Terug naar zoekresultaten

2.05.79 Inventaris van de archieven van het Nederlandse Gezantschap in Bulgarije te Sofia, 1907-1941 en 1947-1953, van de consulaire posten te Sofia, 1907-1915 en te Plovdiv (Philippopel), Roestsjoek en Varna, 1910-1941

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.05.79
Inventaris van de archieven van het Nederlandse Gezantschap in Bulgarije te Sofia, 1907-1941 en 1947-1953, van de consulaire posten te Sofia, 1907-1915 en te Plovdiv (Philippopel), Roestsjoek en Varna, 1910-1941

Auteur

J.P. de Haas, A.L.M. van Zeeland

Versie

04-07-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1989 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Nederlands Gezantschap en Consulaten in Bulgarije
Gezantschap Bulgarije

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1907-1954

Archiefbloknummer

Z21146

Omvang

; 983 inventarisnummer(s) 11,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Consulaat-Generaal Sofia Gezantschap Bulgarije Gezantschap Bulgarije (Sofia) Gezantschap Bulgarije (Sofia) te Belgrado Vice-Consulaat Plovdiv (Philippopel) Vice-Consulaat Roetsjoek Vice-Consulaat Varna

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van het Gezantschap en de Consulaten te Bulgarije bevat voor de periode 1907-1953 correspondentie en stukken m.b.t. de organisatie. Tevens zijn er stukken over juridische aangelegenheden (kwesties van nationaliteit, spionage etc.), de economische situatie en handelsbetrekkingen en binnenlandse politieke aangelegenheden, inclusief de betrekkingen tot het Oostblok.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De instelling
De Nederlands-Bulgaarse betrekkingen zijn in de loop der eeuwen van weinig betekenis geweest. Eerst in de 20e eeuw ontwikkelden zich diplomatieke en handelscontacten van belang. Het niet aanwezig of van geringe betekenis zijn van de betrekkingen is voor een deel te verklaren uit het feit dat Bulgarije sedert de 14e eeuw deel uitmaakte van het Turkse Rijk. Pas in 1878 verwierf Bulgarije de status van zelfstandigheid, zij het onder Turkse soevereiniteit. Nederland had in de tweede helft van de 19e eeuw enige consuls in Bulgarije, onder andere in de havenstad Varna. In 1908 riep Ferdinand van Saksen-Couburg zich uit tot Tsaar van Bulgarije. Vanaf dat moment is Bulgarije een soevereine staat. In 1909 werd Hr.Ms. Gezant te Constantinopel, jhr. mr. P.J.F.M. van der Does de Willebois, mede geaccrediteerd te Sofia. De medeaccreditering van de gezant te Constantinopel (Istanboel) in Sofia heeft, met een korte onderbreking van 1920-1922, toen in Sofia wel een Nederlands gezantschap was gevestigd, tot aan de Tweede Wereldoorlog geduurd. Op 4 maart 1941 werden de diplomatieke contacten tussen Bulgarije en Nederland verbroken. Jhr. L.M. de Brauw, kanselier van de legatie te Sofia, werd verzocht het land te verlaten. De Nederlandse belangen in Bulgarije werden in de Tweede Wereldoorlog door de Zweden en Zwitsers behartigd.
In 1947 werden de diplomatieke banden tussen Bulgarije en Nederland hersteld. Op 26 september van dat jaar overhandigde ir. C.M. Dozy zijn geloofsbrief aan de voorlopige president van de Bulgaarse Volksrepubliek, Vasil Kolarov. Dozy was geaccrediteerd in Zuid-Slavië en Bulgarije. Zijn standplaats was Belgrado. In Sofia kwam weer een zaakgelastigde. J.G.L. van Dorp was de eerste na de oorlog. De kanselarij werd voorlopig gehuisvest in Hotel "Bulgarie". Later werd een gedeelte van een appartement aan de Boulevard Nicolay Nicolaevitch betrokken. In 1950 werd een nieuwe behuizing gevonden in de Rue Oborichté. Van de aktiviteiten van het "Bureau de Services pour le Corps Diplomatique" werd nogal wat hinder ondervonden. A.M.E. Brink, de kanselier, verhuisde de kanselarij later naar een pand aan de Rue Giorgiu Dej. Brink was sinds 1947 als administratieve kracht aan de kanselarij verbonden. Hij was in 1917 te Petersburg geboren en had de Nederlandse nationaliteit. Hij was nog nooit in Nederland geweest en woonde al jaren in Bulgarije. Hierdoor, en omdat hij Bulgaars sprak kon hij makkelijk contacten leggen, ook met de Bulgaarse autoriteiten; zo onderhield hij zelfstandig contact met het Bulgaarse Ministerie van Buitenlandse Zaken.
In de loop der jaren werd de houding van de Bulgaarse regering jegens de diverse vertegenwoordigers van westerse landen er niet vriendelijker op. Naast allerlei beperkingen in de bewegingsvrijheid en beperkingen van voorrechten vonden er regelmatig spionageprocessen plaats waar de vertegenwoordigers van westerse landen bij betrokken werden. Niet zelden leidde zo'n proces tot uitwijzing van een diplomaat. Begin mei 1953 werd er een spionageproces gevoerd waarbij Marinov, een Bulgaarse hulpkracht op de Nederlandse kanselarij, verklaringen aflegde die belastend waren voor Brink. Hij werd ervan beschuldigd een spionagenetwerk te hebben opgezet. Er werden maatregelen getroffen om voorbereid te zijn op een uitwijzing. Brink was in deze periode vooral afhankelijk van de hulp van de Britse gezant. Het proces leidde tot een ter dood veroordeling voor Marinov (dit vonnis werd later omgezet in 20 jaar gevangenisstraf en nog later geheel herroepen). De positie van Brink was enige tijd totaal onduidelijk. Op 29 mei 1953 ontving het Nederlandse gezantschap een nota van de Bulgaarse regering. Brink werd tot "persona non grata" verklaard. Hij werd teruggeroepen en vertrok naar Den Haag. De Nederlandse gezant bleef geaccrediteerd bij de Bulgaarse regering. De Belgische Tijdelijk Zaakgelastigde nam de Nederlandse (consulaire) belangen waar. Dozy legde geen afscheidsbezoeken af bij zijn afscheid als gezant. Zijn opvolger was mr. H.A. Helb. Op 1 juni 1954 bood hij zijn geloofsbrieven aan aan de vice-president van het presidium van de Nationale Assemblée van de Volksrepubliek Bulgarije. De situatie in Bulgarije leek in deze tijd iets ten gunste van de westerse landen te veranderen een een aantal gezanten achtte nog zeker mogelijkheden aanwezig om de westerse invloed te doen gelden.
Rapportage Brink
Van belang zijn de rapporten die Brink met grote regelmaat naar Belgrado stuurde. De gezant zorgde dan voor doorzending naar Den Haag, al of niet van kanttekeningen voorzien. Dat Brink zo uitvoering kon rapporteren kwam mede doordat hij goede contacten had in Bulgarije, maar vooral omdat hij de Bulgaarse taal beheerste. Van veel ontwikkelingen was hij in een vroeg stadium al op de hoogte en door zijn langdurig verblijf in Bulgarije was hij in staat de gebeurtenissen van ervaren commentaar te voorzien. Niet alleen het ministerie van Buitenlandse Zaken maakte daar dankbaar gebruik van, maar ook andere instanties konden de berichten waarderen. Zo kreeg de "Voice of America" een deel van haar informatie via de rapporten van Brink. Dat de grootst mogelijke voorzichtigheid moest worden betracht met het doorgeven van deze informatie bleek in 1951 toen de "Voice" een rapport van Brink bijna letterlijk voorgelezen uitzond. Dit leverde naar de mening van Brink en Den Haag groot gevaar op voor de veiligheid van de zaakgelastigde in Sofia.
De rapportage is van belang omdat er in de periode 1947-1954 veel veranderde in Bulgarije. Zeker op economisch gebied verschilde de situatie hemelsbreed met die van voor de oorlog. Aan de ene kant werd er geïndustrialiseerd, terwijl er aan de andere kant steeds meer beperkingen aan de handel werden opgelegd. De rapporten van Brink brengen nogal eens 'klein leed' naar voren van de botsingen tussen beide systemen. Een belangrijk deel van de rapporten en brieven behandelde de binnenlandse (politieke) situatie. De veranderingen in de houding ten opzichte van het Corps Diplomatique en wijzigingen in de samenstellingen van de regering vormen een regelmatig terugkerend thema.
De Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigers te Bulgarije
De Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigers te Bulgarije waren in de periode 1905-1941:
  • mr D.L. graaf van Bylant, Gezant te Turkije, geaccrediteerd te Bulgarije, 15 december 1905 tot 1908.
  • jhr mr P.J.F.M. van der Does de Willebois, Gezant te Turkije, geaccrediteerd bij het Bulgaarse Hof van 14 juni 1909 tot 1917.
  • mr W.A. Royaards, Tijdelijk Zaakgelastigde te Sofia a.i. 1913.
  • mr dr F.M. Schmolck, Tijdelijk Zaakgelastigde te Sofia, 1915.
  • C. graaf Bentinck, Tijdelijk Zaakgelastigde te Sofia, 1915.
  • jhr P.R.A. Melvill van Carnbee, Tijdelijk Zaakgelastigde te Sofia per 10 november 1915 en Gezant te Bulgarije in tijdelijke zending van 7 december 1917 tot 1920.
  • F.J. Domela Nieuwenhuis, Gezant te Bulgarije, 26 maart 1920 tot 1923.
  • mr W.B.R. van Welderen baron Rengers, Gezant te Turkije per 23 oktober 1919, geaccrediteerd bij het Bulgaarse Hof in 1923 tot 1931.
  • mr J.P. van Ketwich Verschuer, Gezant te Turkije, tevens geaccrediteerd bij het Bulgaarse Hof van 15 augustus 1931 tot 1933.
  • mr B.Ph. baron van Harinxma thoe Slooten, Tijdelijk Zaakgelastigde met standplaats Sofia, 15 maart 1933 tot 1938.
  • jhr L.M. de Brauw, Tijdelijk Zaakgelastigde met standplaats Sofia, 15 september 1938 tot 1941. Van 1922 tot 1931 was De Brauw als kanselier werkzaam te Sofia.
  • dr Ph.C. Visser, Gezant te Turkije en geaccrediteerd bij het Bulgaarse Hof per 25 april 1938.
Het consulaat-generaal te Sofia werd in 1907 opgericht. In Varna bestond sinds 1868 reeds een vice-consulaat. De vice-consulaten te Bourgas, Plovdiv (Philippopel) en Roestsjoek werden in 1907 ingesteld.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief van de Nederlandse Diplomatieke Vertegenwoordigingen in Bulgarije, 1907-1953, is een samenvoeging van verscheidene archieven; allereerst het archief van het gezantschap te Bulgarije over de periode 1907-1941. Dit archief is samengesteld uit verschillende consulaatsarchieven. Vervolgens onderhield Nederland gedurende de Tweede Wereldoorlog geen diplomatieke betrekkingen met Bulgarije. Deze werden in 1947 hersteld. In dat jaar is de kanselarij in Sofia heropend. Hier zetelde echter de zaakgelastigde. De ambassadeur bevond zich in Belgrado. Zodoende zijn er in de periode 1947-1953 twee archieven gevormd: één in Sofia en één in Belgrado. In de inventaris bevinden zich o.a. stukken betreffende tractaten en conferenties; handelsbelangen; openbare orde en volksgezondheid; juridische aangelegenheden; waterstaat, verkeer en vervoer; economie en arbeid; sociale aangelegenheden; culturele aangelegenheden; en poltieke zaken.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Het archief van het gezantschap Bulgarije, 1907-1941
Het archief van het gezantschap te Bulgarije en de daarin gedeponeerde archieven van diverse consulaten besloeg vóór de inventarisatie ruim 24 strekkende meter. Tijdens de inventarisatie werd ca. 16,5 m' archief-materiaal volgens de Vernietigingsbeschikking 1960 van het ministerie van Buitenlandse Zaken vernietigd, zodat nu ca. 7,7 m' resteert.
Het archief van de zaakgelastigde in Sofia, 1947-1953
Na vernietiging van de daarvoor in aanmerking komende stukken heeft dit archief een omvang van ca. 80 centimeter.
Het archief dat in Belgrado is gevormd, 1947-1953
Vóór inventarisatie bestond het archief uit ca 1,8 m'. Ná inventarisatie bleef 1,1 m' over. De vernietiging van de bescheiden is geschied volgens aanwijzingen van de Vernietigingsbeschikking 1960 van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Ordening van het archief
Het archief van het gezantschap Bulgarije, 1907-1941 Tijdens de inventarisatie werd de oude orde van het archief, gebaseerd op een lettercode ( inventarisnummer 22 ) , intact gelaten.
Het archief van de zaakgelastigde in Sofia, 1947-1953
Het archief Sofia werd deels gevormd volgens de bij het ministerie van Buitenlandse Zaken gebruikte archiefcode en deels zonder gebruikmaking van deze code. Een niet onaanzienlijk aantal dossiers was alleen voorzien van een onderwerpsaanduiding. Deze dossiers zijn her en der in het archief aangetroffen. Zo veel mogelijk zijn deze stukken geordend volgens de eerder genoemde archiefcode.
Naast de min of meer verdwaalde dossiers waren er nogal wat archiefstukken die niet in het archief Sofia thuishoorden, maar in het archief van het gezantschap te Belgrado. Deze archivalia zijn teruggebracht naar de plaats waar zij behoren.
Er werd geen apart geheim archief aangetroffen. De geheime stukken waren bij de niet-geclassificeerde stukken opgeborgen. Ik heb de samenstelling van de dossiers in deze zin intact gelaten.
Het archief dat in Belgrado is gevormd, 1947-1953
Oorspronkelijk was het archief geordend volgens een door het gezantschap te Belgrado zelf ontwikkelde code. In 1953 werd in Belgrado en Sofia met terugwerkende kracht tot 1947 het toen nieuwe ordeningsplan van het ministerie van Buitenlandse Zaken ingevoerd. Deze indeling is bij de uiteindelijke inventarisatie gehandhaafd.
Het gedeelte dat als 'geheim archief' werd aangeduid is niet bij het 'open archief' gevoegd, maar apart beschreven. In deze zin werd ook hier de oude orde gerespecteerd. Dit geheim archief was nauwelijks geordend. De ordening vond plaats aan de hand van bovengenoemd ministerieel ordeningsplan.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (A).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nederlands Gezantschap en Consulaten in Bulgarije, nummer toegang 2.05.79, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Gezantschap Bulgarije, 2.05.79, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen