Terug naar zoekresultaten

2.09.35.05 Inventaris van het archief van het Ministerie van Justitie: Gebouwendossiers, 1823-1994

Het archief betreft dossiers betreffende de gebouwen welke bij het Ministerie van Justitie en bij ondergeschikte diensten, alsmede bij de rechterlijke macht in gebruik waren. Het betreft dus gebouwen van het ministerie, van de rechtbanken, van gevangenissen en van de rijkspolitie.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.09.35.05
Inventaris van het archief van het Ministerie van Justitie: Gebouwendossiers, 1823-1994

Auteur

PWAA

Versie

25-01-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2010 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Justitie: Gebouwendossiers
Justitie / Gebouwen

Periodisering

archiefvorming: 1823-1994
oudste stuk - jongste stuk: 1823-2000

Archiefbloknummer

J25547

Omvang

; 1041 inventarisnummer(s) 49,20 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Justitie

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief betreft dossiers betreffende de gebouwen welke bij het Ministerie van Justitie en bij ondergeschikte diensten, alsmede bij de rechterlijke macht in gebruik waren. Het betreft dus gebouwen van het ministerie, van de rechtbanken, van gevangenissen en van de rijkspolitie.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De gebouwen van de rijksoverheid worden beheerd door de Rijkshuisvestingsdienst (RGD). Sinds de invoering van het Rijkshuisvestingsstelsel in 1998 is het beheer van gebouwen geformaliseerd en gecentraliseerd. De manier van financiering wijzigde: voorheen betaalde de RGD alles via meerjarenplannen, vanaf 1998 moeten de departementen betalen aan de RGD.
Alle gebouwen van het bestuursdepartement van het ministerie van Justitie worden nu voor het huurdersdeel beheerd en onderhouden door de Directie Bedrijfsvoering en Ondersteuning Bestuursdepartement (DBOB). Voor 1998 werden huurpanden behalve door DBOB ook op semi-autonome wijze door directies zelf gehuurd. Het was de taak om de gebouwen en installaties bedrijfsbetrouwbaar, veilig en heel te houden.
De gebouwen van het bestuursdepartement en van de buitendiensten waren in eigendom van de RGD of een van de vele vastgoedbeheerders. Deze beheerders zijn in de arm genomen via aanbestedingen op de vrije markt door directies van het ministerie. Er bestaat geen overzicht van al deze beheerders.
Voor 1998 beheerde iedere directie van het ministerie van Justitie (Hoofdirectie Organistie Rechtspleging en Rechtshulp, Directie Kinderbescherming, Directie Politie, Directie Gevangeniswezen en de Directie TBR en Reclassering) het archief van de gebouwen en het materieel van zijn buitendienst(en) zoals de rechtbanken en politie. De buitendiensten beheerden wel zelf hun eigen gebouwen. Voor inzage in de dossiers van hun "eigen" gebouwen moest een buitendienst naar de directie die het archief van hun gebouwen beheerde. Het gebouw waar de directie zelf zetelde en de bijbehorende archieven werden beheerd door Algemene Zaken (AZ) van het ministerie van Justitie.
Huisvesting van het rijk zou men kunnen definiëren als: "de ingebruikgeving en het technisch beheer van gebouwen, werken en daarbij behorende terreinen" voor de Hoge Colleges van Staat, de departementen van algemeen bestuur en de daaronder vallende diensten. Deze definitie is ontleend aan art. 1c van het Koninklijk Besluit van 14 juli 1989, Stb. 320 (Besluit Rijkshuisvesting). Maar dit KB heeft, evenals de daaraan voorafgaande, slechts betrekking op de zorg van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op dit beleidsterrein. Er zijn echter ook andere zorgdragers, die nagenoeg volgens dezelfde procedures werken. Huisvesting is een voorwaarde waardoor alle instellingen van de rijksoverheid - de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht – hun werkzaamheden kunnen verrichten.
Huisvesting laat zich in verschillende aspecten onderverdelen:
  • Het scheppen van huisvestingsruimte door het laten bouwen of huren van objecten;
  • Het beheren en in stand houden van huisvestingsruimte door onderhoud en exploitatie van deze objecten;
  • Het adviseren over gebouwen van organen die door het Rijk worden gesubsidieerd;
  • Het adviseren over huisvestingsaangelegenheden in het algemeen en incidenteel aan particulieren.
Daarnaast heeft het rijk nog het beheer van de koninklijke paleizen en van enkele monumenten die niet als huisvesting dienen. Deze monumenten dienen als object van cultureel erfgoed blijvend te worden bewaard en in stand gehouden. Het Rijk heeft ook een taakopvatting op esthetisch gebied. Reeds in de vorige eeuw had een referendaris, belast met het rijksbouwbeleid zich als voortrekker op het gebied van architectuur en toegepaste kunst gepresenteerd. De architecten van de Rijksgebouwendienst (rgb) hebben deze opvatting steeds gedeeld, hetgeen soms tot uiting komt in toespraken en publicaties. Na 1945 werd door het management de draad opnieuw opgenomen, zij het aanvankelijk behoedzaam. Als voorbeeld hiervan dient de invoering van een percentageregeling in 1951, waar werd vastgesteld dat een deel van de bouwkosten van daartoe aangewezen projecten aan "decoratieve aankleding" moest worden besteed. Thans is het op grond van deze percentageregeling regel dat er in een bouwproject van het rijk een kunstwerk wordt geïntegreerd.
Vanaf 1989 houdt de regering zich bezig met het planmatig formuleren van beleid ten aanzien van de rijkshuisvesting. Zij ontwerpt planningsinstrumenten en stelt normen op bouwtechnisch en esthetisch terrein. Onder deze planning behoort ook de voorbereiding en de uitwerking van de allocatie van huisvesting naar de ministeries. Deze allocatiesystematiek loopt parallel met de cyclus van de rijksbegroting en wordt in nauwe samenwerking met de rijksbegroting uitgewerkt. In de Nota Architectuurbeleid van 1990 was al gesteld dat in de beleidsuitvoering "de specialismen architectuur, stedenbouw, beeldende kunst en monumentenzorg [waren] vertegenwoordigd".
Het rijkshuisvestingsbeleid is vanaf de instelling van het eerste kabinet-Lubbers in 1982 beïnvloed door het streven van de regering naar grotere zelfstandigheid en privatisering van uitvoerende werkzaamheden. De rijkshuisvesting dient producten te leveren die als voorbeeld dienen voor een goede verhouding in kosten en kwaliteit, duurzaam bouwen, toepassing van milieuaspecten en kantoorinnovatie. Door het propageren van betere kwaliteit hoopt het rijk producten aan te leveren die inspelen op de markteconomie. Deze producten zijn voornamelijk nevenproducten, die behoren bij het geven van opdrachten, de planning en de sturing van de rijkshuisvesting. Het zijn instrumenten van planmatige sturing van de huisvesting, van registratie van behoefteonderzoek en voorraadbeheer (verbetering van onderhoud en exploitatie). Tegelijk gebruikt het ministerie dit instrumentarium als zijn eigen werktuigen. Zij worden afgestemd in samenhang met zijn beleid ten aanzien van de ruimtelijke ordening, het milieu, de architectuur en stedenbouw. Bovendien heeft het rijk blijkens de nationale milieubeleidsplannen vanaf 1985 een voorbeeldfunctie op het gebied van milieubeheer.
De derde aanvulling, Gebouwen Rijkspolitie 1882-1994 betreft het archief van de Hoofdafdeling Economische Zaken, Afdeling Gebouwen en taakvoorgangers, ressorterend onder het Directoraat-Generaal voor Politie en Criminaliteitsbestrijding van het ministerie van Justitie. Dit archief bevat objectdossiers inzake de gebouwen van het Korps Rijkspolitie. De archiefvorming is gestart in 1943 toen het Directoraat-Generaal Politie werd opgericht (zie onderstaande uiteenzetting.) Voorheen was de politie een decentrale aangelegenheid. De dossiers afkomstig uit de decentrale periode werden in beheer overgenomen door het nieuwe Directoraat-Generaal. Dit verklaart waarom dit archief oudere dossiers bevat. In 1993 werd de toenmalige Directie Politie opgeheven. Overeenkomstig werd de archiefvorming gestaakt.
Bij verordening van 14 december 1942, no. 147 en met ingang van 1 maart 1943 kwam de gehele politie officieel onder het opnieuw ingestelde Directoraat-Generaal van Politie. Binnen deze DG werd een afdeling ingesteld die zich bezighield met het beheer van de gebouwen en het materieelbeleid. Achtereenvolgens onderging de afdeling een aantal naamswijzigingen, waarbij het takenpakket nagenoeg ongewijzigd bleef:
  • Het behandelen van huisvestigingsaangelegenheden met betrekking tot nieuw- aan of verbouw ten behoeve van de buitendiensten ressorterende onder de directie Politie;
  • Het nemen van maatregelen ter bevordering van de gebruikersgeschiktheid van gebouwen.
Van 1941-1943 heette de afdeling Bureau van de Gevolmachtigde voor de reorganisatie van de Nederlandse Politie, Afdeling Huisvesting. Van 1943-1945 Directoraat-Generaal van Politie, Hoofdafdeling Bestuursdienst Afdeling V Huisvesting.
Vanaf 1949 tot en met 1956 heette het ‘afdeling’ Politie’. Hieronder ressorteerden achtereenvolgens:
  • Bureau Beheer (1949-1954);
  • Bureau Materieel (1955-1956).
In 1957 verandert deze afdeling in een directie. Deze directie werd in 1993 opgeheven. Hieronder ressorteerden achtereenvolgens:
  • Onderafdeling Gebouwen en materieel (1957-1967);
  • Onderafdeling Gebouwen Bureau gebouwen, materieel en nieuwbouw (1968-1973);
  • Onderafdeling Gebouwen (1974-1976);
  • Afdeling Gebouwen (1977-1988);
  • Hoofdafdeling Economische Zaken Afdeling Gebouwen en Materieel (1989-1992);
  • Hoofdafdeling Economische Zaken Afdeling Gebouwen 1993.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De gebouwendossiers van het ministerie van Justitie zijn in de jaren vijftig ontstaan met de invoering van het dossierstelsel. Tot de jaren vijftig geschiedde de ordening volgens het zogenaamde “verbaalstelsel” waarbij de stukken chronologisch werden gearchiveerd op datum. Middels een agenda werden de stukken geregistreerd. De overgang van het verbaalstelsel op dossierstelsel heeft geleidelijk en afdelingsgewijs plaatsgevonden in de jaren 1950-1955. Het verbaalarchief werd bij het ministerie van Justitie grotendeels centraal opgeborgen en is eind jaren tachtig overgebracht naar het Nationaal Archief (voorheen Algemeen Rijksarchief). De archiefvorming van de gebouwendossiers werd buiten het verbaalstelsel gehouden en op een andere manier ingericht. Deze dossierserie is apart geïnventariseerd door het algemeen secretariaat en overgebracht naar het Nationaal Archief. Deze gebouwendossier (1825-1954), zijn opgenomen als inventarisnummers 1-243 van deze toegang.
Er zijn niet eerder bescheiden uit dit archiefonderdeel naar archiefbewaarplaatsen overgebracht. Vanuit het semi-statisch archief van het ministerie van Justitie te Rijswijk zijn de archiefonderdelen in augustus 2007 overgebracht naar het Gemeente Archief Rotterdam. Hier heeft de selectie en bewerking plaatsgevonden. De dossiers zijn ontdaan van schadelijke hecht- en bindmiddelen, in zuurvrije omslagen en dozen verpakt en met een inventarisnummer voorzien.
De tweede aanvulling, Gebouwendossiers (1823) 1939-1991 (aanvulling 2009) heeft een overlap met de dossiers over de periode 1825-1954.
De derde aanvulling, Gebouwen Rijkspolitie is voor een deel gevormd door de verschillende lokale politieeenheden. Vanaf 1943 geschiedde dit centraal op het kerndepartement van het ministerie van Justitie. Aan de archiefvorming kwam in 1993 een eind door opheffing van het Directoraat-Generaal voor Politie.Overeenkomstig werd het archief afgesloten en aangedragen aan de Directie Bedrijfsvoering en Ondersteuning Bestuursdepartement. Het archief is toen overgebracht naar het Rijksbedrijvencentrum te Rijswijk.
In 2007 werd het archief ter bewerking aan het Project Wegwerken Archiefachterstanden aangeboden als onderdeel van een groter archief inzake de gebouwen in eigendom van of ten dienste van het ministerie van Justitie. De gebouwendossiers van de Rijkspolitie werden toen aan de zorgdrager geretourneerd omdat onduidelijk was of de gebouwen nog in gebruik waren. In 2009 werd dit archief ter bewerking aangeboden aan de Interim Organisatie Rijksarchieven (IORA.) Door middel van een zoekactie in de registers van de Rijksgebouwendienst kon achterhaald worden welke gebouwen nog in gebruik zijn door de Rijksoverheid. Vanwege het bedrijfsbelang zijn deze dossiers geretourneerd aan het ministerie van Justitie.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Dit archief bevatte stukken inzake de gebouwen in eigendom van of ten dienste van het ministerie van Justitie. Het betrof een uitvoeringsarchief met zeer uiteenlopende onderwerpen op het genoemde terrein. Het archief bestaat voornamelijk uit documenten op A4-formaat, zowel originelen als doorslagen en kopieën. De documenten zijn redelijk tot goed leesbaar. Tevens zijn er bouwtekeningen en bestekken aangetroffen in afwijkende formaten. Het archief leek niet eerder bewerkt te zijn. Gezien het gebrek aan een toegang en een duidelijke ordening van het archiefonderdeel, was het moeilijk te bepalen of het archief compleet was. Het Nationaal Archief had echter al gebouwendossiers van het ministerie van Justitie in beheer, te weten het chronologisch archief van het ministerie van Justitie: dossiers Gebouwen, 1825-1954.
Het archiefonderdeel bestond voornamelijk uit documenten op A4-formaat, zowel originelen als doorslagen en kopieën. De documenten zijn redelijk tot goed leesbaar. Tevens zijn er bouwtekeningen en bestekken aangetroffen in afwijkende formaten. De stukken waren per onderwerp geordend in omslagen. Op de omslagen stond meestal de inhoud genoemd. Secundair was er sprake van een chronologische opbouw. De kweek van het archief is voor een gedeelte uitgevoerd door het Gemeentearchief Rotterdam op 15 december 2006 en voor een ander gedeelte door Firma Hoogduin op 14-5-2007 en men trof het archief in goede staat aan. Er was geen sprake van (water)schade door roest, actieve schimmel, insecten. De bescheiden waren gebundeld in mapjes. Er zijn nietjes, paperclips, elastiekjes en metalen hechters aangetroffen.
Het deel Gebouwen Rijkspolitie bevatte objectdossiers inzake de gebouwen in eigendom van of ten dienste van het ministerie van Justitie, in het bijzonder van het korps Rijkspolitie. Binnen dit ministerie was de Hoofdafdeling Economische Zaken, Afdeling Gebouwen en taakvoorgangers verantwoordelijk voor de bouw, beheer en het onderhoud van deze objecten. Alle gebouwen die in dit archief worden aangetroffen zijn op enig moment in gebruik geweest door het voormalig Korps Rijkspolitie. Het betreft een uitvoeringsarchief met zeer uiteenlopende onderwerpen op het genoemde terrein. Het archief bestaat voornamelijk uit documenten op A4-formaat, zowel originelen als doorslagen en kopieën. De documenten zijn redelijk tot goed leesbaar.
Selectie en vernietiging
De selectie van de eeste twee archiefonderdelen heeft plaatsgevonden aan de hand van de volgende selectielijst en handelingen:
  • BSD Rijkshuisvesting, 1945-1998 (RIO 45), Stcrt. 2001, 184.
    Deze selectielijst wordt in 2009 geactualiseerd.
De volgende handelingen hieruit zijn gebruikt:
  • Handelingen voor het beleidsterrein Huisvestingsbeleid:
    32, 65, 219, 221, 223, 224 (65 en 224 zijn handelingen met waardering B).
  • Handelingen voor het beleidsterrein Beheer, behoud en inrichting:
    173, 231, 232, 233, 235, 237, 238, 239 (alle handelingen met waardering V(oT)).
De neerslag van monumentale gebouwen is volledig bewaard op grond van artikel 5e van het Archiefbesluit 1995, ook al zijn de betreffende dossiers met een V-handeling gewaardeerd.
Na selectie kwam 51,5 meter in aanmerking voor vernietiging. Van de te vernietiging stukken is een verklaring van vernietiging opgesteld op grond an artikel 8 van het Archiefbesluit 1995 en de geldende BSD's.
De selectie van Gebouwen Rijkspolitie heeft plaatsgevonden aan de hand van de volgende selectielijst en handelingen:
  • BSD Rijkshuisvesting, 1945-2001 (RIO 45), Stcrt. 2007, 142.
De volgende handelingen hieruit zijn gebruikt:
  • 32, 50, 65, 102, 173, 219, 221, 223, 224, 231, 232, 233, 235, 237 en 254 (65 en 224 zijn handelingen met waardering B).
De neerslag van het beheer van de gebouwen van voor 1945 is volledig bewaard op grond van artikel 5e van het Archiefbesluit 1995. Hoewel het om uitvoeringsarchief gaat werd gekozen om deze neerslag integraal te bewaren omdat de kern van deze dossiers ligt in de oorlogsjaren. Naast gegevens over bouw, beheer en onderhoud treft de onderzoeker ook gegevens aan over de dagelijkse gang van zaken op de bureau's, bijvoorbeeld met betrekking tot herstelwerkzaamheden. De dossiers die handelen over de marechausseekazernes zijn veelal nog ouder en betreffen in vrijwel alle gevallen monumenten waardoor ook deze dossiers voor blijvende bewaring in aanmerking komen
Na selectie kwam 58,5 meter in aanmerking voor vernietiging. Van de te vernietigen stukken is een verklaring van vernietiging opgesteld op grond van artikel 8 van het Archiefbesluit 1995 en de geldende BSD's. In totaal is 4,125 meter archief geretourneerd aan het ministerie van Justitie omdat het objectdossiers betreft waarvan de gebouwen nog in gebruik zijn door de overheid.
Verantwoording van de bewerking
Het archiefbestand Gebouwendossiers 1825-1954 is geordend op nummer. Een nadere toegang op de dossiernummers is te vinden in de bijlage welke achterin de inventaris is opgenomen. Deze is alfabetisch geordend op plaatsnaam met daarachter het betreffende dossiernummer vermeldt. Het bestand Gebouwendossiers (1823) 1939-1991 is op plaatsnaam beschreven en toegankelijk gemaakt. Daarbinnen zijn de dossiers geordend naar object. Voor bewerking had het bestand een omvang van 298,75 meter. Na bewerking kwam 3,75 meter in aanmerking voor blijvende bewaring. Alle te bewaren stukken zijn van nietjes, plakband en overige hechtmiddelen ontdaan en verpakt in zuurvrije omslagen en zuurvrije archiefdozen. Ze zijn daarna genummerd volgens de inventaris. De omslagen en dozen zijn voorzien van etiketten. Van de te vernietigen stukken zijn vernietigingslijsten opgesteld en deze zijn aan het ministerie van Justitie overgedragen. In totaal kwam 243,5 meter in aanmerking voor vernietiging op termijn en werd aan het ministerie van Justitie geretourneerd.
Een klein aantal dossiers betreft gebouwen die nog in gebruik zijn bij de overheid, en kunnen daarom (nog) niet worden overgebracht. Deze dossiers zijn geretrourneerd aan het ministerie van Justitie die op termijn deze bescheiden alsnog zal overdragen aan het Nationaal Archief.
Het betreft de dossiers met de navolgende inventarisnummers:
  • 267 t/m 281
  • 293 t/m 297
  • 300
  • 310 t/m 312
  • 314 t/m 320
  • 323
  • 330-343
  • 351 t/m 352
Het archiefbestand Gebouwen Rijkspolitie 1882-1994 is primair geordend per provincie en vervolgens op plaatsnaam beschreven en toegankelijk gemaakt. Voor bewerking had het bestand een omvang van 95,875 meter. Na bewerking kwam 29,25 meter in aanmerking voor blijvende bewaring. Alle te bewaren stukken zijn van nietjes, plakband en overige hechtmiddelen ontdaan en verpakt in zuurvrije omslagen en zuurvrije archiefdozen. Ze zijn daarna genummerd volgens de inventaris. De omslagen en dozen zijn voorzien van etiketten. Van de te vernietigen stukken zijn vernietigingslijsten opgesteld en deze zijn aan het ministerie van Justitie overgedragen. Een klein aantal dossiers betreft gebouwen die nog in gebruik zijn bij de overheid, en kunnen daarom (nog) niet worden overgebracht. Deze dossiers zijn geretrourneerd aan het ministerie van Justitie die op termijn deze bescheiden alsnog zal overdragen aan het Nationaal Archief.
Ordening van het archief
Het eerste archiefonderdeel is numeriek georend. De bijlage welke dient als nadere toegang op dit gedeelte, is alfabetisch geordend op de plaats waar de gebouwen zich bevinden. Achter de plaatsnaam is een verwijzing te vinden naar de nummers in de inventaris van dit archiefonderdeel. Het tweede deel, Gebouwendossiers (1823)1939-1991 is alfabetisch geordend op plaatsnaam. Voor een nadere onderverdelingis gekeken naar de beleidsterreinen en taken van het ministerie van Justitie en de gebouwen die hieruit voortvloeien. Deze gebouwen worden gerangschikt naar beleidsterrein. Dossiers met overlap in jaartallen worden niet samengevoegd met de bestaande inventaris, maar in de nieuwe vervangende inventaris opgenomen. Het derde deel, Gebouwen Rijkspolitie 1882-1994 is primair geordend op stukken van algemene aard en stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen. Secundair is het archief primair geordend per provincie en vervolgens op plaatsnaam. Tenslotte is geordend op soort object (groeps- en rayonbureau, politiepost etc.) en een chronologische volgorde aangebracht.
In de beschrijving van de inventarisnummers is aangesloten bij de bestaande beschrijvingen van dossiers. Dit heeft als gevolg dat, waar huisnummers (e.d.) in het dossier niet vermeld werden, deze ook in de inventaris zijn weggelaten. Het zou immers over een belendend pand kunnen gaan met een ander huisnummer.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie: Gebouwendossiers, nummer toegang 2.09.35.05, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Justitie / Gebouwen, 2.09.35.05, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Onderhavig archief vormt een aanvulling op et archief van verschillende directies met betrekking tot beheer en onderhoud van de gebouwen van het ministerie van Justitie (toegang 2.09.35.05).
Verwant archief is het archief van de Algemene Inspectie van het Korps Rijkspolitie van het ministerie van Justitie (toegang 2.09.60).

Bijlagen

Archiefbestanddelen