Terug naar zoekresultaten

2.04.48.15 Inventaris van het archief van de Staatscommissie Vervanging Armenwet, (1946) 1947-1952

In het archief bevinden zich onder andere notulen en stukken van de vergaderingen van de verscheidene subcommissies en van de Staatscommissie, een uitslag van een enquete gehouden onder gemeenten betreffende het woonwagenvraagstuk, en het eindrapport van 27 juli 1954.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.04.48.15
Inventaris van het archief van de Staatscommissie Vervanging Armenwet, (1946) 1947-1952

Auteur

CAS 23

Versie

23-06-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1986 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Binnenlandse Zaken: Staatscommissie Vervanging Armenwet
BiZa / Staatscie. Vervanging Armenwet

Periodisering

archiefvorming: 1947-1952
oudste stuk - jongste stuk: 1946-1952

Archiefbloknummer

B24089

Omvang

; 39 inventarisnummer(s) 1,70 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Staatscommissie Vervanging Armenwet.

Samenvatting van de inhoud van het archief

In het archief bevinden zich onder andere notulen en stukken van de vergaderingen van de verscheidene subcommissies en van de Staatscommissie, een uitslag van een enquete gehouden onder gemeenten betreffende het woonwagenvraagstuk, en het eindrapport van 27 juli 1954.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De Staatscommissie Vervanging Armenwet werd ingesteld bij Koninklijk Besluit (KB) van 12 april 1947 nr. 16 en geïnstalleerd op 11 juli 1947 door de Minister van Binnenlandse Zaken. Haar opdracht luidde: "een onderzoek in te stellen omtrent de wettelijke voorzieningen, welke op het stuk van de sociaal-charitatieve zorg zullen dienen te worden getroffen".
In haar derde plenaire vergadering op 10 november 1947 werd een subcommissie ingesteld, de zogenaamde subcommissie Schouten. Deze subcommissie moest trachten een voorlopig ontwerp te maken van de materie geregeld in de artikelen 28, 29 en 32 van de toenmalige Armenwet: ondersteuning door burgerlijke instellingen en door de burgerlijke overheid.
De subcommissie Schouten deelde op 15 december 1947 mede, dat haar opdracht te beperkt was en dat de door haar te behandelen materie niet los was te zien van het geheel van de te treffen regelingen. De subcommissie kreeg de opdracht eerst die Algemene Beschouwingen voor de nieuwe wet op te stellen.
De subcommissie, die uit 8 leden bestond, werd met 3 leden uit de Staatscommissie uitgebreid. Zo ontstond de werkcommissie Schouten, die 54 keer vergaderde. De Staatscommissie kwam in plenaire zitting slechts zelden bijeen.
De werkcommissie Schouten vormde uit haar midden subcommissies, die deskundigen van buiten konden aantrekken. Uiteindelijk zou de werkcommissie alle hoofdstukken van de nieuwe wet samenstellen, die tussen 1948 en 1952 bij de Staatscommissie werden ingediend.
De werkcommissie vormde de volgende subcommissies:
  1. subcommissie voor de samenwerking; deze moest trachten te komen tot provinciale organen van samenwerking voor maatschappelijk werk (opbouworganen),
  2. subcommissie ter bestudering van de kosten van geneeskundige armenzorg (subcommissie de Vries-Mol),
  3. subcommissie voor het collectevraagstuk; deze moest de ontwerp-inzamelingswet voorbereiden,
  4. subcommissie verhaal; deze moest de ontwerp-wijzigingswet alimentatie en verhaal voorbereiden,
  5. subcommissie ter bestudering van het woonwagenvraagstuk. Deze moest de ontwerpwet op woonwagens en woonwagenkampen voorbereiden.
De Staatscommissie bood op 25 februari 1950 aan de Koningin een wetsontwerp aan betreffende de verpleging van armlastige krankzinnigen. Op grond van dit ontwerp werd op 22 december 1953 bij KB een wetsontwerp tot wijziging van de Armenwet ingediend.
Op 4 maart 1950 bood de Staatscommissie de ontwerp-Inzamelingenwet aan de Koningin aan. Hierdoor zou het "Centraal Archief en Inlichtingenbureau inzake Maatschappelijk Hulpbetoon voor Nederland", dat als adviesorgaan diende voor gemeentebesturen bij collectes, een wettelijke status krijgen.
Op 30 juni 1951 zond de Staatscommissie haar ontwerpen van wijzigingen in de op onderhoudsplicht en verhaal betrekking hebbende artikelen van de Armenwet in.
Tenslotte werd op 13 februari 1952 een ontwerp van wet tot regeling van het woonwagenvraagstuk ingediend, dat beoogde de Wet op Woonwagens en Woonschepen 1918 S. 492, te vervangen.
Op 31 augustus 1954 bracht de Staatscommissie haar eindrapport uit, aan het slot waarvan de Commissie "meent de haar gegeven opdracht vervuld te hebben."
    • jhr. dr. C.G.C. Quarles van Ufford, Commissaris der Koningin in de provincie Gelderland.
    • mr. H.M. de Vries, chef Afdeling Maatschappelijke Zorg I, Ministerie van Binnenlandse Zaken,
    • dr. J.Th.A.H. van der Putten, chef Afdeling Maatschappelijke Zorg II, Ministerie van Binnenlandse Zaken,
    • mr. J.H.J. Schouten, administrateur, Ministerie van Justitie,
    • mr. J. van Doorn, chef der Afdeling Sociale Bijstand, Ministerie van Sociale Zaken,
    • mr. L.M. Hendrikx, rijksconsulent voor Sociale Bijstand te Venlo,
    • prof. dr. W.F. de Gaaij Fortman,
    • mr. J. Everts, oud-secretaris van de Armenraad, Amsterdam,
    • mej. mr. M. Tjeenk Willink,
    • W. Bokeloh, rector Gesticht de Voorzienigheid, 's-Gravenhage;
    • R.A. Jongbloed, Stichting van de arbeid, 's-Gravenhage;
    • dr. W.J. Noteboom, burgemeester te Voorburg;
    • A. Middelhoven,
    • J.M.P.J. Verstegen, referendaris Vereniging van Nederlandse Gemeenten,
    • L.A. van Doorn, directeur Gemeentelijke Dienst voor Sociale Zaken te Utrecht,
    • H. Schaab, Stichting Maatschappelijk Werk ten plattelande, Ministerie van Sociale Zaken.
    • dr. R. Hornstra, arts; directeur van de Stichting Gelderland voor Maatschappelijk Werk te Arnhem,
    • drs. P. van Loon, directeur van "Brabants Volksherstel",
    • mr. J.A. Berger, voorzitter College van Rijksbemiddelaars,
    • mr. H.M.L.H. Sark,
    • dr. Ch. J.M. Mol, arts,
    • mej. J.J.A. Löhnis,
    • mr. O.J. Goudsmit, referendaris Afdeling Volksgezondheid, Ministerie van Sociale Zaken,
    • M.J. Hoytink, inspecteur in Algemene dienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
    • mr. A.H. Heering, referendaris Ministerie van Sociale Zaken.
    • mr. W. Schoonderbeek, referendaris Afdeling Maatschappelijke Zorg I, Ministerie van Binnenlandse Zaken.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Binnenlandse Zaken: Staatscommissie Vervanging Armenwet, nummer toegang 2.04.48.15, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, BiZa / Staatscie. Vervanging Armenwet, 2.04.48.15, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar