Terug naar zoekresultaten

2.19.042.14 Inventaris van het archief van de Bond voor de Geld- en Effectenhandel te 's-Gravenhage, ca. 1900-1977

Het archief van de Bond voor Geld en Effectenhandel bestaat uit stukken betreffende de ledenadministratie, jaarverslagen, economische en statistische berichten, notulen van de bestuursvergaderingen, correspondentiedossiers, register van effecten en een effectengids, evenals diverse stukken aangaande het bank- en geldwezen over de periode 1900-1960.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.19.042.14
Inventaris van het archief van de Bond voor de Geld- en Effectenhandel te 's-Gravenhage, ca. 1900-1977

Auteur

Joh.C. van Aartrijk

Versie

06-11-2019

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1972 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Bond voor de Geld- en Effectenhandel
Bond Geld- en Effectenhandel

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1900-1977

Archiefbloknummer

I27211

Omvang

; 181 inventarisnummer(s) 22,40 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Bond voor de Geld- en Effectenhandel in de Provincie, 1900-1977

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van de Bond voor Geld en Effectenhandel bestaat uit stukken betreffende de ledenadministratie, jaarverslagen, economische en statistische berichten, notulen van de bestuursvergaderingen, correspondentiedossiers, register van effecten en een effectengids, evenals diverse stukken aangaande het bank- en geldwezen over de periode 1900-1960.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Hoe werkt de beurs?
Verenigingen voor effectenhandel bestaan uit ondernemingen, meest banken, die zich verenigen om een omgeving te vormen voor effectenhandel. De vereniging behartigt de belangen van de effectenhandel, en motiveert daarmee de reglementen die zij opstelt. Zij treft daarvoor voorzieningen. Een daarvan is de oprichting van een beursgebouw, waarin leden van de vereniging worden toegelaten. Een ander middel is bescherming van de handel door het opstellen van bepaalde voorwaarden (liquiditeit, solvabiliteit, betrouwbaarheid, integriteit) waaraan ondermeningen moeten voldoen om lid te worden en langs deze weg tot de handel te worden toegelaten. Lidmaatschap betekent dat de ingeschrevenen zich bij het secretariaat van de vereniging dienen te documenteren (prospectussen, jaarverslag, gecontroleerde boekhouding) en onderworpen zijn aan toezicht. Een secretariaat gebruikt de binnengekomen documentatie o.a. voor het monitoren van het beursklimaat. Ondernemingen die op een bepaald moment niet meer aan de voorwaarden voldoen – bijvoorbeeld door faillissment - worden uit de vereniging worden gezet en uit de beurs worden geweerd.
Meerdere verenigingen
Vanaf 1903 werd met de opening van de beurs van Berlage een nieuwe toegang geopend voor de effectenhandel in Amsterdam. Voor toelating tot deze beurs moest men lid zijn van de Vereniging van affectenhandelaren, die het handelsverkeer op deze beurs regelde. Indertijd had deze vereniging een sterk plaatselijk karakter. Handelaren uit de provincie waren uitgesloten van het lidmaatschap van de Amsterdamse vereniging, hetgeen betekende dat zij voor effecten- en wisselzaken geheel op Amsterdamse beurscorrespondenten waren aangewezen. Zij moesten dus via correspondenten effecten kopen en verkopen. De Amsterdamse vereniging hief bovendien minimum-tarieven voor handelaren in de provincie, waardoor de kleine winstmarges dreigden te verdwijnen. Daarom werden er ook verenigingen voor de effectenhandel in Rotterdam en Den Haag opgericht.
Ontstaan van de bond
In 1900 werd onder voorzitter van de Haagse bankier D.F. Scheurleer de Vereeniging voor den geld- en effectenhandel in de provincie opgericht, die in 1904 rechtspersoonlijkeid kreeg en vanaf 1905 bleef voortbestaan als de Bond voor den geld- en effectenhandel in de provincie. Binnen deze bond wist hij namelijk de provinciale bankwereld tegen de druk van het Amsterdamse kartel te mobiliseren, zodat er tegen lagere tarieven werd gehandeld. Binnen de bond verhandelden de aangesloten ondernemingen - evenals bij de Rotterdamse en Haagse vereniging gebruikelijk was – hun aandelenportefeuilles volgens de in Amsterdam vastgestelde beursnotering. Dat het vier jaar duurde voordat de bond rechtspersoonlijkheid aanvroeg, is niet verwonderlijk. De Rotterdamse “Vereeniging van effectenhandelaren” moet al vanaf 1830 hebben bestaan, maar werd pas in 1898 rechtspersoon.
Wegvallen van de beurs
Gedurende het bestaan van de bond werd de beurshandel tweemaal onderbroken:
-. Op Op 25 juli 1914 sloot de Amsterdamse beurs zijn poorten als gevolg van de crisis die door de Eerste Wereldoorlog was ontstaan. De andere beurzen volgden het voorbeeld. Op 9 februari 1915 werd op aanwijzing van minister Treub de beurzen heropend.
- In 1942 werden alle beursverenigingen opgenomen in de Bedrijfsgroep Effectenhandel van de Woltersomse organisatie, een regeringsorganisatie die tot 1953 bleef voortbestaan. De leiding van de bedrijfsgroep bepaalde welke effecten er mochten worden verhandeld en onder welke voorwaarden. Beursreglementering werd daardoor een overheidstaak. De Bond werd tijdelijk opgeheven en in 1954 heropgericht, toen de effectenhandel weer werd vrijgegeven.
De ‘Amsterdamse’ koepel en de opheffing van de bond
Een groeiend samenwerkingsverband tussen de Bond, de Rotterdamse “Vereniging van Effectenhandelaren” en de Amsterdamse “Vereeniging voor den Effectenhandel” leidde in 1955 tot de vorming van een koepel de 'Nederlandse Organisatie van het Effectenbedrijf'. De belangrijkste rol in deze organisatie werd gespeeld door de 'Vereeniging voor den Effectenhandel' in Amsterdam . Deze vereniging zou per 31 december 1972 gaan functioneren als de landelijke organisatie van effectenhandelaren. De 'Vereeniging van Effectenhandelaren' en de 'Bond voor den Geld- en Effectenhandel in de Provincie' werden in het bestuur van de 'Vereniging voor de Effectenhandel' vertegenwoordigd. De leden van de Vereeniging en de Bond konden het lidmaatschap van de 'Vereeniging voor de Effectenhandel' verwerven en werden dus niet meer buitengesloten. De overbodig geworden 'Nederlandse Organisatie van het Effectenbedrijf' ontbond zich per 31 december 1973, waarna de handel op de Beurs zich definitief in Amsterdam concentreerde. Het gevolg hiervan was dat zowel de Rotterdamse en Haagse verenigingen voor effectenhandel zich ophieven, en natuurlijk ook de Bond, die geen bestaansgrond meer had.
Het resterend saldo van de bond werd in 1975 overgedragen aan het Fonds voor de Geld- en Effectenhandel, die onderzoek op het gebied van het bank- en effectenbedrijf subsidieert. Een en ander heeft mede geleid tot een geschiedenisboek over de bond (zie literatuurverwijzing).
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief, dat diende als register voor erkende beurshandelaren, is nagenoeg volledig bijgehouden. De nadruk werd gelegd op de ledenadministratie, die bestond uit een kaartsysteem en een dossierstelsel. Daarnaast diende een deel van de correspondentie als documentatie van de kennis van het handelssysteem. De verenigingshandelingen: notulen, vergaderstukken en correspondentie, werden in serie geborgen.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief bevat naast de neerslag van handelingen van de vereniging ook documentatie over de daarbij aangesloten leden, veelal kleine en plaatselijke bankondernemingen over de periode 1900-1970. Men moet hier denken aan spaarbanken en boerenleenbanken en kleine commissiehandelaren in fondsen. Samen met de archieven van verwante verenigingen is hiermee het gehele bankwezen gedocumenteerd. Verder bevat het documentatie over handelsrecht en -ethiek, het bankwezen en het regeringsbeleid ten aanzien van de markt.
Selectie en vernietiging
Financiële kasbescheiden zijn vernietigd.
Verantwoording van de bewerking
Het archief is niet nader bewerkt.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Bond voor de Geld- en Effectenhandel, nummer toegang 2.19.042.14, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Bond Geld- en Effectenhandel, 2.19.042.14, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Archieven, beheerd door de Stichting Vereniging voor de Effectenhandel, opgeslagen bij de afdeling Document & Information Management van Euronext., Beursplein 5 1012 JW Amsterdam, met name verbonden aan de Amsterdamse effectenbeurs. Contact: 020 550 4444
Archief van de Vereeniging voor de Geld- en Effectenhandel te ’s-Gravenhage in Gemeentearchief Den Haag.
Archief van de Vereniging van Effectenhandelaren in Rotterdam (1864-1974), in Gemeentearchief Rotterdam, nr. 161.
Publicaties D.C.J. van den Werf, De Bond, de Banken en de Beurzen. De geschiedenis van de Bond voor den Geld- en Effectenhandel in de Provincie (1903-1974) tegen de achtergrond van de ontwikkeling van het bankwezen en de effectenhandel in Nederland sinds 1814 , NIBE- bankhistorische reeks nr. 5, Amsterdam 1988.