerders onderscheidden echter het archief van de commissie niet meer van dat van de afdeling Armwezen. Het archief van de commissie werd beschouwd als een onderdeel van het archief van de afdeling. Van de commissie zelf zijn geen agenda's meer aanwezig terwijl die er wel geweest moeten zijn, gezien het feit dat sommige stukken een eigen nummering hebben gekregen.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud
De notulen van de commissie staan vermeld onder inventarisnummer 1, terwijl de notulen van de vergaderingen tussen de gestichtsbesturen en de commissieleden gevoegd zijn in de dossiers van de betreffende gestichten.
Selectie en vernietiging
Het bewerkingsproces werd afgesloten met de materiële verzorging van de stukken. Het te vernietigen deel werd van het te bewaren deel gescheiden. Het te vernietigen deel werd met toestemming (29 mei 1985) van het hoofd Bureau Algemene Secretarie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken naar het Bureau Vernietiging Overheidsarchieven te Apeldoorn gestuurd.
De selectie ter vernietiging werd uitgevoerd aan de hand van de vernietigingslijst (1961) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De omvang van het archief voor bewerking was 1,6 meter terwijl er na bewerking 0,36 meter overbleef. Het vernietigingspercentage was 77,5%.
Verantwoording van de bewerking
De bewerking vond plaats in het kader van de opleiding tot middelbaar archiefambtenaar aan de Rijks Archiefschool (cursus 1984-1985).
Ordening van het archief
Op grond van het bestemmingsbeginsel zijn de stukken uit het archief van de afdeling Armwezen gehaald. Er zijn twee hoofdrubrieken in deze inventaris gevormd, te weten "Organisatie" en "Uitvoering van de taak". Binnen de hoofdrubriek "Uitvoering van de taak" is een onderverdeling in drie bezuinigingsrondes gemaakt. Een oorspronkelijke orde was niet meer in het archief herkenbaar. Voor de indeling in drie bezuinigingsrondes is gekozen op grond van de drie verschillende periodes die in het werk van de commissie te herkennen waren.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG: Nationaal Archief, Den Haag, Commissie Bezuiniging Kosten Krankzinnigenwezen, nummer toegang 2.04.47.01, inventarisnummer ...
Deze vertaling is automatisch gegenereerd en kan fouten bevatten. Pagina's die persoonlijke informatie bevatten worden vanwege de privacy niet automatisch vertaald en zijn alleen beschikbaar in het Engels. Lees hier meer over onze vertaalde website.