Door de grote belangstelling voor het CABR is onze studiezaal vaak volgeboekt. Kunt u geen archiefstuk reserveren? Bekijk dan onze pagina over de aangepaste dienstverlening.
Hierboven werd er al op gewezen dat een aantal min of meer prominente leden van de BvS tijdens de Tweede Wereldoorlog aanhangers bleken van de zogenaamde 'Nieuwe Orde'. In de eerste na-oorlogse jaren treffen we in de stukken allerlei venijnige opmerkingen aan over de vraag of dergelijke mensen nog wel namens de vereniging konden optreden. Maar ook dat afdelingen voorlopig niet weer tot leven konden worden gewekt omdat ter plaatse geen bestuursleden van onbesproken gedrag konden worden gevonden. Wèl werd de Bond met ingang van 16 februari 1942 door de bezettende macht verboden, dus de vereniging speelde geen rol in de minder fraaie houding van sommigen van haar leden in de periode 1940 -1945. Anderen meenden dat herleving van de BvS na de oorlog niet meer nodig was omdat op korte termijn een regeling van overheidswege te verwachten was. Toen de 'noodwet-Drees' in 1947 werd ingevoerd, bleek de rol van de vereniging echter nog lang niet ten einde.
Toneelstukken behoorden tot de middelen waarmee propaganda voor de doelstellingen van beide bonden werd bedreven. Onder de inventarisnummers 369 tot 374 bevindt zich van de BvS afkomstig materiaal in het archief. Deze nummers bestrijken de jaren 1900-1952. Ook liederen maakten deel uit van het arsenaal. Inventarisnummer 375 bevat diverse drukken van zangbundels uit de jaren 1900 -1942, waarvan één in het Fries. Dat is waarschijnlijk ook de taal waarin het 'openluchtspel' van de federatie Gorredijk is geschreven (inv.nr. 376).
Het gedachtegoed van de BvS werd ook op speciale bijeenkomsten uitgedragen, en in lezingen voor de radio (al voor 1930). Pikant is nummer 432: dit betreft een door de AVRO in 1929 geweigerde radiorede met de titel: 'De laatste loodjes'.
De Bond voor Staatspensionering (BvS) is op 9 september 1900 te Arnhem opgericht. Het was een zeer gemengd gezelschap en kende vogels van uiteenlopende pluimage. Uit zijn propaganda krijgen we de indruk dat de bond zich vooral voor de armen inzette. Er was geen sprake van enige binding aan een levensbeschouwelijke of ideologische zuil. In zijn optreden was de bond a-politiek, al waren er wel allerlei contacten met politici. Opmerkelijk is de royale bijdrage van predikanten aan de activiteiten van de bond. Ook vanaf de kansel droegen zij de ideeën van hun vereniging uit. Zowel voor als na de Tweede Wereldoorlog werd veel propaganda gemaakt. Door middel van pamfletten, brochures, de uitvoering van toneelstukken, een eigen blad, openbare vergaderingen en propaganda-autotochten moest Nederland voor de idee van staatspensionering worden gewonnen. Daarnaast werden adressen aan de koningin geschreven, evenals brieven aan (kandidaat-)Kamerleden en politieke partijen.
Het zal geen verrassing zijn dat ons land diverse verenigingen ter behartiging van de belangen van ouderen kende. Vanzelfsprekend bestond een indeling volgens de lijnen van de drie 'zuilen', maar binnen het niet-confessionele volksdeel konden bejaarden uit vier organisaties kiezen: de Bond voor Staatspensionering, de Algemene Bond van Ouden van Dagen, de Nederlandse Bond voor Ouden van Dagen en de Rotterdamse Bond van Ouden van Dagen. In oktober 1954 vond overleg tussen de deze vier bonden plaats. Doel was het bereiken van een grotere eenheid. Dit overleg kunnen we beschouwen als de start van de Vereniging COSO (Centraal Orgaan Samenwerkende Organisaties). In juni 1956 trad de Roomskatholieke Unie van Diocesane Bonden van Bejaarden en Gepensioneerden (uit 1952, in 1979 Unie KBO (Katholieke Bonden van Ouderen geheten) toe. De contacten werden in februari 1957 in een officieel verband geformaliseerd. Na haar oprichting in 1960 nam ook de PCOB (Protestants-Christelijke Organisatie van Bejaarden) aan dit overleg deel. In 1969 werd een reorganisatie doorgevoerd en in 1970 werd de vereniging herdoopt in COSBO (Centraal Orgaan Samenwerkende Bejaardenorganisaties).
Na verloop van tijd bleek dat de doelstellingen van de Bond voor Staatspensionering en de Algemene Bond van Bejaarden veel gemeenschappelijk hadden. Vanaf 1970 werden serieuze pogingen ondernomen om nader tot elkaar te komen. In inventarisnummer 295 (uit 1971) komen fusiemogelijkheden van ABvB en BvS aan de orde. In 1971 werden fusie-commissies ingesteld en werden statuten voor een nieuwe bond ontworpen. Daarbij werd uitgegaan van een samengaan per 1 januari 1972. Het lijkt alsof men bij de top van de verenigingen in dezen verder was dan aan de basis. In een brief van 13 maart 1973 van de secretaris van de ABvB aan de BvS wordt tenminste gesproken van "een zekere weerstand tegen "fusie" ", ook al werd voortzetting van het contact op prijs gesteld. Het hoofdbestuur van de BvS kon uiteraard weinig anders doen dan dit standpunt accepteren. Ook hier bestond de mening dat "de uitgangspunten van beide organisaties voldoende raakvlakken hebben" om "niet tot een volledig afbreken van de contacten over te gaan". Niet alleen de fusie-commissies, ook de hoofdbesturen zouden in de komende jaren met enige regelmaat gezamenlijke bijeenkomsten kunnen houden en aldus nader tot elkaar kunnen komen. Voor de toekomst werd een fusie dus beslist niet uitgesloten (inv.nr. 212). Anderzijds is duidelijk dat de besprekingen niet altijd heel vlot verliepen. In de vergadering van het Dagelijks Bestuur van de BvS op 26 januari 1973 werd althans met enige wrevel geconstateerd dat de verwachte reactie van de gesprekspartner uitbleef (inv.nr. 190).
Het archief van de Bond voor Staatspensionering over de periode 1900-1963 is in 1971 gedeeltelijk in beheer gegeven bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) te Amsterdam en zal daar blijven. Van dit kleine archiefbestand (0.85 m) bestaat geen inventaris, noch een plaatsingslijst. Omdat slechts een deel bij het IISG berust, dienen onderzoekers er dus rekening mee te houden dat zij voor gegevens over de genoemde periode zowel in Amsterdam als Den Haag te rade moeten gaan.
Bij de overdracht zijn veel stukken uit die periode bij de oorspronkelijke archiefvormer gebleven. Bij het IISG berusten voornamelijk notulen van de vergaderingen van het dagelijks bestuur uit de periode 1900 -1904, 1930 -1941, congres- en jaarverslagen uit de jaren 1908, 1910-1919, 1929, 1937, een verslag van de algemene vergadering in 1949, de jaarboekjes van 1909 tot 1963, enige correspondentie en publicaties van de Bond. Deze collectie bevat dus diverse lacunes.
Het lijkt erop dat destijds hoofdzakelijk stukken van algemene, openbare aard zijn overgedragen en dat het meer specifieke materiaal in eigen beheer is gebleven. Tot deze laatste categorie kunnen we niet de Jaarboekjes (verschenen sinds 1905, met een onderbreking voor de periode 1942-1948) rekenen, die echter wel als een complete set in het hier ontsloten archief berusten.
Genoemd stuk erg beschadigd!
Bevat fotostrip
Let Op! Bevat resten elastiek
Enkele documenten zijn beschadigd!
Bevat foto's algemene vergadering
Foto
Jaargang 1 bevat nrs 1, 2 en 3; jrg. 2 nrs. 2, 3, en 4; jrg. 3 nrs. 1 - 4; jrg. 4 nrs. 1 t.t.m. 4; jrg. 5 nrs. 1, 3 en 4; jrg. 6 nrs. 1 t.e.m.4; jrg. 7 nrs. 1 t.e.m.4; jrg.8 nrs. 1 t.e.m. 4; jrg. 9 nrs. 1, 3 en 4; jrg. 10 nrs. 1, 2 en 3; jrg. 11 nr. 1.
Wierheit en Rjucht'; 'De Alde Kloklieder' door Jan Jouwersma; "Ora et Labora", toneelstuk van H. Heijermans, jr., een pleidooi voor staatspensionneering door Perio, 2e druk 1902; "Ald en Earm", toneelstuk in 4 bedrijven door I. Kaastra-Bakker; "Bihalden", idem door I.K.-B.; "Waarheen",idem door I. K.-B.; "In de Branding",idem door I. K.-B.;
"Dêr wier ris..." oorspronkelijk toneelstuk in 4 bedrijven door R.W. Canne 1916;"Sprookjes en Gedichten voor den Bond voor staatspensionneering" door Perio 1917; "Een Christen",toneelstukje in één bedrijf door G.L.Janssen (Perio) 1918; "Fredesblommen", toneelstuk in drie bedrijven door Hette Reitsma 1919; "Ûnder ien dak", toneelstuk in drie bedrijven door Jan Fabricius.
"Winterloof", bloemlezing van stukjes proza en poëzie met betrekking tot Oud en Arm, 1921; "O,dy Segelwet", toneelstuk in vier bedrijven door H. Jansma, 1926; "Is der Staetspensioen?", toneelstuk in drie bedrijven door H. Jansma, 1926; "Alde Syke", toneelstukje in twee bedrijvendoor Jfr. H. Jaarsma; "De Alde Dei", toneelstuk in drie bedrijven door jiffer H. Jaarsma, 1926; "De Slingerhof", toneelspel in vier bedrijven door S.D. Wiarda; "Een moeder oud-en-arm", oorspronkelijk toneelspel in 4 bedrijven door G.L. Janssen Perio, 1926; "Us Oanklacht!", voordracht voor 2 personen door S. van der Heide, 1926.
"Als de oude dag komt", toneelspel in drie bedrijven door B.H. Broekema, 1933; "Op Nieuw Vereenigd", propagandastuk voor Staatspensionneering in vier bedrijven door H. Jansma; "Op-Ny-Foriene", vertaling van Op Nieuw Vereenigd;"Donkere Wolken", propaganda-stukje in drie bedrijven door U.G. Dorhout, ong. 1938; "Als de winter komt", oneelspel in drie bedrijven door H.E. Buurma, 1938.
"Onder Kaïns vuist", toneelspel in vier bedrijven door Dirk Brouwer; "Lege Levens", toneelstuk in drie bedrijven door Pieter Nierop; "Old, aarm en ... te veul", spel van narigheid in één bedrijf door J.H. Riddering, 1949.
"Geen Noodoplossing", propagandaspel in één bedrijf door Jan Th. Visser; "Als de Levenszon ondergaat" propagandatoneelspel in drie bedrijven door P. Veerman, 1951; getypt toneelstuk "Hij krijgt van Drees ...."
Enkele stukken zijn beschadigd!
Enkele stukken zijn beschadigd!