Terug naar zoekresultaten

2.21.334 Inventaris van het archief van mevrouw C. van Eijk-Osterholt, met betrekking tot haar zuster Mies Osterholt, (1920) 1959-1998 (2002)

Het archief bevat stukken betreffende haar tweelingzuster Mies van Oosterholt, die vanaf haar 18e jaar werd geconfronteerd met het psychiatrische behandelingsregime van haar tijd. Mies kwam voor haar belangen op, zocht de publiciteit en werd daardoor betrokken bij de strijd van psychische patiënten en hun familie voor een betere rechtspositie.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.21.334
Inventaris van het archief van mevrouw C. van Eijk-Osterholt, met betrekking tot haar zuster Mies Osterholt, (1920) 1959-1998 (2002)

Auteur

J.A.A. Bervoets

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2016 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

C. van Eijk-Osterholt
Van Eijk-Osterholt

Periodisering

archiefvorming: 1959-1998
oudste stuk - jongste stuk: 1920-2002

Archiefbloknummer

C15

Omvang

; 112 inventarisnummer(s) 3,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Corrie van Eijk-Osterholt, geb. 1923

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat stukken betreffende haar tweelingzuster Mies van Oosterholt, die vanaf haar 18e jaar werd geconfronteerd met het psychiatrische behandelingsregime van haar tijd. Mies kwam voor haar belangen op, zocht de publiciteit en werd daardoor betrokken bij de strijd van psychische patiënten en hun familie voor een betere rechtspositie.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Op 28 april 1923 werden Corrie en Maria M. (Mies) Osterholt in Schiedam geboren. Zij waren het zesde en zevende kind van A.H. Osterholt, directeur van een motoren- en machinefabriek met een scheepswerf, en Cornelia Antonia Maria Martens. De beide oudste kinderen overleden in 1918 aan de Spaans griep. Corrie en Mies waren de jongsten in een welgesteld katholiek gezin van vijf nog in leven zijnde kinderen. Beiden volgden na een bewaarschool aan een Montessori-inrichting lager onderwijs van de zusters Dominicanessen met het daarbij behorende godsdienstige regime van kuise kledingvoorschriften en de tucht van “drie vaders”, want naast de heer Osterholt ook de Paus van Rome en God zelf. De tegenstelling tussen het relatief vrije leven thuis met veel speelruimte en de gestrengheid waarmee nonnen met tucht door angst plachten om te gaan, maakte indruk op de gevoelige Mies. Kort na het begin van bezetting overleed de moeder Cornelia Martens. Oorlogs- en bezettingservaringen als bombardementen, luchtalarm en razzia’s leidden tot trauma’s en permanente angsten. Vanaf 1943 werd Mies met psychiatrische behandeling, interne observatie en uiteindelijk opname in een inrichting geconfronteerd. Haar psychisch lijden werd definitief chronisch toen haar vader hertrouwde met de Oostenrijkse Emma Vopenka. Opname in de psychiatrische inrichting Sancta Maria in Noordwijkerhout volgde.
Aanvankelijk zocht Corrie de oplossing voor het probleem van haar zus in radicale verandering van de traumatische omgeving door emigratie. Daarvoor volgde zij een opleiding in het Engels in Londen, wat haar bij terugkeer in Nederland werk opleverde als vertaalster, o.a. bij het Ministerie van Landbouw. In 1959 huwde zij met Cor J. van Eijk, die na een internationale loopbaan vanuit het Centraal Planbureau in 1963 werd benoemd tot hoogleraar staathuishoudkunde aan de Economische Hogeschool in Rotterdam. Vanaf toen kon zij definitief de belangen van haar zus in de gaten houden.
Corrie noch Mies konden zich feitelijk voegen in het gedisciplineerde raamwerk van de gehoorzaamheidsdril van het Roomse onderwijs van die jaren. De traumatische strafmethodes waarmee kinderen tot de jaren des verstands werden gebracht, golden ook voor de generaliserende gedragstherapeutische opvattingen waarmee psychisch afwijkenden weer tot “mensen van goede wil” konden worden gebracht. Het religieuze gezag bepaalde het psychiatrische beleid, gedekt door de in 1950 uitgevaardigde encycliek Humanae generis , waarbij paus Pius XII het Vaticaan aanwees als beoordelaar van wetenschappelijke vraagstukken, met name met betrekking tot de menselijke ziel. Een innoverende geneesheer-directeur kon daarom in 1965 door het door de congregatie van de zusters geleide bestuur ontslagen worden. Met als gevolg een “laederend hospitalisatieproces”, want ook deze ervaringen zullen later tot nachtmerries leiden.
Zelf stelde Corrie vast dat haar zus in Sancta Maria fysiek verwaarloosd werd (een pleuritis leidde tot tuberculose en opname in een Leids ziekenhuis), beroofd van haar rechten tot bezit (een legaat op naam van Mies werd door de leiding nagenoeg geconfisqueerd) en niet zelden fysiek mishandeld (niet alleen leidde een spanlaken tot zichtbare verwondingen, ook werd er getrapt en geslagen). Bij inschakeling van de inspectie bleek dat deze, werkend volgens de Krankzinnigenwet van 1884, geen wettelijke bevoegdheid had tot ingrijpen. In 1970 bewerkstelligde zij dat Mies werd overgeplaatst naar Oud Rosenburg in Den Haag, en toen ook daar correctie door straf boven gesprekstherapie werd gesteld - en opnieuw medische verwaarlozing werd geconstateerd -, naar Vogelenzang, waar zij in verschillende paviljoens verbleef. Aspiraties van Mies in heldere perioden om aansluiting te zoeken bij een kloosterorde en de verpleging in te gaan werden steeds meer een illusie. Vanaf 1980 begon ook dementie een rol te speken en vanaf 1990 ging ze steeds meer achteruit totdat ze in 1998 overleed.
In 1972 stelde Corrie de ervaringen van en met haar zus te boek in Laten ze het maar voelen…, 25 jaar belangenbehartiging voor een verpleegde (Van Gennep, Amsterdam), een boek dat een jaar later al een vierde druk beleefde. In de vijfde druk, getiteld Laten ze het maar voelen ..., een verhaal over psychiatrische inrichtingen, belangenbehartiging, acties en de commissie-Van Dijk , voegde zij ervaringen over latere jaren eraan toe. De eerste druk verscheen tijdens de doorbraak van de universitaire en academische democratiseringsbewegingen, waarbij ook de heersende psychiatrische cultuur ter discussie werd gesteld. Daarnaast waren er ook de berichten uit de Sovjetunie van opsluiting van dissidente schrijvers en geleerden in psychiatrische inrichtingen, waarmee ook Nederlandse behandelmethoden konden worden vergeleken.
Dit was een klimaat waarin Corrie een netwerk kon opbouwen, waarbij zij aansluiting vond in de Cliëntenbond en de Stichting Pandora. Zij stelde zich strijdbaar en onafhankelijk op, met name toen in 1978 de wetgeving over de geestelijke gezondheidszorg opnieuw werd uitgesteld door de benoeming van een ministeriële commissie. Zij verzette zich tegen “inkapseling” en bemiddelde vaak persoonlijk voor andere patiënten.
Haar bezorging van 19e-eeuwse teksten van een toenmalige patiënt over de uitwerking van de Krankzinnigenwet 1884 onder de titel Wartaal van een gek diende als signalering van nog steeds bestaande actualiteit van de daarin beschreven toestanden.
In 2002 rondde zij haar werkzaamheden af met de publicatie van de volledige levensbeschrijving van haar zus in Uitbehandeld, een kroniek , dat zij in eigen beheer heeft uitgegeven.
Geschiedenis van het archiefbeheer
In 1968 overleed Corrie’s vader en verkreeg Corrie de formele volmacht tot het beheer van Mies’ erfdeel en andere financiën. Vanaf dat moment hield zij dagelijks aantekeningen over haar zus, de zorg voor haar en stelt zij voor andere familieleden jaarlijks rapporten op over haar toestand. De correspondentie die zij voerde, registreerde zij als ware het kasstukken: brieven werden genummerd en later van lijsten met een inhoudsopgave voorzien. Deze correspondentie borg zij in genummerde ordners, die op hun beurt van een lijst werden voorzien. Hetzelfde deed zij met correspondentie met andere patiënten, bevriende psychiaters, instanties en politici om haar strijd voor een betere positie voor patiënten te documenteren. In deze vorm werd het archief in mei 2004 door haar aan het Nationaal Archief geschonken.
De verwerving van het archief
Het archief is door schenking verworven.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Uit het archief is bij de bewerking niets vernietigd.
Verantwoording van de bewerking
Bij de beschrijving van het archief zijn de dossiers (“ordners”) intact gelaten. Enkele door Mies gevormde reisalbums zijn als onderdeel van het gehele door Corrie gevormde archief daar gelaten. De op de ordners geplakte teksten zijn aan de stukken in originali of in kopie toegevoegd. Wel is het archief anders ingedeeld om de persoonlijke betrekkingen van de tweelingzusters en de activiteiten van Corrie voor verbetering van de psychiatrische zorg in zijn geheel inzichtelijker te maken. Hierdoor is de volgorde veranderd. Bovendien zijn ongenummerde gedeelten in de series en dossiers toegevoegd. Een concordantie van de oorspronkelijke nummering van de ordners met de nummering van deze toegang bevindt zich in de bijlage.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, C. van Eijk-Osterholt, nummer toegang 2.21.334, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Van Eijk-Osterholt, 2.21.334, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Bijlagen

Concordantie met de oorspronkelijke ordnernummering
Ordners
Inventarisnummers
Ordner 1
35-36
Ordner 2
37
Ordner 3
51
Ordner 4
52
Ordner 5
58-62
Ordner 6
63-64
Ordner 7
ontbreekt
Ordner 8
53
Ordner 9
54
Ordner 10
55
Ordner 11
65
Ordner 12
66
Ordner 13
56
Ordner 14
67-68
Ordner 15
69
Ordner 16
70
Ordner 17
71
Ordner 18
72
Ordner 19
73-74
Ordner 20
75
Ordner 21
76-77
Ordner 22
42
Ordner 23
43
Ordner 24
57
Ordner 25
44-45
Ordner 26
46
Ordner 27
47
Ordner 28
48
Ordner 29
49
Ordner 30
50
Ordner 31
38-39
Ordner 32
40
Ordners I-X
1-24
Ordner XI
30, 33, 34
Ordner A
78
Ordner A1
107
Ordner A2
108
Ordner B
79
Ordner B1
93
Ordner B2
94
Ordner C
86
Ordner D
99
Ordner E
104

Archiefbestanddelen