Terug naar zoekresultaten

2.21.100 Inventaris van het archief van dr. P.J. Koets [levensjaren 1901-1995], 1920-1982

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.21.100
Inventaris van het archief van dr. P.J. Koets [levensjaren 1901-1995], 1920-1982

Auteur

Djoko Utomo

Versie

11-06-2019

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1979 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Collectie 249 P.J. Koets [levensjaren 1901-1995]
Koets

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1920-1982

Archiefbloknummer

C22083

Omvang

; 676 inventarisnummer(s) 2,70 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale, geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

dr. Peter John Koets (1901-1995)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat voornamelijk stukken betreffende de Indonesische kwestie waar hij een grote rol speelde als directeur van het Kabinet van de Gouverneur-Generaal en van de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon. In dat kader was hij onder meer leider van een missie naar republikeins gebied waar hij gesprekken voerde met republikeinse leiders. Verder bevat de verzameling stukken betreffende zijn overige activiteiten onder meer als hoofdredacteur van Het Parool en als leider van een Unesco-missie naar Somalië.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Peter John Koets werd geboren op 3 november 1901 te Macon, Georgia, in de Verenigde Staten, als zoon van Daniël Koets (24 januari 1867-10 oktober 1956) en Catharina Pieternella Jacoba Siegers (1 maart 1870-14 september 1902). Zijn vader was docent aan het Wesleyan Female College.
De lagere school volgde Peter John in Vlissingen, Zetten en Nijmegen in Nederland (1907-1908 en 1909-1913) en in Macon in de Verenigde Staten (1908-1909). Daarna bezocht hij het gymnasium in Zetten, dat in 1918 werd overgeplaatst naar Zeist en geleidelijk omgezet in een lyceum. Toen hij in 1918 overging naar de 6e klas en er wel op kon rekenen het volgende jaar het eind-diploma te zullen behalen, werd de keus van een studierichting een actuele zaak, maar hij zelf had nog geen besluit genomen. Als jongen had hij er vaag over gedacht dokter te worden, maar het was hem al vrij gauw duidelijk geworden, dat daar zijn bestemming niet kon liggen. Zijn belangstelling ging uit naar de letteren en de geschiedenis. Na het behalen van zijn gymnasium-diploma alpha in 1919 vertrok hij naar Londen, waar hij een jaar gouverneur van een Nederlandse jongen is geweest. Daarna studeerde hij klassieke letteren in Utrecht. Hij deed kandidaatsexamen in 1923 en doctoraalexamen in 1926, beide met het predicaat "cum laude". Na zijn doctoraal is Koets ruim een jaar gouverneur geweest van de zoons van de Nederlandse gezant te Berlijn.
In Utrecht leerde hij tijdens hun studietijd zijn vrouw kennen: Adriana van Oordt, arts (geboren op 10 juni 1903 in Rotterdam). Uit hun huwelijk, gesloten op 27 december 1928, werden zes kinderen geboren ( Catharina Gesina (geboren op 25 januari 1930), Margaretha Amelia (geboren op 6 maart 1931). Lydia (geboren op 9 juni 1932), Adriana (geboren op 19 augustus 1933), Johanna Margot (geboren op 26 november 1934) en Daniël Pieter (geboren op 27 januari 1940). ) , alle in Batavia. Ze zijn allen getrouwd. Van 1928 tot 1929 was hij leraar aan het later Willem de Zwijger lyceum geheten lyceum in Bussum. In 1929 promoveerde hij bij zijn leermeester H. Bolkestein op het proefschrift "DEISIDAIMONIA; a contribution to the knowledge of the religieus terminology in Greek". Na zijn promotie "cum laude" in 1929 ging hij met zijn vrouw naar Indonesië. Hij was leraar, later conrector en wnd rector (cursus '36-'37) van het Bataviaasch Lyceum (Carpentier Alting Stichting) tot 1938. Van 1938 tot 1939 was hij leraar en plaatsvervangend rector aan het Gouvernements Lyceum te Bandoeng ( In 1947 werd de Indonesische spelling veranderd, onder andere oe in u (Bandoeng-Bandung), in 1972 werd de spelling weer veranderd, bijvoorbeeld: ch in kh, dj in j, j in y, tj in c (Djakarta-Jakarta). ) . In 1939 werd hij hoofdambtenaar ter beschikking van de directeur van het departement van Onderwijs en Eredienst te Batavia. Op 8 december 1941 gemobiliseerd raakte hij na de capitulatie van Nederlands-Indië op Java (in maart 1942) als reserve-officier in Japanse krijgsgevangenschap en tot 1945 werkte hij als dwangarbeider aan de Burma-Siamspoorweg. De capitulatie van Japan kwam zeer snel en onverwacht en niemand kon zich een juiste voorstelling maken over de wijze, waarop de over heel Zuid-Oost Azië verspreide Japanse strijdkrachten het bevel tot het neerleggen van de wapens zouden opvolgen. Op veel plaatsen, met name ook op Java en Sumatra, ontstond een gezagsvacuüm. Op 17 augustus werd de onafhankelijkheid van Indonesia door Soekarno en Hatta geproclameerd. De situatie bleef nog zeer verward. Na in augustus 1945 te Singapore (waarheen hij in juli was overgebracht om een door hem door een Japanse krijgsraad in Bangkok opgelegde gevangenisstraf van vijf jaar verder uit zitten) uit krijgsgevangenschap te zijn bevrijd, werd Koets daar in februari 1946 gedemobiliseerd en keerde naar Java terug. Bij zijn terugkeer werd hij belast met de leiding van het departement van Onderwijs en Eredienst, als opvolger van de heer Kerstens. In juni van hetzelfde jaar werd hij benoemd tot directeur van het kabinet van de Gouverneur-Generaal ( Dit kabinet is in mei 1940 door de Gouverneur-Generaal opgericht als stafbureau voor zuiver politieke zaken. Het kabinet maakte gebruik van de administratie van de Algemene Secretarie, maar ressorteerde daar niet onder. De directeur van het kabinet stond naast, niet onder of boven de Algemene Secretaris. ) , als opvolger van dr. P.J.A. Idenburg en daarmede tot de politieke raadsman van de Landvoogd. Omdat de situatie in West-Java in het algemeen en in Batavia in het bij zonder niet veilig was en politiek zeer onoverzichtelijk bleef werd de centrale regering van de Republik Indonesia op 4 januari 1946 overgebracht naar Djocjakarta. Van 15 tot 20 september 1946 heeft onder leiding van Koets een groep Nederlanders, vijf representatieve personen ( Prof. dr. C.D. Langen, president van de Nood-Universiteit te Batavia, als medicus; dr. ir. Honig, plaatsvervangend directeur van het departement van Economische Zaken; D.G. van der Meer, vertegenwoordiger van de N.V. Internationale Crediet- en Handelsvereniging "Rotterdam"; H. Tennissen, van de Javasche Bank, als financieel expert en W. A. van Goudoever van de Regeringsvoorlichtingsdienst. ) , ieder deskundig op eigen terrein ( J.A. Jonkman, Nederland en Indonesië beide vrij, Van Gorcum, 1977, p. 61. Zie S.L. van der Wal (ed.), "Officiële bescheiden betreffende de Nederlands-Indonesische betrekkingen 1945-1950, deel V", verscheen in de Rijks Geschiedkundige Pubticatiën, kleine serie no. 41, 's-Gravenhage, 1975, p. 368. Zie ook, H.W. van Helsdingen, Op weg naar een Nederlandsch-Indonesische Unie; stemmen van hiev en ginds, 's-Gravenhage, 1947. 199-313. ) , een reis naar het binnenland gemaakt ( Zie inventarisnummer 360. ) . Zij waren gasten van de Republiek; de reis vond plaats met algehele instemming, doch zonder officiële opdracht van de Nederlands-Indische regering. Bij dit bezoek is het gezelschap in de gelegenheid geweest op de plaatsen, die men bezocht met een groot aantal personen in contact te komen en een reeks bedrijven en instellingen te bezoeken. Voornamelijk verbleef de groep te Djocjakarta, Kalioerang en Malang, waar zij onder andere Soekarno, Hatta, Setyadjit, A.G. Pringgodigdo, Roeslan Abdoel Gani, Sanoesi en Margono Djojohadikoesoemo ontmoette. In hun verslag gaven Koets c.s. indrukken over de voedingstoestand en de kledingsituatie van de bevolking, over het algemene landschaps- en straatbeeld en uiteraard over de politieke ontwikkelingen. Het verslag van deze reis werd op 30 semtember 1946 gemaakt en op 17 oktober door mr. J. A. Jonkman aan de Staten-Generaal aangeboden ( J.A. Jonkman, Ibid., p. 61. ) . Dat het rapport van de commissie-Koets zou getuigen van een schromelijk gebrek aan inzicht in de werkelijke toestand in het republikeins gebied zoals door critici was gesteld kon niet worden erkend ( H.W. van Helsdingen,Op cit., p. 457. ) . Op 22 oktober verscheen in deze samenhang een verklaring: "Soekarno een realiteit", met als conclusie dat zijn invloed op de massa hem in een reële gezagspositie in de Republik stelt ( Het chronologisch overzicht van het Indonesisch vraagstuk in de nationale en internationale politieke verhoudingen (14 augustus 1945-1 januari 1949), Publicatie van de Regeringsvoorlichtingsdienst, 's-Gravenhage, z.j., p. 9. ) Eind november 1946 ontstond een incident tussen "lasjkar rakjat", ongeregelde republikeinse troepen, en Nederlandse troepen in Medan. Op 6 december werd daarom een Nederlands-Indonesische commissie naar de onder Nederlands gezag staande gebieden op Sumatra, (Palembang, Padang en Medan) gezonden. Deze commissie bestond uit Koets, Buurman van Vreeden, Sjarifoedin en Oerip Soemohardjo. Zij had tot taak te trachten overal langs de zogenaamde "perimeters" tot door beide partijen aanvaarde regelingen te komen. Zo werd met de locale autoriteiten in Medan overeenstemming bereikt op een grondslag van bezetting van geheel Medan door de Nederlandse troepen en uitoefening van de politiediensten binnen de stad door een gemengde Nederlands-Republikeinse politie ( S.L. van der Wal (ed). Op cit., deel VI, kleine serie no. 44, p. 533. ) .
Op 29 oktober 1948 werd dr. L.J.M. Beel benoemd tot Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon in Indonesië. Deze benoeming volgde na het ontslag van Van Mook. Op 3 november kon Van Mook het gezag overdragen aan Beel. Na het ontslag van Van Mook werd het kabinet van de Gouverneur-Generaal het kabinet van de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon. Ook het directoraat van dit kabinet heeft Koets bekleed. Op 19 mei 1949 kreeg Beel eervol ontslag als Hoge Vertegenwoordiger, waarna A.H.J. Lovink op 24 mei werd benoemd tot Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon in Indonesië. De functie van Koets als directeur van het kabinet eindigde automatisch op 27 december 1949 als gevolg van de souvereiniteitsoverdracht.
In maart 1950 keerde hij terug in Nederland. Na zijn terugkeer hier te lande sloot hij zich aan bij de Partij van de Arbeid. In de cursus 1950-1951 was hij werkzaam aan het Barlaeus Gymnasium te Amsterdam.
Op 16 juli 1951 trad hij op als hoofdredacteur van Het Parool. Hij volgde mr. G.J. van Heuven Goedhart op, die enige maanden eerder Hoge Commissaris voor de vluchtelingen was geworden. Koets had zich voorgenomen deze journalistieke functie tot zijn 60e jaar te vervullen. Op 29 september 1961 nam hij afscheid als hoofdredacteur; hij werd opgevolgd door mr. H.W. Sandberg.
Van 1961 tot 1962 was Koets ambteloos. Van maart tot mei 1962 was hij werkzaam in Somalia als leider van een kleine, in hoofdzaak uit Nederlanders bestaande Unesco-missie teneinde de regering van dit toen kortelings onafhankelijk geworden land in de zogenaamde "Hoorn van Afrika" van advies te dienen inzake de vraag hoe het onderwijs dienstbaar te maken aan de sociaal-economische ontwikkeling. De Unesco-ploeg bestond wat de Nederlanders betreft verder uit prof. G.H. van der Kolft (sociaal-econoom), drs. R. Ruiter (econoom-statisticus) en H.J. Evers (deskundige op het gebied van het lagere technische onderwijs). Het officiële rapport is van de hand van de vier Nederlanders.
Van 1962 tot 1970 was Koets raadslid-wethouder van Onderwijs in Amsterdam; van 1966-1970 tevens loco-burgemeester. In de jaren 1957 tot 1970 was hij curator van de Universiteit van Amsterdam. Rond het jaar 1963 werkte hij mee aan het onderzoek "International socialist study on the situation of Jews in the U.S.S.R."
Sinds 1970 is hij met pensioen en woont met zijn vrouw op Ellemeet (Schouwen) in Zeeland. Hij overleed te Oegstgeest in 1995 op 93-jarige leeftijd ( bron: http://www.dbnl.org )
Literatuur
  • Alberts, A., Het einde van een verhouding, Indonesië en Nederland tussen 1945 en 1963. Alphen aan den Rijn, 1968.
  • Fischer, L., The Story of Indonesia. New York, 1959.
  • Helsdingen, W.H. van. Op weg naar een Nederlandsch-Indonesische Unie; stemmen van hier en ginds. ' s-Gravenhage, 1947.
  • Het chronologisch overzicht van het Indonesisch vraagstuk in de nationale en internationale politieke verhoudingen (14 augustus 1945-1 .januari 1949), Publicatie van de Regeringsvoorlichtingsdienst. 's-Gravenhage, z.j.
  • Jonkman, J.A., Nederland en Indonesië beide vrij. Assen 1977.
  • Mook, H. J. van, Indonesië, Nederland en de Wereld. Amsterdam, 1949.
  • Smit, C., Het akkoord van Linggadjati; uit het dagboek van prof. dr. ir. W. Schermerhorn. Amsterdam, 1959.
  • Smit, C., Liquidatie van een imperium. Amsterdam, 1962.
  • Tas, Sal., Underdeveloped freedom; Indonesia then and now. Baarn, 1973.
  • Wal, S.L. van der (ed), "Officiële bescheiden betreffende de Nederlands-Indonesische betrekkingen 1945-1950"; deel V en VI, in Rijks Geschiedkundige Publicatiën, kleine serie 41, 44. 's-Gravenhage, 1975, 1976.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Dr. Koets schonk zijn papieren in april 1973 aan het Algemeen Rijksarchief ( Zie brief D 9.5/1973. ) . Aanvullingen op de kollektie werden in november 1975, in juni 1977 en in augustus 1977 ontvangen, gedeeltelijk afkomstig van De Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis ( Zie brief D 9.91/1975. In 1963 heeft Koets aan dr. M. Boon van de Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis stukken meegegeven over Indonesië over de jaren 1945-1950. Door Boon werden op elk stuk met rode ballpoint aantekeningen gemaakt. ) .
Schenking (van een niet overheidsarchief)

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
De kollektie bestaat uit stukken, die verband houden met zijn functies als directeur van het kabinet van de Gouverneur-Generaal en de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon, hoofdredacteur van Het Parool, lid van de Partij van de Arbeid, leider van een Unesco-missie naar Somalië, en lid van de "International study group on the situation of Jews in the U.S.S.R."
Verantwoording van de bewerking
De kollektie is voornamelijk opgebouwd uit stukken met betrekking tot de Indonesische kwestie; dit brengt mee dat de rubrieken een grote onderlinge samenhang vertonen. Vaak bleek dat van stukken die duidelijk in een bepaalde rubriek thuishoorden, toch ook een verband aanwijsbaar was met stukken geplaatst in andere rubrieken. Om dit verband tot uitdrukking te brengen werd gebruik gemaakt van verwijzingen. De papieren van dr. Koets werden in 1976-1977 in het kader van de archiefsamenwerking tussen Indonesië en Nederland geïnventariseerd door Djoko Utomo, ambtenaar bij het Arsip Nasional Republik Indonesia, tijdens zijn stage op de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief in Den Haag.
Ordening van het archief
Enige orde in de kollektie werd bij de overdracht niet aangetroffen. Gestreefd is naar een ordening van de papieren volgens de functies die Koets bekleedde.
De algemene briefwisseling (afdeling I) omvat de brieven van algemene aard van 1920 tot en met 1977. De bijzondere briefwisseling (afdeling II B) omvat de gewisselde brieven tijdens zijn functie als directeur van het kabinet van Gouverneur-Generaal en de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon en na de souvereiniteitsoverdracht aan Indonesië tot in maart 1950. Het merendeel van de brieven is wel officieel gesteld, maar handelt ook over persoonlijke kwesties. De briefwisseling in afdeling II C omvat de brieven tijdens zijn hoofdredacteurschap van Het Parool. De brieven gewisseld tijdens zijn functies als lid van de Partij van de Arbeid en de "International study group on the situation of the Jews in the U.S.S.R." werden in het betreffende inventarisnummer vermeld. Voor de onderzoeker die alle brieven gewisseld met een bepaald persoon wil raadplegen, werd een alfabetische lijst van correspondenten met opgave van data en inventarisnummers opgenomen. Bij de inventarisatie leek het zinvol kranteartikelen en brochures in de kollektie apart te houden in een rubriek "Dokumentatie".

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie 249 P.J. Koets [levensjaren 1901-1995], nummer toegang 2.21.100, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Koets, 2.21.100, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
De stukken, die verband houden met zijn functies als wethouder van Onderwijs in Amsterdam en curator van de universiteit van Amsterdam, heeft hij overgedragen aan de Gemeentelijke Archiefdienst van Amsterdam ( Deze stukken werden door mej. T. de Groot in 1973 geïnventariseerd. (Zie Particulier Archief 527 van de Gemeentelijke Archiefdienst van Amsterdam). ) .
Publicaties
Overzicht van de boeken en brochures, afkomstig uit de kollektie, geplaatst in de bibliotheek van het Algemeen Rijksarchief. Communism in south-east Asia , London, 1948. Education in Indonesia before, during and after the Pacific war , Batavia, 1948. De protestantsche kerk in Indonesië, tijdens bezetting en terreur, Batavia 1946. Rasker, A. J., De geestelijke achtergrond van de crisis in Indonesië, Batavia, 1946. Slamet, M., "A Japanese 'Dalang' (shadow player) in Java; a tragedy in four acts", opgenomen in Japanese Machinations, IV , Batavia, 1946. Slamet, M., "Japanese souls in Indonesia "bodies", opgenomen in Japanese Machinations, III , Batavia, 1946. Sociëteit "De Harmonie"; Verslag over het jaar 1948 met naamlijst der leden, Batavia, 1949. Telefoongids Batavia 1949 . Wij Indo Europeanen ..... ..., Djakarta, 1946.

Bijlagen

Archiefbestanddelen